Domitianus (26): Farao

Domitianus als farao

Volgens een bekende etymologie is het Latijnse woord provincia afgeleid van “pro vincere”: een gebied dat is aangewezen om overwinningen te boeken. Als die etymologie correct is, is dat nogal cynisch. Het wingewest was immers al overwonnen en ingelijfd. De Romeinen gaven dan vooral aan dat ze voornemens waren door te gaan met plunderen en uitbuiten. Raubkapitalismus. Gelukkig klopt de etymologie niet. De bewoners van een onderworpen gebied hadden echter zeker aanvankelijk weinig vrolijks om naar vooruit te zien. Dat keizer Augustus beter bestuur bracht, zoals je weleens leest, is grotendeels propaganda.

Corruptie

Wat wél gebeurde is dat tijdens de Tweede Burgeroorlog bleek dat die partij zou winnen die de meeste soldaten in het veld kon brengen. Dat was de partij die het gulst was met de verstrekking van Romeins burgerrecht. Ik blogde al eens over de Lex Roscia. Zo verspreidde het burgerrecht zich over de hele Mediterrane wereld, inclusief verbeterde mogelijkheden om corruptie aan de kaak te stellen. De oudste rechtbank voor deze zaken was er al in het midden van de tweede eeuw v.Chr., maar eigenlijk werd het pas wat toen er senatoriële families kwamen uit de buitengebieden.

Lees verder “Domitianus (26): Farao”

Domitianus (25): Gladiatoren

Beeldje van een gladiator (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Tot de bouwprojecten die Domitianus ondernam, behoorde ook de aanleg van vier kazernes waar gladiatoren trainden. Een ervan, de Ludus Magnus, is te zien in de buurt van het Colosseum. De constructie was een slimme zet. De Romeinen hielden van dit vermaak en een keizer kon er zijn macht over leven en dood tonen. Hij was immers degene die besliste of een verslagen krijger moest sterven of mocht blijven leven. De jachtpartijen die er ook waren, toonden dat de keizer macht had over de natuur. Door dieren uit verre landen te importeren, etaleerde de heerser het bereik van zijn macht.

Bovenstaand beeldje behoort bij de eigen collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Ik vond het wel aardig. In de expositie staat het naast een scherf met een afbeelding van een jachtpartij. Of de derde activiteit in het Colosseum, de executie van terdoodveroordeelden, op de tentoonstelling wordt uitgelegd, kan ik me niet herinneren.

Lees verder “Domitianus (25): Gladiatoren”

Interview met Eric Moormann

[Vandaag gaan de musea weer open, dus ook het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Dat daar een Domitianus-expositie is te zien, veronderstel ik bekend bij de vaste lezers van deze blog. Een van de organisatoren was Eric Moormann, de onlangs met emeritaat gegane hoogleraar Klassieke Archeologie van de Radbouduniversiteit in Nijmegen. Ik stelde hem een paar vragen.]

Er zijn in de eerste twee eeuwen van onze jaartelling zestien keizers die echt hebben kunnen regeren. Waarom kies je Domitianus voor een expositie?

Hij was de laatste van de tweede keizerlijke dynastie van het Romeinse Rijk, de Flaviërs, maar is minder bekend dan zijn lotgenoot Nero, de laatste keizer van het Julisch-Claudisch huis. Allebei waren ze volgens de elitaire bronnen uit die tijd superslecht, zoals je kunt verwachten aan het einde van een dynastie. De omverwerping moet immers gerechtvaardigd. Toch is er veel te zien en te vertellen over Domitianus. Ook wetenschappelijk is hij lang ondergewaardeerd gebleven. Daarbij blijf ik even in de eerste eeuw. Marcus Aurelius zou ook een goede keizer zijn om een tentoonstelling aan te wijden.

Lees verder “Interview met Eric Moormann”

Domitianus (24): Germania Capta

Germania Capta (Rheinisches Landesmuseum, Bonn)

De bovenstaande munt is niet te zien op de expositie over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. U zult ervoor naar Bonn moeten, naar het Rheinisches Landesmuseum. Fijn museum overigens in een fijne stad.

Germania capta

Wat we zien is Vrouwe Germania, die weent om haar verloren vrijheid. Germania capta. Domitianus heeft haar onderworpen. Constatering één is natuurlijk dat dit een antwoord is op de Judaea capta-munten die de Romeinse munt in enorme aantallen had verspreid. Door de Germanen te onderwerpen, had Domitianus zich de gelijke van zijn broer betoond.

Lees verder “Domitianus (24): Germania Capta”

Domitianus (23): Meleager

Meleager (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

Scipio Africanus, de man die Hannibal versloeg, pretendeerde al dat hij een lijntje had met het hogere. Latere Romeinse generaals waren er evenmin vies van zich te presenteren als de uitverkorene van deze of gene godheid. Julius Caesar schermde met een afstamming van Venus, de jongere Pompeius had iets met Neptunus, Augustus wist dat de vergoddelijkte Caesar zijn vader was en deed er voor alle zekerheid Apollo nog bij. Ook halfgoden deden het goed: Commodus presenteerde zich als Hercules Romanus. In 337 liet Constantijn zich begraven als Nieuwe Christus, omgeven door twaalf apostelen.

Lees verder “Domitianus (23): Meleager”

Domitianus (22): Nog eens Isis

Isis (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

Aan de Livius.org-website kan ik al heel lang niet werken. Een van de dingen die al jaren op mijn wensenlijst staat, is het maken van een overzicht van de tempel van Isis. Als u Rome kent: die ligt ruwweg achter de huidige Santa Maria sopra Minerva. Er is weleens geopperd dat die kerk zo heet omdat men in de Middeleeuwen de twee godinnen verwarde. Of het waar is, weet ik zo net niet.

