Robert de Fries en Sint-Nikolaas

Sinterklaas: gevelsteen uit Amsterdam (Dam 2)

Nog even over de relieken van Sint-Nikolaas dus, waarvan afgelopen zondag een piepklein deel vanuit de Egmondse Abdij is overgebracht naar de Amsterdamse Nikolaasbasiliek. Of dat bot echt is, is volkomen irrelevant. Een heilige staat voor een waarde – in dit geval: het is goed te geven aan wie niets kan teruggeven – en al het overige is geneuzel. Een weldenkend mens heeft het er niet over. Of besteedt het uit aan bloggers.

Scepsis

Broeder Adelbert, de reliekenbeheerder en huisblogger van de abdij van Egmond, heeft echter aangegeven in te staan voor de authenticiteit van de relikwie. Dat maakt mijn historische belangstelling wakker. Religieus geloof is immers één ding, wetenschap een ander ding. Je moet sterk staan om iets als “het is echt waar” te zeggen wanneer dat irrelevant is. Dan word ik nieuwsgierig.

Lees verder “Robert de Fries en Sint-Nikolaas”

Vlaanderen

Vele jaren geleden verzorgde ik een lezing voor een deftig Vlaams genootschap. Het was in een hotel, vooraf was er een diner – laat de gastronomie maar over aan die zuiderlingen – en daarna zal ik hebben gesproken over een of ander oudheidkundig onderwerp. Ik herinner het me niet zo goed. De avond eindigde met een pintje. Vermoedelijk zelfs meer dan één. Ook dat herinner ik me niet goed, maar erg zou het niet zijn geweest als ik meer dan één biertje had gedronken, aangezien ik in het hotel overnachtte.

Ook al herinner ik me dus niet alles, wat me vooral levendig is bij gebleven, is de conversatie tijdens het diner en na afloop. De aanwezigen spraken zonder uitzondering over België in de verleden tijd. Niet dat ze militant anti-Waals waren, integendeel, maar het was duidelijk dat ze weinig toekomst zagen voor België.

Lees verder “Vlaanderen”

Hoe God uit de Kempen verdween

Een eeuw Belgische geschiedenis, dat is wat Koen Peeters de lezer biedt in zijn mooi geschreven roman De bloemen. Geen grotemannengeschiedenis: de Latijnse muntunie, de Koningskwestie en de Congocrisis blijven onvermeld. Het is een geschiedenis van het dagelijks leven in België, meer in het bijzonder in de Kempen.

Peeters presenteert zijn stof in een traditionele vorm: de familiekroniek. Eerst vertelt hij het verhaal van de zuivelhandelaar Louis en zijn vrouw Hortence, daarna beschrijft hij de carrière van hun zoon, de politicus René. (Diens echtgenote Paula komt opvallend minder uit de verf dan haar schoonmoeder.) De derde generatie komt aan het woord doordat de verteller, een zoon van René en Paula, commentaar geeft op de levens van zijn vader en grootvader. Door de perspectiefwisseling vermijdt Peeters het zwakke punt van zoveel familiekronieken: dat een naverteld mensenleven minder gestructureerd verloopt dan wenselijk is voor een roman.

Lees verder “Hoe God uit de Kempen verdween”