Kybele in de Grieks-Romeinse wereld

Een Romeinse Kybele (Museum Carnuntinum, Petronell)

De cultus van de moedergodin was, zoals ik in het vorige stukje schreef, in Anatolië eeuwenoud en de naam Kybele kwam uit het oosten van die regio. De Frygiërs, die in de IJzertijd Anatolië waren binnengetrokken en zich in het westen van Anatolië hadden gevestigd, namen de cultus over. Zo bezien is het grappig dat de Griekse en Romeinse auteurs de cultus van Kybele typeren als Frygisch. Frygië was echter alleen een halteplaats bij de verspreiding van de cultus naar het westen. Een andere halteplaats kan de Lydische hoofdstad Sardes zijn geweest, waar een tempel stond voor Kubaba.

Griekse godin

De Grieken meenden dat de Anatolische geboortegodin dezelfde was als hun eigen Rhea, de moeder van de Olympische goden en godinnen Hestia, Demeter, Hera, Hades, Poseidon en Zeus. Deze gelijkstelling vergemakkelijkte de verspreiding van de cultus, die al in de zesde eeuw v.Chr. bekend was in Lokroi in Zuid-Italië. De Grieken waren geïntrigeerd door de extatische riten van “de grote moeder van de goden”, maar Kybele werd nooit deel van de gewone Griekse mythische wereld.

Lees verder “Kybele in de Grieks-Romeinse wereld”

Exorcisme

Genezing van een blinde (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

Ooit dineerde ik in Griekenland bij een familie thuis en toen het tijd werd af te ruimen, nam ik het tafellaken om het vanaf het balkon uit te kloppen. Mijn gastvrouw kwam ietwat lacherig op me af: “Dat hoeft niet, kruimels in de tuin trekken boze geesten aan”. Het was mijn eerste kennismaking met het Mediterrane volksgeloof in geesten. Een geloof dat ook in de oude wereld is gedocumenteerd. Bisschop Synesios van Kyrene, een heel geleerd en rationeel man, was er zeker van dat een moordenaar zich het beste kon aangeven om zich te laten executeren, opdat zijn geest niet zou blijven rondspoken. Ik neem zonder bewijs aan dat het geloof in geesten sinds de Oudheid via de Middeleeuwen en Nieuwe Tijd continu aanwezig is geweest.

Alledaags antiek exorcisme

Dat ook Jezus boze geesten uitdreef, lijkt me een feit. Wat daarbij de empirische werkelijkheid is geweest, is niet belangrijk. Ik wil u best wel trakteren op wat obligaat gegemeenplaats over dat geesten niet bestaan en dat mensen met een geestelijke ziekte wellicht rust vonden bij Jezus’ charismatische persoonlijkheid, en wie weet is dat waar, maar aangezien de betrokkenen al een millennium of twee dood zijn, is het opstellen van een medische status nogal lastig. Ik laat die vraag, even onbeantwoordbaar als oninteressant, verder onbesproken. Wat te weten valt, is alleen dat zijn tijdgenoten dachten dat Jezus geesten kon uitdrijven.

Lees verder “Exorcisme”

De Romeinse stad Kyrene

De Benedenstad van Kyrene

[Laatste deel van een korte geschiedenis van Kyrene, een zeer belangrijke Griekse stad in het huidige Libië. Het eerste deel was hier.]

Na de ondergang van Ofellas stuurde Ptolemaios, inmiddels koning van Egypte, generaal Magas om de Pentapolis te besturen. Die voer zijn eigen koers: toen Ptolemaios door Ptolemaios II was opgevolgd, brak oorlog uit met de Seleukidische koning Antiochos I, en Magas koos partij voor de laatstgenoemde. Het voortaan onafhankelijke Kyrene was machtig genoeg om te worden genoemd in een van de edicten die keizer Asoka in India in de rotsen liet houwen.

Magas stierf rond 250 v.Chr. De halve eeuw van zijn regering was een bloeitijd geweest. Enkele bekende burgers waren de dichter Kallimachos, de hedonistische filosofen van de Cyreense School (waaronder Theodoros de Atheïst) en vooral Eratosthenes. Deze wist als eerste een redelijke schatting te geven van de omtrek van de aarde: 43.500 kilometer, volgens hem. wat minder dan 9% verkeerd is.

