Domitianus (40): Verzonnen informatie

Nerva (Getty-villa, Malibu)

De voorname senator Nerva volgde Domitianus in september 96 op. Een van zijn eerste maatregelen was het aanpassen van de gehate Fiscus Judaicus. In het volgende jaar – Tacitus was toen een van de consuls – wees de nieuwe vorst Trajanus aan als opvolger. Deze verbleef in de nog altijd zichtbare gouverneurswoning in Keulen toen hij begin 98 vernam dat Nerva was overleden en dat hij zodoende de macht had. Naar verluidt nam hij zijn zwaard, gaf het aan een van zijn lijfwachten, en zei dat die het vóór hem moest gebruiken zolang hij een goede keizer was, en tegen hem als hij een slechte keizer werd.

Nerva en Trajanus zetten Domitianus’ bouwbeleid voort. De pleinen die nu Forum van Nerva en Forum van Trajanus heten, zijn in feite ontworpen voor de vermoorde keizer. De expositie in Leiden, de catalogus en het PALMA-boek leggen het duidelijk uit. Trajanus inspecteerde de Rijngrens en voerde tegen de Daciërs en de Parthen de oorlogen die Domitianus had voorbereid. De voornaamste protegés van de vermoorde vorst, zoals Plinius de Jongere, zagen een pauze in hun carrière maar konden die na enige tijd weer voortzetten.

Lees verder “Domitianus (40): Verzonnen informatie”

Domitianus (39): Dood van een tiran

Domitianus met dolk

Toen de Romeinse auteur Tacitus in 98 terugblikte op het overlijden van zijn schoonvader, generaal Gnaeus Julius Agricola, schreef hij het volgende:

Er is een diepe troost in zijn ontijdige dood: hij is ontkomen aan die laatste periode, waarin Domitianus de staat niet langer met tussenpozen en adempauzes verstikte, maar zogezegd in één lange wurggreep.

… Weldra waren het onze handen die Helvidius de gevangenis in voerden, waren wij het die getroffen werden door de aanblik van Mauricus en Rusticus, en waren wij het die het onschuldig bloed van Senecio over ons kregen. Nero wendde de ogen tenminste nog af en liet wel misdaden plegen maar keek er niet naar. Onder Domitianus was het moeten toezien en bekeken worden een belangrijk deel van de ellende.

Lees verder “Domitianus (39): Dood van een tiran”

Domitianus (38): De blozende keizer

Domitianus (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

In 94 leidde de Romeinse keizer Domitianus een rechtszaak tegen de Cappadocische filosoof Apollonios van Tyana. Gewoontegetrouw had de vorst vooraf een gesprek met de verdachte. De prefect van de keizerlijke garde, Casperius Aelianus, stuurde een bode naar de gevangenis om de verdachte instructies te geven. De Griekse auteur Filostratos weet wat die waren.

Je moet voorbereid zijn op de manier van spreken van de keizer en zijn stuurse blik. Hij klinkt bars, zelfs als hij vriendelijk praat, zijn blik wordt overschaduwd door zijn gefronste wenkbrauwen, zijn gezicht is gezwollen van woede, want dat is vooral de indruk die hij maakt. Van dat uiterlijk moet je niet schrikken. Dat hoort nu eenmaal bij zijn natuur en is altijd hetzelfde. (Leven van Apollonios 7.28; vert. Simone Mooij)

Lees verder “Domitianus (38): De blozende keizer”

Domitianus (37): De Nasamonen

Awjila

Awjila is vermoedelijk niet de eerste plek waaraan u denkt als het gaat over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96). De naam van de Libische oase valt in de expositie in het Rijksmuseum van Oudheden niet en ik geloof dat ik de naam ook niet ben tegengekomen in het PALMA-boek of de catalogus (die u hier en daar bestellen kunt). Toch is Awjila een interessante plek. Daarmee bedoel ik niet dat Abdallah ibn Sa’d, de eerste admiraal van een islamitische vloot, in de plaatselijke moskee ligt begraven, ruim 200 kilometer vanaf de dichtstbijzijnde zee. Hoewel dat, om eerlijk te zijn, mijn voornaamste herinnering is.

Nasamonen

Ter zake. Awjila was de oase waar de Nasamonen woonden. De Grieks-Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio vertelt over hen:

Lees verder “Domitianus (37): De Nasamonen”

Domitianus (36): Het zwarte diner

Museumopstelling “Het zwarte diner”

Ik vertelde al eens hoe keizer Titus zijn masker van gespeelde welwillendheid eens liet vallen en mensen de stuipen op het lijf joeg. Hij gaf ze zwaarden in handen, liet ze voelen hoe scherp ze waren, en merkte toen op dat de echte dreiging ergens anders vandaan zou komen. Zijn jongere broer Domitianus wist ook van wanten.

De onderstaande anekdote is van de Grieks-Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio. Hij leefde ruim 130 jaar na de gebeurtenissen. In die tijd werden Domitianus de vreselijkste dingen in de schoenen geschoven, zoals de moord op zijn broer. Of het volgende verhaal waar is, of dat het een commentaar is op Dio’s tijdgenoot keizer Heliogabalus, we weten het niet. Het Rijksmuseum van Oudheden heeft in de expositie de anekdote gebruikt om het mooie zwarte luxe-aardewerk te tonen. Ik citeer het verhaal uit Wreed en pervers, het boekje waarin Olivier Hekster en Vincent Hunink de levensbeschrijvingen van Domitianus door zowel Cassius Dio als Suetonius presenteren.

