Antieke technologie in Frankfurt

Antieke technologie: reconstructie van de sfaira van Archimedes.

Zoals ik maandag al vertelde zijn er in Frankfurt momenteel enkele interessante exposities. Om te beginnen een over de samaritaanse geloofsgemeenschap in het Bibelhaus en een andere over Mithras in het Archäologische Museum. Over de eerste had ik het afgelopen maandag al; de tweede was wat anders dan de tentoonstelling in Morlanwelz, met de nadruk op de verering van de licht- en vruchtbaarheidsgod in het Rijnland en Etrurië. In het Städel Museum is momenteel een kleine expositie van negentiende-eeuwse fotografie in Italiaanse steden en tot slot wijdt het Liebieghaus een tentoonstelling aan antieke technologie.

Techniek en machines?

Ik noem het gemakshalve antieke technologie, maar de titel is “Maschinenraum der Götter. Wie unsere Zukunft erfunden wurde” en dat is natuurlijk een hype, bedoeld om bezoekers te lokken. Die maken eerst kennis met de Babylonische wiskunde en de Egyptische astronomie, met een uitstapje naar het chemische proces waarmee de Egyptenaren blauw pigment maakten.

De terugkeer van Hefaistos (Kunsthistorisches Museum, Wenen)

In de volgende zaal zijn we al in Griekenland, waar de belangstelling voor technologie zou blijken uit de liefde voor Hefaistos. Een beeldschone waterkruik illustreert de terugkeer van de ambachtsgod naar de Olympos. Ook de goden kunnen immers niet zonder technicus. Een animatie toont hoe het rad van Ixion te interpreteren valt als de epicyclus van een planeetbaan.

Er is ook aandacht voor Daidalos en voor Prometheus, die de mensen heeft geschapen. Een zegelring toont hoe hij het menselijke skelet in elkaar zette. Het is allemaal mooi en interessant maar heeft weinig te maken met de techniek zelf, laat staan met machines of onze toekomst.

In het publieksboek staat wel iets over de Griekse ambitie, te vinden in bijvoorbeeld de Ilias, om automatones te maken, maar op de expositie komt het niet uit de verf. Ik weet ook niet helemaal zeker of Ixions rad wel een epicyclus is en de verwijzing naar Werner von Brauns wielvormige ruimtestation is ronduit onzinnig.

Prometheus schroeft het skelet van de eerste mens in elkaar

Hellenisme en Romeinse Rijk

Zaal drie is gewijd aan het hellenisme en het Romeinse Rijk en nu komen we ter zake. Er is veel aandacht aan het nog niet zo lange geleden gereconstrueerde mechanisme van de Ronde Eetzaal (Cenatio Rotunda) in het Gouden Huis in Rome. Dat was een bijzondere eetzaal in het paleis van keizer Nero, die rond kon draaien onder een plafond dat de sterrenhemel weergaf. Hoog verheven boven de stad konden de dinergasten genieten van een uitzicht als waren ze goden, met de vorst als middelpunt van het universum. Een watermolen dreef het mechaniek aan. Overigens: deze reconstructie is hypothetisch. Er zijn ook archeologen die denken dat het met sterren versierde dak roteerde.

Even verderop zijn replica’s te zien van twee beelden van een jongen die speelt met een hond. De beelden zijn net even anders en er is een recente speculatie dat een reeks van deze beelden op een snel roterende draaischijf stond; wie door een kijkgat keek, zag steeds iets anders en kon de indruk krijgen dat de beelden bewogen. Althans, dat is de hypothese. De suggestie dat de ouden de bioscoop hebben uitgevonden is misleidend. Soms zijn twee beelden gewoon twee beelden.

Ik was weer wél overtuigd van de reconstructies van antieke klokken en bolvorminge sfaira (hemelglobe), afbeeldingen van de kosmos (zie foto bovenaan). Eigenlijk vroege planetaria. Archimedes zou er al een hebben gebouwd en ik wil best geloven dat er een heeft gestaan in de Toren der Winden in Athene. Die globe zou, volgens een recente hypothese, gedragen kunnen zijn door een beeld van Atlas, waarvan een stenen kopie is te zien in Napels.

De “Farnese-Atlas” uit Napels

Antikythera

Ik gebruik voortdurend woorden als “reconstructie”, “speculatie” en “hypothese”. Dat is ook het probleem met de Frankfurter tentoonstelling. Columbo zou “maybe, could be, possible” hebben gemompeld. Het is niet erg mensen met speculaties te confronteren, maar je moet daar wel duidelijk over zijn.

Duidelijk is het museum wél bij het Antikythera-mechanisme, waarover ik al eerder blogde. In prachtige animaties is te zien hoe de gevonden bronzen fragmenten samen horen, hoe ze in elkaar geschoven kunnen zijn en hoe ze functioneerden: een mechanische computer voor de planeetstanden en de vierjarige cyclus van de Griekse atletiekwedstrijden. Je ziet dus goed hoe we van fragmentjes brons komen naar een complex raderwerk.

