Papyrologie: update (2)

Soms maakt een diepe verslagenheid zich van je meester

Eigenlijk had gisteravond mijn boek Bedrieglijk echt gepresenteerd zullen zijn in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Er zouden leuke antieke teksten zijn voorgelezen, we wilden ramanspectroscopie demonstreren en ik wilde het filmpje vertonen dat u hier kunt bekijken. Tot slot wilde ik gistermorgen op deze blog een update geven bij het boek. Want die was nodig, aangezien Bedrieglijk echt een verhaal bevat waarover nog steeds dingen bekend worden.

Ik raakte geboeid door de materie door het schandaal van het Evangelie van de Vrouw van Jezus. De betrokken onderzoekster zei dingen waarvan ze weten moest dat ze onwaar waren. In het onwaarschijnlijke geval dat ze het echt niet wist, had haar geheugen opgefrist behoren te zijn door de rel rond de Artemidorospapyrus. Terwijl ik het boek schreef, ontvouwden zich echter nog meer schandalen, zoals dat rond Eerste-eeuwse Marcus, de Sapfo-papyri en de diverse valse fragmenten van de Dode Zee-rollen. Ik heb bepaalde delen van mijn boek drie, vier, vijf keer moeten herschrijven. De laatste weken bleef het rustig maar een update is nog steeds zinvol.

Lees verder “Papyrologie: update (2)”

Als een wetenschap kapot gaat

Een mummie-kartonnage (Archeologisch Museum, Zagreb)

Dit is een zelfstandig vervolg op een stukje dat ik eerder schreef over het papyusfragment dat bekendstaat als eerste-eeuwse Marcus. U hoeft het niet eerst te lezen want het stukje van vandaag staat op zichzelf, maar als u het eerdere stukje toch leest, hebt u weer even paraat waarom papyri zonder geldige provenance wetenschappelijk van nul en generlei waarde zijn, dat een eerste-eeuws fragment van het Evangelie van Marcus niet bleek te zijn wat het leek, dat de vooraanstaande Oxford-geleerde Dirk Obbink lijkt te hebben gelogen en gestolen, dat een grote Amerikaanse collectie  (de Green Collection) heeft opgetreden als heler en dat Oxford een onderzoek instelt.

Wat is het nieuws? Per e-mail verneem ik dat Obbink nu is “suspended” van de Association Internationale de Papyrologues. Dat is een heel harde en gelukkig zeldzame maatregel, die een halve eeuw geleden voor het laatst is genomen (in 1972 om precies te zijn). Zo’n besluit neemt zo’n organisatie niet lichtvaardig en zéker niet als het gaat om iemand die werkelijk vooraanstaand is. Nu is “vooraanstaand” natuurlijk zo’n flauw compliment dat eigenlijk niks betekent, ongeveer zoals Wim Kan alle bewindspersonen “zéér bekwaam” noemde, maar Obbink is echt wel iemand. Ik heb lang geleden al eens geschreven over zijn ontdekking van een enorme lap van een tragedie van de joodse auteur Ezechiël. Wat nu gebeurt is ongeveer hetzelfde als wanneer een club een Nobelprijswinnaar royeert. Er moet verdraaid overtuigend bewijs zijn.

Lees verder “Als een wetenschap kapot gaat”

Eerste-eeuwse Marcus

meir_mummy_ny
Mummiemasker uit Meir (Metropolitan Museum, New York). Het museum claimt dat deze kartonnage dateert van rond 60 na Chr., wat opvallend laat is.

Ik had nooit verwacht dat ik veel over papyrologie zou gaan bloggen, en ik had voor vandaag ook een heel ander artikel in gedachten, maar er zijn verwikkelingen in papyrologieland die er niet om liegen.

