De hellenistische steden

De hoofdstraat van Apameia

Zoals zoveel zaken in de hellenistische tijd, was de gewoonte steden te stichten een voortzetting van een eerdere praktijk. De vader van Alexander de Grote, Filippos, was de stichter van Filippoi, terwijl drie Fenicische moedersteden Tripoli hadden gesticht. Dit zijn geen koloniën – sowieso een lastig begrip – want Filippoi en Tripoli verrezen niet overzee. Het waren volksplantingen in eigen land.

Het was, zoals zo vaak, Alexander die radicaliseerde. Het lijstje begint met Iskenderun in Turkije, Alexandrië in Egypte en Edessa in Turkije. In Afghanistan liggen Alexandrië in Arië (Herat), Proftasia, Alexandrië in Arachosië (Kandahar) en Alexandrië in de Kaukasos (Begram bij Kabul). Alexandrië aan de Oxos is identiek aan Kampyr Tepe in Oezbekstian. Het Verste Alexandrië is vermoedelijk Khojand. Nikopolis, Boukefala en Alexandrië aan de Akesines (Uch) liggen in de Punjab. Er lijken stadstichtingen te zijn geweest rond Karachi. Charax ligt in zuidelijk Irak. We ronden af met Alexandrië in de Troas in Turkije en Alexandrië in Margiana (Gyaur Kala in Turkemistan). Dit waren compleet nieuwe steden of sterk vergrote oudere dorpen.

Lees verder “De hellenistische steden”

Een Kybele uit Afghanistan

Kybele (Nationaal Museum van Afghanistan, Kaboel)

Hé, dat is grappig: ik heb nog nooit geblogd over de bovenstaande schijf. Terwijl die heel beroemd is. Hij is gevonden in Ai Khanum in het noordoosten van Afghanistan. De stad is lang geïdentificeerd geweest als het antieke Alexandrië-aan-de-Oxos, totdat Kampyr Tepe een betere kandidaat bleek te zijn. Ai Khanum is ook vaak getypeerd als een Griekse stad, maar het is beter te spreken van een Baktrische stad met een hellenistisch bestuurlijk centrum. De bewoners konden er diverse rollen aannemen: nu eens Baktrisch, dan weer Grieks.

Met voorwerpen als de zilveren schijf hierboven en deze deze inscriptie is het echter wel logisch dat je denkt aan een Griekse stad. Dit edelsmeedwerk, vervaardigd in de tweede eeuw v.Chr., sluit aan bij tradities uit het verre westen. Hoewel…

Lees verder “Een Kybele uit Afghanistan”

Levenswijsheden

Klearchos’ insciptie in Ai Khanum

Ergens in de eerste helft van de derde eeuw v.Chr. arriveerde in Delfi een reiziger die, zoals in een orakel gebruikelijk was, advies kwam vragen van de godheid. De man stelde zich voor als Klearchos en trok de aandacht, want hij sprak een wat ouderwets soort Grieks. Hij kwam uit Baktrië, zei hij, op de uiterste oostelijke grens van de bekende wereld. En zijn stad, waarvan we de antieke naam niet weten, had hem gezonden om Apollo te vragen wat volgens hem het beste was voor de stad.

Stel je het gesprek onder het tempelpersoneel voor! De orakelpriesteres, de pythia, zou in trance wel wat klanken stamelen, dat was het probleem niet, en er viel altijd wel een gedichtje van te brouwen, maar wat adviseerde je in vredesnaam aan iemand die iets van 5500 kilometer had gereisd en afkomstig was uit een stad waarvan ze in Delfi totaal niet wisten wat er speelde? Moesten ze waarschuwen voor de Saken die daar in de buurt woonden? Of waren dat nu net de vrienden van de Baktriërs? Uiteindelijk zal een van de aanwezigen hebben geopperd om maar wat oude maximen mee te geven.

Lees verder “Levenswijsheden”

Waarom klassieken? (1)

In deze beroemde, in Aï Khanum gevonden inscriptie vertelt een zekere Klearchos naar Delfi te zijn gegaan om daar de uitspraken van de wijzen van weleer over te schrijven: “Als kind, wees geordend; als jongeman, wees rustig; als volwassene, wees rechtvaardig; als oudere, wees wijs; als stervende, wees zonder zorg.”

Voor de Grieken was het verleden normatief. De Ilias bevat een scène waarin de held Achilleus zichzelf vrolijk probeert te stemmen door op een lier “de roemruchte daden van de helden te bezingen”, volgens Herodotos waren in het verleden “de fatsoensnormen vastgelegd” en een revolutionair die de maatschappelijke status quo wilde veranderen, beriep zich op voorvaderlijke gewoonten. Bewondering voor het verleden was zó vertrouwd dat men het zich nauwelijks bewust was.

Dit begon te veranderen toen Alexander de Grote het Nabije Oosten onderwierp en de voorwaarden schiep waaronder de Griekse cultuur zich kon verspreiden tot in Egypte en Afghanistan. Voor zover in de jaren na de verovering ergens orde heerste, werd die gegarandeerd door de duizenden veteranen die Alexander had achtergelaten in steden als Iskenderun, Alexandrië, Kandahar en Kampyr Tepe. Daar kwamen Macedoniërs, Grieken, Perzen en andere volken op een tot dan toe ongekende schaal met elkaar in contact, en hoewel de Griekssprekenden een duidelijk herkenbare elite vormden, moesten ze samenwerken met de onderworpen volken. In die wereld, waarin traditionele vormen van gezag waren geërodeerd, begonnen Alexanders generaals – als het ware van onderaf – nieuwe rijken op te bouwen, waarbij ze steunden op hun landgenoten.

Lees verder “Waarom klassieken? (1)”

Baktrië en Afghanistan

Kampyr Tepe, zuidelijke stadspoort

Er was – en in zekere zin: is – een zekere urgentie achter Into the Land of Bones, waarin de Amerikaanse oudhistoricus Frank Holt de campagnes behandelde van Alexander de Grote in Baktrië (noord-Afghanistan en zuid-Oezbekistan) en in Sogdië (de rest van Oezbekistan). Die urgentie had alles met zijn Amerikaanse achtergrond te maken: de Amerikanen waren op het moment waarop het boek verscheen, 2005, militair aanwezig in Afghanistan en hoewel ze vochten met “ervaring, toewijding, eer, en moed” hadden ze “de geschiedenis simpelweg niet aan hun kant”.

Holt wilde zijn landgenoten waarschuwen. Met recht en reden. Oorlog in Centraal-Azië is één van de weinige punten waar de oude geschiedenis lessen biedt voor onze eigen tijd.

Lees verder “Baktrië en Afghanistan”