Vragen rond de jaarwisseling (6)

Een van de vragen ging over stijgbeugels. Het klassieke antwoord van Winckelmann: “Steigbügel der Alten”

Stuur uw vragen maar in, schreef ik, en wie weet of ik ze beantwoorden kan rond oud en nieuw. Eerdere afleveringen hier, hier, hier, hier en hier.

27. Vraag via Twitter: Waarom gebruikten de Romeinen lood in hun waterbuizen terwijl ze wisten van het gevaar voor gezondheid?

Voor zover ik weet wisten ze niets over het gevaar van loodvergiftiging. Dus het antwoord op de vraag is: onwetendheid.

Lees verder “Vragen rond de jaarwisseling (6)”

Het misverstand Receptiegeschiedenis

Al ontleende de architect van de Brandenburger Tor inspiratie aan de Propyleeën op de Atheense akropolis, het gebouw vertelt echt meer over Pruisen dan over de klassieke Oudheid..

Ik heb nog nooit geblogd over receptiegeschiedenis en dat moet toch eens gebeuren. Eerst een herinnering uit mijn studietijd aan de Amsterdamse Vrije Universiteit. We hadden een vak “Nachleben”: zeg maar de Oudheid na de Oudheid. Gastdocenten vertelden over pakweg de Pléiade of Leopolds Cheops. Er is niets mis met die poëtische onderwerpen, laat dat vooropstaan. Maar hoe mensen na de Oudheid omgingen met de Oudheid is iets anders dan de Oudheid.

Receptiegeschiedenis in het onderwijs

Er was geen reden om dit aan te bieden aan studenten die hadden gekozen voor een oudheidkundige studie. Een student mag, nee moet, natuurlijk iets weten over de ontwikkeling van het vakgebied en over de wijze waarop mensen naar dat vakgebied kijken. Daarvoor zijn colleges wetenschapsleer en historiografie. De Nachleben-reeks bood simpelweg de verkeerde stof.

Lees verder “Het misverstand Receptiegeschiedenis”

Wat is prosopografie?

Varus (Römisch-Germanisches Zentralmuseum, Mainz)

“Prosopografie” is een wat vage term. Of beter, er is wel een definitie, maar oudheidkundigen wijken daar iets van af. De gangbare definitie is dat het gaat om de gedeelde kenmerken van een afgebakende groep mensen, bijvoorbeeld de Zeeuwse middenklasse, de journalisten uit Hasselt, de geestelijke stand in Fryslân of de Antwerpse boekdrukkers in de zestiende eeuw. De prosopograaf brengt daarbij tevens hun loopbanen in kaart, want daarin zijn niet zelden patronen te herkennen.

In de oudheidkundige praktijk is “prosopografie” daarom vooral dit loopbaanonderzoek. Het is niet de enige keer dat het jargon een tikje afwijkt van wat gangbaar is. Oudhistorici bedoelen bijvoorbeeld met “comparatisme” niet het vergelijkend-oorzakelijk verklaringsmodel maar etnografische parallellen. Dat geconstateerd zijnde, de resultaten van oudheidkundig loopbaanonderzoek zijn leuk genoeg.

Lees verder “Wat is prosopografie?”

M08 | Intermezzo: Bronkritiek

[Een intermezzo over bronkritiek in deze zestiendelige reeks rond Chanoeka; het eerste blogje was hier.]

Zoals de lezer van deze reeks heeft begrepen, spreken de bronnen elkaar voortdurend tegen. Dat mag frustrerend zijn, maar het is in feite een voordeel. We gaan dan immers nadenken over de vraag welke bron de beste is. Waren Judas’ eerste tegenstanders afkomstig uit Samaria of uit Mysië? Wonnen of verloren ze? Heette Judas’ tweede tegenstander Seron of Geron? Of, minder triviaal: is de volgorde van de gebeurtenissen uit het Eerste of uit het Tweede Makkabeeënboek de juiste? Bij deze voorbeelden is het onmogelijk dat beide bronnen correct zijn. Minstens één bevat onjuiste informatie en wellicht allebei.

