Joodse literatuur (2): Na de ballingschap

Dit kleitablet in het Pergamonmuseum (Berlijn) documenteert hoe de Judese koning Jojachin in Babylonië in ballingschap was.

Dit is het tweede deel van een chronologisch overzicht van de joodse literatuur, waarvan het eerste deel hier was. Een beredeneerd overzicht vindt u daar. In de nu beschreven periode, die begint in 587 v.Chr., vinden we de joodse schrijvers in Babylonië, waar een belangrijke redactie van de Wet van Mozes heeft plaatsgevonden. Die heb ik, wegens de enorme complexiteit, buiten deze tabel gehouden. In 539 onderwierp koning Cyrus van Perzië de Babyloniërs en keerden de joden terug uit hun Babylonische Ballingschap.

Deze terugkeer wordt meestal geplaatst in de jaren na 539, maar er is wel enige twijfel. Het nederzettingenpatroon in het land van Israël veranderde pas in het tweede kwart van de vijfde eeuw v.Chr. en de geslachtslijsten in Kronieken suggereren ook een latere terugkeer. (Als de joden meteen zijn teruggekeerd, zijn de generaties tussen 587 en 539 namelijk wel erg kort en die na 539 wel erg lang.) Deze kwestie is belangrijk, omdat een langer verblijf in het oosten meer gelegenheid laat voor de beïnvloeding die er evident is. Teksten als Kronieken documenteren een van oorsprong Perzisch dualisme. Satan maakt zijn opwachting.

Lees verder “Joodse literatuur (2): Na de ballingschap”

Joodse literatuur (1): het begin

Koning Jehu van Israël onderwerpt zich aan Salmanasser van Assyrië (British Museum, Londen)

Een chronologisch overzicht van de joodse literatuur, ik heb het daar wel vaker over gehad, en u vindt hier al een beredeneerd verhaal. Het kan echter ook in meer detail en met verwijzingen naar andere teksten. Hieronder is zo’n overzicht, en later vandaag heb ik een heus leesrooster. Maar eerst enkele aantekeningen.

Eén, ik heb de Wet van Mozes (de Tora, de Pentateuch, de eerste vijf boeken van de Bijbel…) buiten beschouwing gelaten. Daarover bestaat eindeloos veel discussie. Er zijn geleerden die de eindredactie pas in de derde eeuw v.Chr. plaatsen. De kern van Deuteronomium (de hoofdstukken 12-22 en 26) is echter rond 620 v.Chr. geschreven.

Twee, sowieso zijn alle pogingen omstreden om de joodse literatuur te dateren.

Lees verder “Joodse literatuur (1): het begin”

De vier beesten van Daniël

Gevleugelde leeuw uit Nimrud (British Museum, Londen)

Een tijdje geleden beloofde ik een stukje over de wijze waarop de mensen in de Oudheid omgingen met voorspellingen. Als je de antieke teksten leest, komen die namelijk altijd uit. Eén verklaring is dat ze multi-interpretabel waren. Spreuken werden mondeling overgeleverd en er waren allerlei varianten in omloop. Thoukydides vertelt bijvoorbeeld over de tyfusepidemie die in 430 v.Chr. Athene trof:

In deze ellende was het begrijpelijk, dat de Atheners zich de volgende versregel herinnerden, volgens de ouderen een vroegere voorspelling:

“Eens komt een Dorische oorlog en de pest vergezelt hem.”

De mensen werden het er niet over eens of in deze oude versregel gesproken was van loimos (pest) of van limos (honger), maar natuurlijk behaalde in de gegeven omstandigheden het woord loimos de overwinning; want de mensen pasten hun herinnering aan aan het leed dat hen trof. Maar – zo komt het mij voor – als ooit een andere Dorische oorlog mocht uitbreken en gepaard gaat met honger, dan zullen zij vermoedelijk de andere lezing verkondigen. (vert. M.A. Schwartz)

Lees verder “De vier beesten van Daniël”

Joodse literatuur (2)

De belegering van Lachis. Tekening van een reliëf uit Nineve, nu in het British Museum.

[Dit is het tweede van vijf stukjes over de bronnen van mijn komende boek Israël verdeeld; in het eerste, hier, vertelde ik dat de uitleg in principe een cyclisch proces is.]

Cyclische processen zijn alles wat we hebben en het gevaar van cirkelredeneringen is levensgroot. Teksten worden – als er geen verwijzingen zijn naar contemporaine gebeurtenissen – vaak gedateerd aan de hand van de inhoud, die al dan niet overeenstemt met opvattingen die op een bepaald moment gangbaar waren, maar tegelijk is de veronderstelde geschiedenis van de antieke ideeën voor een groot deel gebaseerd op diezelfde teksten. De totstandkoming van de vijf boeken van de Wet is een onontwarbare puzzel: het staat vast dat er oeroude delen in zitten – de hogepriesterlijke zegen is aangetroffen op een zilveren amulet uit de zevende eeuw v.Chr. – maar het lijkt er ook op dat nog in de vijfde eeuw v.Chr. delen zijn toegevoegd.

Lees verder “Joodse literatuur (2)”