Lees verder “De Romeinse stad Kyrene”

Klassieke literatuur (11): briefliteratuur

Brief van een in Italië gestationeerde vlootsoldaat aan zijn familie in Filadelfia (Egypte). Let op de tekst in de marge: schrijfmateriaal was kostbaar. (Neues Museum, Berlijn)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven, zoals deze. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur bestaat zo’n boek helaas niet. Vandaag behandel ik de briefliteratuur.]

Een brief was in de Oudheid nooit zomaar een brief. Je ziet het aan de aanhef van de oudste exemplaren, kleitabletten die beginnen met iets als “Tot de koning van X, spreek:”. Dat was de instructie die de briefschrijver bedoelde voor degene die het document zou voorlezen. In een tijd waarin vrijwel iedereen ongeletterd was, veronderstelde een brief dus niet alleen een afzender en een ontvanger, maar ook een voorlezer en een klerk. Die laatste was er zelfs als de afzender geletterd was. Iemand van stand bevuilde zich niet en liet het aan anderen over inktvingers te krijgen. Zelfs als het epistel was verzegeld, waren dus allerlei mensen van de inhoud op de hoogte. Alle reden om verzorgd te schrijven. Zo ontstond de briefliteratuur.

Lees verder “Klassieke literatuur (11): briefliteratuur”

Synesios

dans

Als er één classicus is van wie ik had verwacht dat hij nooit vroegchristelijke poëzie zou vertalen, dan is het Piet Gerbrandy, de auteur van het door mij bewonderde boek Het feest van Saturnus. In de inleiding tot dit overzicht van de Latijnse literatuur vraagt Gerbrandy zich af wat van dat onderwerp de grenzen zijn: wat rechtvaardigt dat de auteur van een Latijnse literatuurgeschiedenis stopt in de zesde eeuw na Chr.? Is er niet méér Latijn geschreven ná de Oudheid dan in het Romeinse Rijk? Gerbrandy antwoordt hierop dat de Romeinse literatuur heidens van karakter is. De latere Latijnse teksten, zo schrijft hij, hebben meer raakvlakken met middeleeuwse theologen dan met klassieke auteurs als Lucretius, Horatius en Tacitus. Gerbrandy noemt ook een persoonlijk argument: hij voelt zich bij die heidense auteurs meer op zijn gemak. Godsdienst is een “interessant maar bedenkelijk atavisme”.

Hij staat hiermee in de beste humanistische traditie en ik neem aan dat hij over de Griekse literatuur hetzelfde zou betogen: “geef mij maar de schrijvers uit de klassieke, hellenistische en Romeinse tijd, een ander mag schrijven over de Byzantijnse literatuur of de kerkvaders”. Vandaar dat het me verbaasde dat Gerbrandy onlangs een mooi boekje publiceerde met zijn vertaling van negen christelijke hymnen van de Griekse auteur Synesios van Kyrene, Dans die het heelal omkranst.

Lees verder “Synesios”

Synesios (5): Bisschop

Kerk in Ptolemais (vermoedelijk te jong om die van Synesios te kunnen zijn)

[Dit is de laatste van vijf blogposts over Synesios van Kyrene. De eerste is hier.]

Wie alleen de brieven en preken zou kennen die Synesios, de onwillige bisschop van Ptolemais, schreef na zijn aanvaarding van het kerkelijke ambt, zou niet op het idee komen dat de auteur in zijn hart een heidense filosoof was. Zijn preken bevatten geen doctrinaire vergissingen of onorthodoxe beweringen. Ze zijn hooguit wat ongebruikelijk van opbouw. In een Paaspreek (Homilie 1) waarschuwt hij de gelovigen dat ze zich, nu de Vasten voorbij is, niet plotseling moeten overgeven aan excessief eten en dronkenschap, aangezien “dat het tegen de rede zou indruisen”. Er volgen nog wat bijbelse bewijsplaatsen, maar die wekken vooral de indruk van een gedachte-achteraf.

