De literatuurlijst bij het handboek

Mommsen (Humboldt-Universität, Berlijn)

Ik heb nu al een paar keer geblogd over de handboekstof voor oudhistorici, maar hoorde dat de begeleidende werkcolleges niet overal meer bestaan. Ook hoorde ik dat het voorkomt dat docenten geen tijd toegewezen krijgen om zich voor te bereiden. Het tweede is nog erger dan het eerste. Een docent die is gespecialiseerd in, pakweg, de laat-Romeinse stad, moet zich inlezen als het gaat over, pakweg, het Macedonische koningschap of de Midden-Bronstijd. Krijgt zo’n docent die voorbereidingstijd niet, dan is er grote kans dat hij terugvalt op kennis uit zijn eigen handboekencollege. Dan verstrekt hij zijn studenten dus verouderde informatie. Dat is intens jammer, want veel geschiedenisstudenten specialiseren zich na hun eerste jaar in een ander tijdvak. Over de Oudheid hebben ze dan eigenlijk alleen verouderde informatie gekregen.

Goed academisch onderwijs – waarmee ik weinig van doen heb maar waar ik wel bezorgd over ben – veronderstelt een docent die breed overzicht heeft. Het veronderstelt bovendien werkcolleges om de stof te bespreken. Misschien dat het gebrek aan discussie nog valt te compenseren met een goed hoorcollege. Ik wil zelfs nog aannemen dat zo’n hoorcollege digitaal kan. Maar die docent, die moet wel zijn tijd krijgen om zich te voorbereiden.

Lees verder “De literatuurlijst bij het handboek”

Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen

De apostel Paulus. Byzantijns ivoorsnijwerk, gevonden in een Merovingische context (Teseum, Tongeren)

Nog een derde filmpje in mijn reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”: dit keer over Henri Pirenne, de grote Belgische historicus. Ik heb al eens eerder over zijn boek Mahomet et Charlemagne geschreven en het is niet zo zinvol dat te herhalen. U leest het hier maar.

Het filmpje duurt een kwartier. Langer dan ik wilde, maar het is dan ook een heel belangrijk boek. Niet om de eigenlijke these: dat de Late Oudheid, met de Merovingen als opvallendste dynastie, overging in de Vroege Middeleeuwen doordat de handel tussen het oostelijk en westelijk bekken van de Middellandse Zee tot stilstand kwam na de Arabische veroveringen. Zonder Mohammed geen Karel de Grote. Dát is weerlegd.

Lees verder “Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen”

Henri Pirenne

St.-Pietersnieuwstraat 132, Gent

Afgelopen zondag en maandag ben ik in Gent een paar keer langs het huis aan de Sint-Pietersnieuwstraat 132 gewandeld waar de Belgische historicus Henri Pirenne (1862-1935) woonde, de auteur van Mahomet et Charlemagne. Het bleek een moderne bouwval. Zelfs geen gevelsteentje herinnerde aan de ooit beroemde bewoner, maar eigenlijk verbaasde dat me niet. Wie een écht belangrijk boek schrijft, zal zien dat zijn inzichten zó ingeburgerd raken dat niemand meer herkent dat je er anders over kunt denken, waarna degene die het heeft bedacht kan worden vergeten.

De vraag die Pirenne wilde beantwoorden, was waarom de Middeleeuwen zo’n ander karakter hadden dan de Oudheid. Er was een transitie geweest, zoveel was duidelijk. In het Romeinse Rijk was er interregionale handel, bloeiden de steden, betaalden de mensen met munten, beloonde de overheid zijn functionarissen in geld; in de Middeleeuwen was de handel beperkter, waren de steden kleiner, ruilde men producten en compenseerde de vorst zijn graven en hertogen door ze land in leen te geven. Wat was er gebeurd?

Lees verder “Henri Pirenne”

Tussen Oudheid en Middeleeuwen

Vier “Domburg-fibulae” uit de overgangstijd van Oudheid naar Middeleeuwen (Museum Dorestad, Wijk bij Duurstede)

Het leek ooit zo gemakkelijk, het verdelen van de geschiedenis. Eerst was er de Oudheid; dan kwamen de Middeleeuwen; en in de Renaissance begon dan de geschiedenis van onze eigen westerse cultuur. Maar het bleef niet zo gemakkelijk. In de negentiende eeuw verdubbelde de Oudheid in lengte en breidde het tijdvak zich uit naar Egypte en het Midden-Oosten, terwijl in de twintigste eeuw steeds duidelijker werd dat de cesuur tussen het Laat-Romeinse Rijk en de duistere Middeleeuwen niet was wat ze zou moeten zijn.

Ik herinner me met hoeveel plezier ik tijdens mijn studie Mahomet et Charlemagne (1937) heb gelezen, het boek waarin de Belgische historicus Henri Pirenne bewees dat de “barbaren” heel snel door de Romeinse beschaving waren geassimileerd. Een mijlpaal in de geschiedschrijving, en als er tegenwoordig wat lacherig over dit boek wordt gedaan, is het omdat Pirenne tevens suggereerde dat de echte breuk de opkomst van de islam was geweest, die het Middellandse Zee-gebied in tweeën zou hebben gebroken en een obstakel vormde voor interregionale handel. Einde van de handel, einde van de steden, einde van de gemonetariseerde belastingen, einde van de scholen, einde van de klassieke beschaving. Pirenne schreef dit voordat archeologen bewezen dat de economische instorting in feite voorafging aan de Arabische expansie, maar zelfs waar hij zich vergiste, toonde Pirenne de weg vooruit: de overgang van de Oudheid naar de Europese Middeleeuwen moet niet geïsoleerd worden behandeld, maar samen met de opkomst van de islam.

Lees verder “Tussen Oudheid en Middeleeuwen”