In elk geval: keizer Domitianus herbouwde een tempel voor Isis. Eentje die zijn vader, getuige munten, had gebouwd of herbouwd. Vespasianus claimde namelijk de macht te hebben ontvangen van de Egyptische goden. Het bewijs was dat hij in Alexandrië lammen had kunnen laten lopen en blinden had kunnen laten zien. In de Oudheid waren er evenveel rois thaumaturges als in later tijden. Eenmaal als keizer begroet, had Vespasianus beloofd als de Nijl zo gul te zijn. Niet zonder reden lag de graanuitdeelplek van Rome op een boogscheut van de Isistempel. De tempel van Isis was ook de plaats waar Vespasianus’ triomftocht begon.

Lees verder “Domitianus (22): Nog eens Isis”

Domitianus (21): Keizerlijke luxe

Bronzen lamp (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik maak het mezelf even niet al te moeilijk. Kijk eens hierboven, wat een prachtige olielamp en wat een prachtig aardewerk. Het is te zien op de – op het moment dat ik dit schrijf – door de lockdown verborgen expositie over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96). Het komt uit het huidige Turkije en behoort bij de eigen collectie van het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, maar ik kan me niet herinneren dat ik deze voorwerpen eerder zag. Domitianus moet in nog grotere weelde hebben geleefd.

Lees verder “Domitianus (21): Keizerlijke luxe”

Domitianus (20): De Albaanse Berg

De uil van Minerva (Vaticaanse Musea, Rome)

Wie Rome kent, kent de Albaanse Berg. Het is onmogelijk de dode vulkaan niet te zien. De Romeinen meenden dat de stichters van hun stad, Romulus en Remus, afkomstig waren uit een oudere stad op de berghellingen gelegen zou hebben. Daar was ook het heiligdom waar de Latijnse steden sinds mensenheugenis samen Jupiter vereerden. Een echte lieu de mémoire en eigenlijk een logische plek voor Domitianus om een buitenhuis te bouwen. Daarin was hij niet anders dan keizer Augustus, die zijn huis had gebouwd op de Palatijn, waar Romulus Rome had gesticht en al diverse belangrijke tempels stonden.

Keizerlijke villa

De Via Appia liep ruwweg langs Domitianus’ nieuwe villa, dus hij kon in enkele uren terug zijn in de stad, die hij in de verte zag liggen. Tegelijk was de Albaanse Berg ver genoeg om te vluchten voor het kabaal en de stank van de stad en haar honderdduizenden bewoners. Opnieuw niets vreemds. Zijn voorganger Tiberius had een buitenverblijf op Capri, Nero verkoos Antium, Hadrianus bouwde een parkachtig huis bij Tivoli. Elke Romeinse senator bezat wel een paar landhuizen, dus waarom de keizer niet?

Lees verder “Domitianus (20): De Albaanse Berg”

Domitianus (19): Domitia Longina

Domitia Longina (British Museum, Londen)

In een eerder stukje haalde ik de harteloze woorden aan waarmee de Romeinse geschiedschrijver Tacitus het optreden van Domitianus typeerde: hij hield zich vooral met zijn prinselijke taken bezig in zoverre het overspel en ontucht betrof. Zijn geliefde heette Domitia Longina en was een dochter van generaal Corbulo. Ze scheidde al snel van haar echtgenoot Aelius Lamia om te trouwen met Domitianus. Die bekleedde inmiddels het ambt van consul.

Het machtsspel

Het is maar de vraag in hoeverre de relatie, zoals Tacitus insinueert, voortkwam uit wellust. In 70 was het geen uitgemaakte zaak dat Vespasianus een dynastie zou stichten. Hij was nog in Alexandrië en in het noorden heerste Sabinus. Hij is nu een voetnoot bij de Bataafse Opstand, maar dat perspectief ontbrak in 70. Een huwelijk tussen Domitianus en Domitia verzekerde Vespasianus van de steun van de machtige Domitii.

Lees verder “Domitianus (19): Domitia Longina”

Domitianus (18): I Minervia

Grafsteen van een soldaat van I Minervia (Römisch-Germanisches Museum, Keulen)

Bovenstaande inscriptie is niet te zien op de door de lockdown vooralsnog verborgen expositie over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) in het Rijksmuseum van Oudheden. Ze komt uit het Römisch-Germanisches Museum. U kunt zich echter de moeite te besparen naar Keulen te reizen, want dat museum is nog dichter dan dat in Leiden. Het wordt namelijk verbouwd.

De tekst van inscriptie EDCS-01200105:

D(is) M(anibus) C(aius) Iul(ius) Maternus
vet(eranus) ex leg(ione) I M(inervia) viv(u)s sibi
et Mari(a)e Marcellinae
coiiugi dulcissim(a)e
castissim(a)e obitae f(ecit)

Dat wil zoiets zeggen als dat Gaius Julius Maternus, veteraan van het Eerste Legioen Minervia, tijdens zijn leven deze grafsteen heeft gemaakt voor Maria Marcellina, zijn overleden, liefste en onbaatzuchtigste echtgenote. De vierde regel bevat een leuke spelling: het woord coniugi is gespeld als coiiugi, wat suggereert dat men in het Rijnland de /n/ tussen twee klinkers uitsprak als /j/.

Lees verder “Domitianus (18): I Minervia”