Eén: even wat eerstejaarsstof. Een papyrus is, zolang je antiek materiaal koopt op eBay en het recept gebruikt van antieke inkt, en zolang je het juiste schrijfmateriaal hanteert, zó te vervalsen dat het in een laboratorium niet valt te ontdekken. Een papyrus waarvan de herkomst onbekend is – die geen geldige provenance heeft, in jargon – kan dus niet dienen als wetenschappelijk bewijs omdat het kan gaan om een vervalsing (zie bijv. het Evangelie van de Vrouw van Jezus, de Artemidorospapyrus of de vijf Dode-Zee-rol-snippers van oktober j.l.). Onderzoekers hoeven gelukkig ook niets met unprovenanced papyri te doen aangezien er nog eeuwen werk is met het uitgegeven van de wel provenanced papyri in de museumdepots.

Lees verder “Eerste-eeuwse Marcus”

MoM | Zonder herkomst geen geschiedenis

Wie de Oudheid bestudeert, beschikt over ruwweg twee soorten gegevens: enerzijds materiële resten, anderzijds teksten. De eerste categorie bewijsmateriaal is het domein van archeologen, terwijl teksten het studieobject zijn van classici, papyrologen, qumranologen, egyptologen en andere filologen. Dat een en dezelfde antieke cultuur wordt bestudeerd door twee soorten wetenschappers is historisch gegroeid, wordt dus niet bepaald door wat feitelijk nodig is en is eigenlijk niet zo heel wetenschappelijk. Erger nog is dat wetenschappers hierdoor onvolledige of zelfs onjuiste inzichten kunnen overdragen aan de samenleving.

Dat blijkt wel uit het vrij recente schandaal rond het Evangelie van de Vrouw van Jezus, een zogenaamd antieke tekst waarvan al snel duidelijk was dat het ging om een vervalsing. De ontdekster erkende de problemen echter pas toen journalist Ariel Sabar de maker had opgespoord. Ondertussen was de wereld “verrijkt” met het inzicht dat in de Oudheid het idee had bestaan dat Jezus getrouwd was geweest. De ontdekster had zich onvoldoende gerealiseerd dat nieuw-ontdekte oude teksten uitsluitend wetenschappelijke waarde hebben als ze een gecontroleerde herkomst hebben.

Lees verder “MoM | Zonder herkomst geen geschiedenis”

Datafraude

Leiden, Galgenwater

Als u op straat een fiets krijgt aangeboden voor vijfentwintig euro, hebt u een redelijk vermoeden dat er iets niet in de haak is. U zou vrijwel zeker een heler zijn als u die fiets kocht.

Als een oudheidkundige een papyrus- of perkamentfragment zonder provenance krijgt aangeboden, heeft hij een redelijk vermoeden dat het ding óf vals is óf is verworven door plundering. Hij zou vrijwel zeker datafraude plegen als hij ze uitgaf. Los daarvan ontzegt een wetenschapper die teksten zonder provenance bestudeert, zich een manier om de vondst te dateren: een tekst zonder archeologische context kan alleen paleografisch (dat wil zeggen: aan de vorm van het handschrift) worden gedateerd en dat is een berucht subjectieve methode.

Lees verder “Datafraude”

Valse Dode-Zee-rollen (vervolg)

Een commentaar op Jesaja: een (wel echt) fragment van een van de Dode-Zee-rollen, nu in het Jordan Museum in Amman.

Ik heb het al wel vaker verteld maar het kan geen kwaad het nog eens te vertellen: het is niet moeilijk een “antieke” tekst te maken die wetenschappers niet als vals kunnen herkennen. Je koopt op eBay wat oud papyrus of perkament, zodat een koolstofdatering uitwijst dat het materiaal antiek is. Daarna maak je inkt volgens het antieke recept – een mengsel van Arabische gom en roet – zodat een spectrometer niets vreemds herkent. Zolang je geen al te scherp schrijfmateriaal gebruikt, zal de elektronenmicroscoop de minuscule krasjes niet zien die duiden op recente schrijfactiviteit.

Met deze materialen schrijf je iets dat de aandacht niet trekt, bijvoorbeeld een al bekende tekst. Daar kun je dan geen miljoen dollar voor vragen, maar als je op een veilige manier tien keer honderdduizend dollar binnenhaalt, ben je evengoed miljonair. Tot slot heb je een sufferd nodig die het koopt. Bijvoorbeeld een vrome Amerikaanse miljonairsfamilie die een museum wil bouwen om het gelijk van de Bijbel te bewijzen. Ik heb het inderdaad over de Green Collection, waarover ik al eerder heb geschreven. Vorige week bleek dat de familie Green vervalste Dode Zee-rollen heeft aangekocht.