Leuk is dat de expositie nog even verder gaat in de afdeling Middeleeuwen van het Liebieghaus. Hierin gaat het om de wetenschap in de Arabische wereld. Dat leidt tot het wonderlijke contrast van enerzijds de beeldschone romaanse Rimini-beeldengroep en anderzijds een werkend model van Ibn al-Haythams camera obscura.

Nee

Wat het betekent

Mijn voornaamste bezwaar is dat niet duidelijk wordt gemaakt waarom de technologie van roterende eetkamers en mechanische computers niet doorzette. Het wetenschappelijke inzicht en de ambachtelijke bekwaamheid waren er, de nieuwsgierigheid ook. Waarom was er geen Romeinse Stevin?

Het antwoord is vanzelfsprekend dat we een Renaissance nodig hadden waarin men redeneerde – ik laat in het midden of het terecht was – dat wetenschappelijk inzicht verloren kon gaan, waarin men het belang van kennis begreep en waarin men enthousiast kon zijn over Grote Ontdekkingen. Dus financierden de overheden het onderzoek. Anders dan in het Romeinse Rijk, waar men zichzelf heel wat vond en meende dat men genoeg wist, begreep men in de Nieuwe Tijd de waarde van kennis.

Deel dit:

4 gedachtes over “Antieke technologie in Frankfurt

  1. FrankB

    “waar men zichzelf heel wat vond”
    Dat is me een beetje te gemakkelijk, al was het maar omdat het Romeinse Rijk een heel diverse samenleving was. Dus vind ik het moeilijk te geloven dat iedereen (die het zich kon veroorloven) zich te goed achtte om nieuwe kennis te verwerven.
    Eerder houd ik het erop dat er geen stimulans was. De Republiek en het Rijk waren enorm succesvol. Het had eeuwenlang nauwelijks nieuwe technologie, dus nieuwe kennis nodig om te blijven domineren. Dus gingen intelligente, ambieuze mensen iets anders doen – in de Vierde Eeuw CE bv. een carriere in de Kerk nastreven. In andere succesvolle rijken (bv. China) zien we iets vergelijkbaars.

    “dat we een Renaissance nodig hadden”
    Niet zozeer een Renaissance – competitie. Als alle buren je concurrenten zijn levert nieuwe technologie, dus kennis voordeel op. Het is voor iemand als ik niet leuk, maar oorlog is een bewezen stimulans voor de ontwikkeling van technologie en kennis. Gelukkig is oorlog daarmee nog niet noodzakelijk.
    Dit is consistent met de evolutietheorie. Homo Sapiens heeft van een paar duizend naar acht miljard kunnen gaan door de juiste verhouding van competitie en samenwerking. En voor de verandering valt daar eens een les uit te trekken voor de hedendaagse problemen.

  2. Arjen Dijkgraaf

    Wat mij opvalt is dat die Griekse en Romeinse ingenieurs heel veel ervaring moeten hebben gehad. Zo’n Antikythera-mechanisme bouw je niet als beginneling, zo’n draaiende vloer al evenmin. Er moeten veel meer technologische voortbrengsels in omloop zijn geweest. Hoe kan het dat daar in contemporaine teksten bijna niets over is te vinden, en dat het vrijwel allemaal spoorloos verdwenen is???
    En waarom zijn de toepassingen, waarvan we wél wat weten, vrijwel allemaal tamelijk nutteloos? Die vloer is pure Spielerei en het Antikythera-mechanisme levert alleen resultaten die je ook vrij makkelijk op papyrus kunt uitrekenen. Wisten ze echt niets beters te doen met hun kennis?
    Ergens ontgaat ons iets.

  3. HansH

    Mag ik een lans breken voor de techniek van de scheepvaart tussen Alexandrië en India?

    In het aankomende nummer van The New York Review of Books, 20 april, staat een mooie recensie over drie boeken van M.A.Cobb over de handel tussen Egypte en India en de financiële gegevens van de winstgevendheid op basis van de Muziris Papyrus.

    Als het om Antikythera gaat dan heb ik met veel plezier het hoofdstuk hierover gelezen bij: Adrienne Mayor, The poison King, the life and legend of Mithadates. Princeton, 2010.

    Ook bespreekt zij de technische vraag hoe Mithradates in 88 v. Chr. de grote aanslag op de Romeinen heeft georganiseerd.

  4. Huibert Schijf

    Tussen 1 september 2011 en 15 januari 2012 was er in het Valkhof (later in het Museon) een tentoonstelling Techniek in de oudheid. Daarbij hoort een fraai geïllustreerde Nederlandstalige catalogus. Er zijn ook verhelderende bouwtekening opgenomen. De schrijfster is Bigritte Cech die het boek in het Duits heeft geschreven e gepubliceerd.

Reacties zijn gesloten.