Bronkritiek

Omdat we zijn gedwongen te kiezen, zullen we de kwaliteit van de geboden informatie moeten evalueren. Dit heet bronkritiek.

Lees verder “M08 | Intermezzo: Bronkritiek”

Cuijk: de weg is weg (2)

Het zoekgebied rond Cuijk

[Ten oosten van Cuijk moet in de Romeinse tijd een weg hebben gelegen die de brug over de Maas verbond met de forten aan de Rijngrens. Alleen: er is niets van die weg teruggevonden, en dat terwijl de omstandigheden voor het archeologisch onderzoek ideaal waren. Mijn goede vriend Richard Kroes, die ooit betrokken was bij het archeologisch onderzoek te plekke, licht toe. Het eerste deel was hier.]

Een brug zijnde een brug viel aan te nemen dat de weg die aan de kant van Cuijk aansloot op de brug, aan de andere kant verder zou gaan. Meer specifiek: naar de grensroute tussen het Romeinse fort Xanten naar Nijmegen. Je zou een weg hebben verwacht die vanaf de oostelijke Maasoever naar een van deze steden liep. Of twee wegen, in allebei de richtingen. Of naar een van de forten tussen Xanten en Nijmegen, zoals Altkalkar of Qualburg.

Lees verder “Cuijk: de weg is weg (2)”

Cuijk: de weg is weg (1)

Maquette van de brug bij Cuijk (Museum Ceuclum, Cuijk)

[Ten oosten van Cuijk moet in de Romeinse tijd een weg hebben gelegen die de brug over de Maas verbond met de forten aan de Rijngrens. Alleen: er is niets van die weg teruggevonden, en dat terwijl de omstandigheden voor het archeologisch onderzoek ideaal waren. Mijn goede vriend Richard Kroes, die ooit betrokken was bij het archeologisch onderzoek te plekke, licht toe.]

Archeologen bestuderen het verleden aan de hand van wat we materiële cultuur noemen. Dat behelst niet veel meer dan dat u uw thee drinkt uit een kopje met een oor eraan, terwijl uw Marokkaanse buurvrouw haar thee drinkt uit een hoog glaasje met veel goud- of zilverglitter erop. Archeologen bestuderen dus de gebruiksvoorwerpen die mensen maken, van theekopjes tot gemeentehuizen, van havens tot peddels. Gebruiksvoorwerpen raken doorgaans geconcentreerd op plekken waar mensen langere tijd verblijven. En uiteindelijk komt een theekopje – meestal kapot – tussen het afval terecht, een peddel zinkt af in de haven, de haven verzilt en het gemeentehuis verkrot, of wordt koninklijk paleis.

Lees verder “Cuijk: de weg is weg (1)”

Een nieuwe techniek, nieuw soort inzicht

Een loodbaar van het Negentiende Legioen (Westfälisches Römermuseum, Haltern)

Een fraai bericht, nog helemaal waar ook, en het gaat over de zogeheten metallurgische vingerafdruk. Maar eerst even recapituleren: de oudheidkundige disciplines delen het probleem van de dataschaarste, waaruit volgt dat de wetenschappelijke vernieuwing minder zit in nieuwe ontdekkingen (al zijn die er natuurlijk wel) dan in nieuwe technieken en methoden. Dat geeft het vak zijn eigen karakter. En nu is er een nieuwe techniek. Of beter, een nieuwe toepassing van een bestaande techniek.

Metallurgische vingerafdruk

Met spectroscopie – welbeschouwd een verzameling technieken – kunnen analisten vaststellen uit welke chemische bestanddelen een monster is samengesteld. Dat gebeurt al jaren. Ik heb weleens verteld dat het lood van de Tongerse loodbaar afkomstig moet zijn uit het Taunus- of het Eifelgebergte. Er zitten sporen in van andere metalen en het spectrum is specifiek voor een bepaalde regio. Een metallurgische vingerafdruk.

