Fietsen in de Maasvallei

De Maasvallei bij Chokier

Ik heb weleens geblogd over het Land van Herve: het mooie deel van België recht onder Nederlands Zuid-Limburg. Neem (als u uit Nederland komt) de trein naar Heerlen, stap over op de trein naar Aken of fiets rechtstreeks naar Vaals, klim naar het Drielandenpunt en ga daarvandaan richting Luik en je ziet dat het Land van Herve echt prachtig is. Niet voor niets hebben de goede god en de duivel er ooit een damwedstrijd gehouden.

Luik

Eenmaal in Luik bent u in de vallei van de Maas. Eerlijk is eerlijk: Brusselse wafels zijn smakelijker dan Luikse, maar Luik heeft dan weer de Liégeois en die heeft Brussel weer niet. Er zijn in Luik verschillende mooie middeleeuwse kerken (zoals, zoals) en er is ook een schitterend spoorwegstation. Het Musée Grand Curtius heeft een adembenemende collectie glas en een degelijke archeologische afdeling. Het Archéoforum voor het prinsbisschoppelijk paleis viel mij wat tegen; er is hier overigens ook een monument voor de aanslag van 2011.

Lees verder “Fietsen in de Maasvallei”

Alexandrië in Brussel

Maquette van de Vuurtoren van Alexandrië (Dieter Cöllen)

In de loop van het eerste millennium v.Chr. schoof het bestuurlijk zwaartepunt van Egypte steeds verder naar het noordwesten: Memfis, Sais en uiteindelijk, na 331 v.Chr., in toenemende mate Alexandrië. De stad zou nog eeuwenlang de hoofdstad zijn van Egypte. Als antiek cultureel centrum is Alexandrië alleen vergelijkbaar met Babylon, Thebe, Athene en Rome. Ik heb weleens gelezen dat er in de inmiddels alweer vele eeuwen Arabisch sprekende havenstad nog een Griekstalige minderheid is, die een beetje neerkijkt op de parvenu’s in de staat Griekenland. Of het waar is laat ik in het midden, maar historisch bezien is Alexandrië én een stad van diverse culturen én, tussen die culturen, trots Grieks. Al zou een auteur als Appianus liever zeggen: Macedonisch.

Expositie

In Bozar, op de Kunstberg in Brussel, loopt alweer enige tijd de expositie Alexandrië, vervlogen toekomsten. De tentoonstelling is verdeeld over enkele thema’s, waarvan het eerste voorspelbaar is: Alexander de Grote. Nu heeft die meer steden gesticht. Het buitengewone succes van het Egyptische Alexandrië komt natuurlijk vooral doordat het exceptioneel gunstig lag, in het deel van de Nijldelta waar het economische en bestuurlijke zwaartepunt al was. Onderschat ook de rol van de Ptolemaïsche vorsten niet.

Lees verder “Alexandrië in Brussel”

Het Huis van de Europese Geschiedenis

Toen in de negentiende eeuw de nationale staten – ik kan het populaire anglicisme “natie-staten” niet uit mij pen krijgen – vorm kregen, moest nog aan de mensen worden uitgelegd dat ze voortaan één volk waren in één staat. Koningsdag, het volkslied, een vlag, een taal van vreemde smetten vrij, feestdagen, monumenten voor nationale helden, een gestandaardiseerde geschiedschrijving en natuurlijk ook nationale historische musea. Hoe succesvol dit programma was, blijkt wel uit het feit dat we nauwelijks meer herkennen hoe artificieel de nationale staten eigenlijk zijn.

Nieuwe perspectieven

De Dekolonisatie bracht verandering. Wilden de Europese economieën het wegvallen van de voormalige koloniën compenseren, dan moest men een grotere interne markt scheppen. Dat is dan ook gedaan. Generaties politici hebben het wegnemen van belemmeringen als prioriteit gehad. Er ontstonden supranationale instellingen, met als bekendste voorbeeld de reeks EGKS, EEG, EG en EU, die begon als orgaan voor permanent intergouvernementeel overleg en inmiddels is te beschouwen als een semidemocratische semistaat.

Lees verder “Het Huis van de Europese Geschiedenis”

Bruxelles, je t’aime

Mijn fiets in Brussel

Recht op de man kreeg ik onlangs de vraag voorgelegd: “Waarom houd je eigenlijk van Brussel?” De vraag kwam onverwacht en ik was op het verkeerde been gezet. “Omdat het een stad is”, was het eerste wat ik bromde. Dat klopt ook wel. Ik had ook kunnen antwoorden “Omdat er een Librairie Jona is”. Het stukje dat ik daarover ooit schreef, kwam uit mijn tenen. Al gaat het natuurlijk niet over Brussel.