Lees verder “Domitianus (36): Het zwarte diner”

Domitianus (35): Dominus et deus

Genius (Capitolijnse Musea, Rome)

Aan het einde van zijn leven had Alexander de Grote verklaard dat hij een god op aarde was. Sindsdien was verering vrij standaard bij de koningen van het Ptolemaïsche Egypte, waar men niet alleen op Alexander maar ook op een faraonische traditie teruggreep. Ook in het Seleukidische Rijk bestond een heersercultus. In het Romeinse Rijk lag het moeilijker. Men vereerde echter overleden, vergoddelijkte keizers en ook de genius (levenskracht, persoonlijke beschermgod) van de regerende vorst. Dat gebeurde op ’s keizers verjaardag en op de dag van zijn troonsbestijging.

Het beeld hierboven toont zo’n genius. Het komt uit de Capitolijnse Musea in Rome maar is nu op de expositie over keizer Domitianus in het RMO in Leiden. Domitianus had zich al eerder betoond als een nieuwe Meleager en liet, zoals gebruikelijk, zijn genius vereren.

Dominus et deus

Allemaal niets bijzonders, maar hij ging een stap verder. Bij zijn zelfpresentatie speelde niet een rol dat hij een zoon was van de vergoddelijkte Vespasianus (filius divi Vespasiani), hij wilde zelf worden aangesproken als god (deus). Volgens de Grieks-Romeinse geschiedschrijver Cassius Dio gaven slaafse onderdanen zoveel eerbewijzen aan Domitianus, dat de hele wereld, althans voor zover door de Romeinen beheerst, leek te zijn gevuld met portretbustes en standbeelden van goud en zilver. Domitianus

Lees verder “Domitianus (35): Dominus et deus”

Domitianus (34): Het verre oosten

Domitianus (Badisches Landesmuseum, Karlsruhe)

Misschien is bovenstaande zilveren schijf wel het meest curieuze stuk op de expositie over keizer Domitianus (r.81-96) in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het moge duidelijk zijn dat het gaat om een portret van Domitianus. Aan de hand van het kapsel is te zeggen: gemaakt na 84. Verder is duidelijk dat het gaat om een zilveren schijf. Maar wat is het?

De uitleg in het museum identificeert het als de achterkant van een spiegel. Maar het zou ook een medaillon kunnen zijn of, zoals archeologen het noemen, een contorniaat. De naam van de maker is bekend: hij heet Euporos. Maar die naam helpt ons niet verder. Het meest bijzondere is echter de vindplaats. Het bordje in het museum zegt doodleuk “Noord-Iran”.

Lees verder “Domitianus (34): Het verre oosten”

Domitianus (33): Via Domitiana

Reliëf langs de Via Domitiana (Castello di Baia, Italië)

Bovenstaand reliëf, doorgaans te zien in het Castello di Baia op 25 kilometer ten westen van Napels, is momenteel aanwezig in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden, deel uitmakend van de expositie over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96). Het is afkomstig uit Puteoli (het huidige Pozzuoli aan de Baai van Napels) en komt van een monument voor de aanleg van de Via Domitiana.

Dat klinkt heel chique en zo’n monument suggereert dat het ook werkelijk iets chiques was, maar zo speciaal was het niet. Wie Rome verliet over de Via Appia, bereikte op een gegeven moment het havenstadje Sinuessa, waar de weg het binnenland inkronkelde, richting Capua, en daarvandaan verder over de Abruzzen naar Brindisi. Van Sinuessa liep ook een oeroude weg langs de kust, richting Puteoli. Domitianus heeft die weg laten verharden. Niet meer.

Lees verder “Domitianus (33): Via Domitiana”

Domitianus (32): De Palatijn

Reconstructie van de troonzaal in Rome

De Palatijn! Mooi hè. Zo zag de troonzaal eruit in het paleis dat de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) liet bouwen op de centrale heuvel in Rome. Het groen basalten standbeeld links staat tegenwoordig in Parma met een ander beeld uit dezelfde reeks: een Hercules en een Dionysus. In de Romeinse sculptuur behoren deze macho’s, die zich evident hebben vergrepen aan de anabole steroïden, tot mijn persoonlijke favorieten.

Ergens in deze zaal hing de voorhang uit de tempel in Jeruzalem. Na een audiëntie deed rabbi Eleazar ben Yose verslag:

Ik heb de voorhang gezien en er zaten veel vlekken in van het bloed van de os en de bok van Grote Verzoendag.

De menora, eveneens afkomstig uit de tempel in Jeruzalem, schijnt te hebben gestaan in de door Domitianus’ vader Vespasianus gebouwde tempel van de Vrede.

Lees verder “Domitianus (32): De Palatijn”

Domitianus (31): Een brug in Egypte

Inscriptie uit Kift (British Museum, Londen)

Inscriptie EDCS-17100167 uit Egypte, wie kent haar niet?! De inscriptie is gevonden in Koptos aan de Nijl en documenteert hoe de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) een brug liet bouwen. Doorgaans zou u de Noordzee moeten oversteken om EDCS-17100167 te bewonderen in het British Museum in Londen, maar momenteel hoeft u niet verder dan Leiden te gaan, waar EDCS-17100167 staat opgesteld in de Domitianus-expositie in het Rijksmuseum van Oudheden.

Bruggenbouwer

Imp(erator) Caesar Domitianus Aug(ustus)
Germanicus pontif(ex) maximus trib(unicia)
potest(ate) co(n)s(ul) XV censor perpetuus p(ater) p(atriae)
pontem a solo fecit
M(arco) Mettio Rufo (praef)ecto Aeg(ypti)
Q(uinto) Licinio Ancotio Proculo praef(ecto) cast(rorum)
L(ucio) Antistio Asiatico praef(ecto) Beren(ices)
cura C(ai) Iuli Magni |(centurionis) leg(ionis) III Cyr(enaicae)

Wat vertaalbaar is als:

Lees verder “Domitianus (31): Een brug in Egypte”