De Galaten

De Stervende Galliër (eigenlijk een van de Galaten) (Capitolijnse Musea, Rome)

Zoals ik al heb aangegeven, zit het hoofdstuk over het hellenisme in het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, aanzienlijk beter in elkaar dan het hoofdstuk over het klassieke Griekenland. Het hoofdstuk illustreert bovendien leuk hoe lastig het is een handboek te schrijven. Ik licht er een punt uit waar de auteurs alleen maar in de problemen konden raken: de invasie van de Galaten. De Blois en Van der Spek vertellen dat de Macedoniërs in de derde eeuw v.Chr. nogal wat te stellen hadden met

agressieve volkeren uit het noorden. Tegen een van die volkeren waren ze niet bestand: de Galaten, een Keltische stam, die in 279 dwars door Macedonië naar Midden-Griekenland doordrong tot bij Delfi, een jaar later overstak naar Klein-Azië en daar de Seleukiden en Attaliden tot zware militaire acties dwong. Uiteindelijk vestigden zij zich blijvend in het midden van Klein-Azië (Galatië).

U leest over die zware militaire acties hier meer.

Lees verder “De Galaten”

De Stervende Galliër

De Stervende Galliër (eigenlijk een Galaat) (Capitolijnse Musea, Rome)

Zo rond het midden van het eerste millennium v.Chr. ontstond in het gebied van Lotharingen, Elzas, het Zwarte Woud en Beieren een nieuwe archeologische cultuur: La Tène. We mogen deze mensen gelijkstellen aan de Kelten, al moeten we daarbij aantekenen dat de betekenis van de term niet precies vastlag. De Keltische stammen en staten hebben zichzelf nooit beschouwd als één Keltisch volk, terwijl de Grieken en Romeinen allerlei volken die niet behoorden tot de La Tène-cultuur en die ook geen Keltische taal spraken, aanduidden als Kelten. Vaak was de term synoniem met “barbaar”.

De vierde eeuw was de tijd van de Keltische migraties: Gallische Kelten vielen Italië binnen en meer oostelijk levende stammen trokken langs de Donau naar het Balkanschiereiland. In de eerste weken van 279 bezetten zulke groepen het noordwesten van het huidige Bulgarije, van waaruit ze de Thracische stammen bedreigden. Die vroegen hulp bij de pas aangetreden koning van Macedonië, Ptolemaios Keraunos, maar deze weigerde: hij hoopte dat de Thraciërs, die het zijn voorganger Lysimachos knap lastig hadden gemaakt, verzwakt zouden raken. Dit was een blunder, maar toen Ptolemaios dat inzag, was het te laat.

Lees verder “De Stervende Galliër”