Ik geloof dat het eigenlijke antwoord in het verlengde van de vorige alinea ligt. Brussel heeft – for better or worse – iets internationaals, meertaligs en multicultureels. Voor wie, zoals ik, woont in een stad waarin steeds meer Engels wordt gesproken door mensen die volstrekt niets interessants te melden hebben, is het een verademing te wandelen door een stad waar Frans nadrukkelijk aanwezig is. Ik weet niet of alles wat in die taal wordt gezegd interessant is, maar het is tenminste iets anders.

Lees verder “Bruxelles, je t’aime”

W.H. Auden, Musée des Beaux Arts

Museum voor Schone Kunsten, Brussel

Er zijn weinig schilders waarvan ik meer houd dan van Pieter Bruegel, over wiens Landschap met de Val van Ikaros ik al eens blogde. Het is namelijk helemaal niet van Bruegel. In een ander blogje, een van mijn favorieten, beschreef ik hoe de Berlijnse schilder Robert Seidel Bruegels Jagers in de sneeuw gebruikte voor een schitterend nieuw schilderij.

De dichter W.H. Auden verwees naar twee of drie van Bruegels schilderijen in een van zijn beroemdste gedichten, Musée des beaux arts (1938). Het gaat om de Volkstelling in Betlehem, het Landschap met de Val van Ikaros en waarschijnlijk ook De kindermoord in Betlehem. Alle drie zijn te zien in de Musea voor Schone Kunsten in Brussel. Omdat ik ook het gedicht mooi vind, wilde ik daar al jaren een kijkje gaan nemen, maar het kwam er nooit van. Tot vandaag dan.

Het was een fijn bezoek. Het lukt me nooit om in een schilderijenmuseum van meer dan drie doeken écht te genieten, en hier was het niet moeilijk te kiezen welke. Ze hangen bij elkaar in dezelfde zaal. Dus hierbij: het gedicht van Auden, met bijbehorende illustraties.

Lees verder “W.H. Auden, Musée des Beaux Arts”

Geliefd boek: Brutopia

Na de satirische roman Die Hauptstadt van de Oostenrijker Robert Menasse als geliefd boek, alweer een tijdje geleden, dit keer de Belgische schrijver Pascal Verbeken (1965) met Brutopia. De dromen van Brussel (2019).

Ik heb Pascal Verbeken (1965) ontdekt door zijn boek Arm Wallonië. Een reis door het beloofde land (2014), een knappe mengeling van citaten uit negentiende-eeuwse rapportages, bijvoorbeeld over de touwslagers van Hamme, en hedendaagse observaties. In de negentiende-eeuw was Vlaanderen een arme regio, terwijl Wallonië een welvarende, industriële samenleving was. Nu is Vlaanderen welvarend en kent Wallonië veel verpaupering. De machtsbalans tussen de beide regio’s is omgeslagen. Brutopia is het vervolg op Arm Wallonië. Het is zeker mogelijk sommige beschreven bouwwerken of buurten te bezoeken, maar het is beslist geen toeristische reisgids. Verbeken beschrijft idealisten en idealen in Brussel.

Lees verder “Geliefd boek: Brutopia”

Geliefd boek: Die Hauptstadt

Om, na het Geliefde Boek van gisteren, maar even bij Oostenrijkse schrijvers te blijven wil u wijzen op een generatiegenoot van Karl Markus Gauß: Robert Menasse. Deze Weense schrijver heeft natuurlijk nog veel meer geschreven, maar ik ken hem van twee romans: Die Vertreibung aus der Hölle en Die Hauptstadt. Daarnaast zijn er nog een aantal veelbelovende titels waar ik ooit aan toe hoop te komen, zoals de essaybundel Das Land ohne Eigenschaften.

Die Vertreibung aus der Hölle

Die Vertreibung aus der Hölle speelt voor een groot deel in zeventiende-eeuws Amsterdam en gaat over het leven van de historische figuur rabbijn Samuel Manasseh ben Israel, een Sefardische Jood die als kind met zijn ouders uit Spanje is gevlucht. Manasseh ben Israels leven wordt afgezet tegen het leven van de in 1955 in Wenen geboren Victor Abravanel, kind van Oostenrijkse Joden die in de nazitijd alle hoeken van de hel hebben gezien. Hij schrijft een proefschrift over de Amsterdamse rabbi. Ik ben er niet zo voor om de inhoud van een boek uit de doeken te doen, maar vooruit: één klein citaatje moet kunnen.