Lees verder “Synesios (5): Bisschop”

Synesios (4): Crisis

Een kerk of een tempel? De grens was rond 400 vloeiend. Mozaïek uit Qasr Libya.

[Dit is de vierde van vijf blogposts over Synesios van Kyrene. De eerste is hier.]

Aan deze jaren van oorlogsdreiging, gezinsgeluk en literaire activiteit kwam rond 409 een einde toen Theofilos Synesios uitnodigde bisschop te worden. Het is onduidelijk wat de patriarch van Alexandrië ertoe bracht deze niet bepaald overdreven vurige christen aan te stellen als bisschop. Zeker, het bisschopsambt vergde geen buitengewone spirituele gaven, maar dat wil niet zeggen dat iemand als Synesios een voor de hand liggende keuze was. De priesters en diakens moeten zich gepasseerd hebben gevoeld, en de gelovigen zullen verbaasd zijn geweest, want het was publiek geheim dat de kerkdrempels niet sleten van Synesios’ frequente bezoek.

Lees verder “Synesios (4): Crisis”

Synesios (3): Huwelijk

Een laat-antieke dame van stand (Qasr Libya, niet ver van Kyrene)

[Dit is de derde van vijf blogposts over Synesios van Kyrene. De eerste is hier.]

Synesios keerde nu terug naar Afrika. In de winter van 400/401 was hij in Alexandrië, waar hij een christelijke dame ontmoette, met wie hij na een korte verloving trouwde. Hoe zij heette, is onbekend: in zijn brieven heet ze gewoon “mijn vrouw”. Dat hij zich, om met haar te mogen trouwen, bekeerde tot het christendom, vermeldt hij nergens, maar is aannemelijk. Het huwelijk werd namelijk ingezegend door Theofilos, de patriarch van Alexandrië, die er de man niet naar was een huwelijk te sluiten dat niet voldeed aan alle christelijke regels. Synesios zal zich dus hebben laten dopen, al is ook denkbaar dat hij altijd christen is geweest maar er niets mee deed.

Lees verder “Synesios (3): Huwelijk”

Synesios (2): Constantinopel

Arcadius (Archeologisch Museum, Istanbul)

[Dit is de tweede van vijf blogposts over Synesios van Kyrene. De eerste is hier.]

In 397 bracht Synesios in Constantinopel een bezoek aan keizer Arcadius, om deze een gouden kroon ten geschenke te geven. De man uit Kyrene maakte van de gelegenheid gebruik een petitie aan te bieden waarin hij vroeg om lagere belastingen voor zijn geboortestad, die te lijden had van barbaarse invallen.

Lees verder “Synesios (2): Constantinopel”

Synesios (1): Jeugd

Dit is niet Synesios, maar een eind-vierde-eeuws portret uit de Glyptothek in München. Synesios zou kaal worden, maar kan er als jonge man zo hebben uitgezien.

Hij was filosoof, maar van zijn ideeën weten we weinig. Hij was bisschop, maar niet uit overtuiging. Hij was echtgenoot, maar noemt nergens de naam van zijn vrouw. Hij was diplomaat, krijger, reiziger, instrumentbouwer en sofist. Hij liet drie toespraken, zes essays, tien hymnen, twee preken en 159 brieven na, maar wordt nauwelijks gelezen. Hij heette Synesios en kwam uit Kyrene. Dit is de eerste aflevering van een reeks van vijf blogposts over een man over wie ik nog eens een boek wil schrijven.


Synesios moet zijn geboren rond 371, tijdens de regering van keizer Valens. Zijn geboortestad was Kyrene, een op dat moment precies duizend jaar oude Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Het gebied was spreekwoordelijk vruchtbaar en Synesios’ familie had daarvan geprofiteerd. In de vierde eeuw behoorde ze tot de rijkste van de stad en ze beweerde af te stammen van een van de oorspronkelijke Dorische kolonisten. Hoewel we ons mogen afvragen of Synesios zijn stamboom werkelijk vijftig generaties kon terugvoeren, bewijst de claim dat hij buitengewoon bemiddeld was – alleen de allerrijksten konden een Ahnengalerie van een millennium claimen.

Lees verder “Synesios (1): Jeugd”