Nogmaals Judas

Judas, Brutus en Cassius in de muil van de duivel (Baptisterium van Florence)

Een tijdje geleden blogde ik over Judas Iskariot, over wie ik concludeerde dat we er eigenlijk maar weinig over weten. De bronnen vertellen dat hij Jezus uitleverde en sommige noemen hebzucht als motief. We moeten het daarmee doen. Nog even wat kanttekeningen.

1.

Ik had iets over het hoofd gezien. In Marcus 14 en Johannes 12 zalft een vrouw Jezus met kostbare olie.

Marcus 14.4-5: Sommige aanwezigen zeiden geërgerd tegen elkaar: “Waar is deze verkwisting goed voor? Die olie had immers voor meer dan driehonderd denarie verkocht kunnen worden, en dat geld hadden we aan de armen kunnen geven.” Ze voeren tegen haar uit.

Johannes 12.4-6: Judas Iskariot, een van de leerlingen, degene die hem zou uitleveren, vroeg: “Waarom is die olie niet voor driehonderd denarie verkocht om het geld aan de armen te geven?” Dat zei hij niet omdat hij zich om de armen bekommerde. Hij was een dief: hij beheerde de kas en stal eruit.

Lees verder “Nogmaals Judas”

Domitianus en de Openbaring van Johannes

Domitianus (Musée Grand Curtius, Luik)

In zijn beroemde roman De kellner en de levenden laat Simon Vestdijk twaalf mensen aanwezig zijn bij iets dat verdraaid veel lijkt op het Laatste Oordeel. Het geestige is dat de verhoudingen zijn omgekeerd: de mensen moeten oordelen over de schepper. Het boek, dat ik u aanraad, wemelt van de verwijzingen naar de Openbaring van Johannes, het laatste boek van het Nieuwe Testament. Vestdijk is maar één van de vele auteurs die aan die tekst inspiratie ontleenden.

De Openbaring van Johannes heeft niet alleen gediend als inspiratie. Er gaat invloed van uit. De door Johannes van Patmos beschreven ideeën over een rampzalig einde der tijden hebben eeuwenlang structuur gegeven aan ons denken. Zonder de urgentie van de klimaatproblematiek te willen ontkennen: de wijze waarop ze wordt gepresenteerd, als een eindtijd die met het juiste gedrag valt te overleven, is gevormd door de Openbaring van Johannes.

Lees verder “Domitianus en de Openbaring van Johannes”

Hollands joden en christenen (3)

Bethanië, waar Johannes de Doper Jezus zou hebben gedoopt

Het einde der tijden

Wat was het vroegste christendom wél? In elk geval speelde een rol dat de gelovigen meenden te leven in de Eindtijd. De kernboodschap van Jezus’ mentor Johannes de Doper was dat de Dag des Oordeels nabij was en dat niemand gered zou worden, tenzij hij tot inkeer was gekomen én zijn rituele reinheid had hersteld door middel van onderdompeling in een rivier. Dat herstel van de rituele reinheid is significant: het duidt op de verwachting van een zeer nabij einde. (Als het einde op een onbepaald moment in de verre toekomst zou zijn, heeft een voorbereiding als deze immers niet zoveel zin.) Jezus nam deze boodschap over. Dale Allison noemt in Constructing Jesus (2010) eenendertig verschillende uitspraken in de canonieke evangeliën en een tweeëndertigste in Thomas. Elk op zich kan niet-Jezus-echt zijn maar cumulatief is dit overdonderend bewijs dat de messias, de Twaalf, de apostelen en de leerlingen naar Jeruzalem kwamen met de verwachting van een grote ommekeer.

Ook Paulus verwachtte het einde, net als zijn leerlingen en andere vroege gelovigen. In de Tweede Brief van Petrus horen we de spottende verwijten die ze te horen kregen. “Nou, waar blijft ’ie? Hij had toch beloofd terug te komen?”

Lees verder “Hollands joden en christenen (3)”

Hollands joden en christenen (2)

De sarcofaag van de gemartelde Makkabeeënbroers (St Andreas, Keulen)

Farizeïsme

Ik legde al uit dat Tom Holland (a) het christendom origineler en onjoodser presenteerde dan het feitelijk was als hij stelt dat een godgeworden mens iets nieuws was en dat hij (b) het jodendom ten onrechte reduceert tot boekengeloof. Zijn christelijke visie op het jodendom hindert hem vaker. Hij schrijft bijvoorbeeld dat de bepalingen in de Wet van Mozes over de priesterlijke reinheid niet alleen golden voor de priesters maar voor alle kinderen van Israël. Dit is farizeïsme en daarom een voorloper van het rabbijnse jodendom, maar mag niet worden gegeneraliseerd. In elk geval Jezus’ halachische opvattingen wijken hier sterk van af en Paulus zou zich er weinig van aantrekken. Het christendom is niet ontstaan omdat de gelovigen braken met de Wet van Mozes, maar omdat ze (net als veel andere joden) de farizese innovatie afwezen.

Holland noemt de Wet famously strict, wat perfect aansluit bij de aloude christelijke framing van het jodendom, namelijk dat de Wet iets was wat moest worden overwonnen, terzijde geschoven en vervangen door een liefdesgebod. Een historicus kan deze christelijke polemiek tegen het jodendom vanzelfsprekend niet zomaar overnemen als historisch feit. Dat zou naïef positivisme zijn.

Lees verder “Hollands joden en christenen (2)”