Lees verder “Geliefd boek: Die Hauptstadt”

Librairie Jona

Ik was woensdagavond in Brussel en toen ik vanaf Laken naar de binnenstad peddelde, zag ik in de Avenue de la reine Koninginnelaan ineens de Librairie Jona. Voor wie, zoals ik, Jona heet, is dat leuk, zelfs al was het een kantoorboekhandel waarvan er dertien in een dozijn gaan. Vooral tijdschriften, ook wat boeken. Ik stopte, nam mijn telefoon en maakte bovenstaande foto. De baardige man achter de counter keek door de openstaande deuren naar die vreemde snuiter op z’n stoep, vroeg waarom ik de pui van zijn winkel had gefotografeerd en barstte in lachen uit na mijn “Moi, je m’appelle Jona”.

Pas toen ik thuis kwam, realiseerde ik me dat het winkeltje tevens een gokkantoor was. Eigenlijk vond ik het wel een mooie metafoor voor de boekhandel. Anders dan de vertrouwde dingen die je bij de supermarkt haalt – de kaas en de groente zullen morgen precies hetzelfde smaken als gisteren – heb je de boeken die je koopt nog niet gelezen. Elke aanschaf in de boekhandel is een gok. Elk boek is een verrassing.

Lees verder “Librairie Jona”

Labradorstraat 26, Brussel

Brussel, Labradorstraat

Ik had er behoefte aan mijn hoofd eens even leeg te maken. En gelukkig: als de treinen rijden, ben je in een handomdraai in Antwerpen. Gisteren reden de treinen.

Ik ben van Antwerpen naar Kontich gefietst. Ik bleek een verouderd adres te hebben gehad van het Museum voor Heem- en Oudheidkunde, zodat ik voor een gesloten deur stond. Dus snel naar mijn eigenlijke doel Mechelen, waar ik nog niet zo makkelijk binnen kon komen omdat er iets aan de hand was. Na wat omleidingen bereikte ik toch het centrum, waarvan ik alleen kan zeggen dat ik het heel erg mooi vond. Zelfs de kermis, die de oude gebouwen deels aan het zicht onttrok, kon de positieve indruk niet bederven. De hoofdstraat, die Bruul heet, deed me overigens denken aan de Oosterdijk in Sneek. Vraag me ook niet waarom.

Na te zijn omgefietst via Peutie (uit de onsterfelijke reeks Aalst, Peutie, Zwevezele, Genoelseldere), ben ik nog verder omgefietst om in de noordelijke buitenwijken van Brussel te gaan kijken in de Labradorstraat.

Lees verder “Labradorstraat 26, Brussel”

Zo’n dag waarop het geluk je toelacht (1)

Belgen zijn niet twee- maar drietalig

Het Afrikamuseum in Tervuren (ten oosten van Brussel) is heropend en ik had tegenstrijdige verhalen gehoord over de wijze waarop het museum nu zou omgaan met de welbeschouwd nogal koloniale collectie en het al even koloniale gebouw. Aan de ene kant waren mensen die vonden dat een wel heel diepe buiging was gemaakt naar politiek-correct denken, aan de andere kant oordeelde een anti-racisme-werkgroep van de VN dat het museum niet ver genoeg was gegaan. Alle reden om eens een kijkje te nemen.

Het plan was daarna naar het oosten te fietsen. Met wat geluk kon ik in Tongeren nog even naar de Stonehenge-expositie of even langs bij een kennis in Hasselt, met wie ik al weken probeer een afspraak te maken en wiens nummer ik netjes in mijn telefoon had geprogrammeerd voor het geval het inderdaad mocht lukken. Alles zou staan of vallen met een vroege aankomst in Brussel. En dus stond of viel alles met een vroeg vertrek uit Amsterdam. En dus ging de wekker al om kwart voor zes en dus kocht ik slaperig – me licht ergerend aan het luide gesprek bij de kaartjesautomaat naast me – een kaartje voor mijzelf en een kaartje voor mijn fiets, checkte in, plaatste mijn fiets in het daarvoor bestemde compartiment en plofte neer in een verder lege coupé.

Lees verder “Zo’n dag waarop het geluk je toelacht (1)”