Lees verder “Een nieuwe techniek, nieuw soort inzicht”

Archaic survivals

Beeld van een baby uit Bustan-esh Sheikh (Nationaal Museum, Beiroet)

Een halve eeuw geleden was er in Apeldoorn een buurt, niet ver van paleis Het Loo, met een actief buurtcomité dat Koninginnedag vierde in de zomer. Je zou 30 april hebben verwacht, de verjaardag van koningin Juliana, maar men gaf de voorkeur aan 31 augustus. De verklaring is niet moeilijk: men vierde nog de verjaardag van Juliana’s moeder Wilhelmina, die haar laatste levensdagen had gesleten in Het Loo.

Dat je vasthoudt aan een oude gewoonte, terwijl de rest van de wereld iets anders doet, staat wel bekend als een archaic survival. Ik meen dat de eerste die erover heeft nagedacht, de Napolitaanse geleerde Giambattista Vico (1668-1744) is geweest, die er dan een meer welluidende Italiaanse naam aan zal hebben gegeven, maar die ken ik niet. Het is in elk geval een handig concept om in te roepen als je wordt geconfronteerd met een curieus gebruik. Misschien iets té handig, maar daarover straks meer.

Lees verder “Archaic survivals”

De Wet van Zipf

Als je een taal wilt leren, zou het dan niet het makkelijkst zijn om eerst de honderd meest voorkomende woorden te leren?  Het lijkt logisch, maar daarin kun je je behoorlijk vergissen. Deze woorden hebben namelijk vaak op zich weinig betekenis. In het Nederlands vinden we hier lidwoorden, voorzetsels, voegwoorden (zoals ‘en’), en vormen van het werkwoord ‘zijn’.

De website SUBTLEX heeft de meest gebruikte woorden uit Nederlandse filmondertitels onderzocht. Nu is er een verschil tussen woorden en lemmata. De woorden ‘is’ en ’ben’ zijn beide vormen van het lemma ‘zijn’. Alle vormen van een lemma staan in deze lijst apart opgesomd. Het eerste zelfstandig naamwoord vinden we op plaats 102 en is ‘man’.

Lees verder “De Wet van Zipf”

Archeomagnetisme, of: de Bijbel misbruikt

Beth Shean

Intrigerend bericht, onlangs, dat het mogelijk was gebleken het verloop van antieke veldtochten te reconstrueren door middel van archeomagnetisme. Dat is een dure manier om te zeggen dat sommige archeologische resten aanwijzingen bieden voor wat ooit de richting en sterkte van het aardmagnetisch veld zijn geweest. IJzerdeeltjes in aardewerk kunnen zich bij hoge temperaturen gaan gedragen als kleine kompasnaaldjes en zich zó neerleggen dat ze een aanwijzing vormen voor de richting en intensiteit in een bepaalde periode. Ik had lang geleden weleens van die methode gehoord maar was het half vergeten. Het wetenschappelijke artikel suggereerde nu dat er voldoende precisie mogelijk was om antieke militaire operaties beter te begrijpen.

Indien waar, zou het belangrijk zijn. Conflictarcheologie is namelijk een van de punten waar de archeologie haar beperkingen ontgroeit. Ik schreef er al eens over. De archeologie documenteert meestal de longue durée, zeg maar ontwikkelingen met een duur van minimaal een kwart eeuw. In de conflictarcheologie bereikt de archeologie echter zo nu en dan de nauwkeurigheid van le temps évènementiel ofwel gebeurtenissen waarvan we de duur uitdrukken in uren en dagen. De archeologische reconstructie van militaire operaties kan helpen de versplintering van de oudheidkunde te overbruggen. Alle reden om geïnteresseerd te zijn!

Lees verder “Archeomagnetisme, of: de Bijbel misbruikt”