Lees verder “Valse Dode-Zee-rollen (vervolg)”

De Green-papyri

Je kunt natuurlijk zelf je eigen papyri maken, zoals hier gebeurt, maar je bespaart jezelf veel werk door op eBay wat oud materiaal te kopen. Bijkomend voordeel is dat je niet bent te ontmaskeren met een C14-datering.

Ik blogde onlangs over de Green Collection: een beruchte verzameling oudheden waarvan het vermoeden bestond dat die illegaal tot stand was gekomen. Dat leidde tot FBI-onderzoek en de eigenaren, de Amerikaanse familie Green, hebben inmiddels erkend de Mesopotamische vondsten te hebben aangekocht op de zwarte markt. Ik wees er in mijn stukje op dat de schikking alleen dáárop betrekking had en niet op het Egyptische deel van de collectie, terwijl juist daar het vermoeden sterk was dat er iets niet in de haak was. Van minimaal één papyrusfragment, een vijfde-eeuwse snipper met een deel van Paulus’ Brief aan de Galaten, is namelijk absoluut zeker dat het aangeboden is geweest via eBay.

Daarbij komt nog dat van Mesopotamische kleitabletten door middel van een techniek die bekendstaat als thermoluminescentie in het lab kan worden vastgesteld dat ze echt zijn. Bij Egyptische papyri kan zoiets niet: zolang een vervalser schrijft op antiek papyrus, voor zijn inkt de antieke receptuur benut en geen scherpe schrijfinstrumenten gebruikt, duidt een koolstofdatering op voldoende ouderdom, ziet een spectrometer niets raars aan de inkt en zijn er met een elektronenmicroscoop geen krasjes waarneembaar. Wetenschappelijk hebben uitsluitend papyri met een erkende herkomst (“provenance”) waarde. Fraude in het Egyptische deel van de Green-collectie is dus ernstiger dan in het Iraakse deel. Dus waarom begon de FBI het onderzoek niet daar?

Lees verder “De Green-papyri”

Een boete voor de Green Collection

Een van de door de Green Collection geheelde kleitabletten (© U.S. Attorney’s Office for the Eastern District of New York)

Het is nieuws in de marge, een berichtje dat maar een enkeling iets zegt, maar dat daarom nog niet minder belangrijk is: de Green Collection gaat oudheden teruggeven en betaalt een boete. Wat is de Green Collection, wat is er gebeurd, wat was er verkeerd en wat betekent dit voor de toekomst?

Wat is de Green Collection?

De Green Collection is de oudheidkundige verzameling van de Amerikaanse familie Green, eigenaars van een groot winkelbedrijf én oprichters van een conservatief-christelijk bijbels museum in Washington. Het verbluffende is dat de verzameling er zo maar in een keer was en ook meteen buitengewoon groot was. Nog verbluffender was dat niemand had gemerkt dat de Greens op enorme schaal oudheden hadden aangekocht. Bona fide handelaren horen zoiets te merken en dat was niet het geval.

Lees verder “Een boete voor de Green Collection”

Valse Dode-Zee-rollen

Een van de Dode-Zee-rollen: 4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

Je kon er de klok op gelijk zetten: tussen de fragmenten van de Dode-Zee-rollen die zijn aangekocht door de Green Collection, lijken vervalsingen te zitten. Het erge van sommige schandalen is dat ze voorspelbaar zijn.

Wat is er aan de hand? Ik behandel in dit stuk verschillende onderwerpen waarover ik al eerder heb geschreven, dus aarzel, als trouwe lezer van deze kleine blog, niet om pas bij *** te beginnen.

Korte inhoud van het voorafgaande: al sinds mensenheugenis zijn er schatgravers die illegaal opgegraven voorwerpen op de zwarte markt aanbieden. Sinds de Arabische Lente is het aanbod gegroeid al is hierover, uit de aard der zaak, weinig duidelijkheid. Wat vast staat, is dat musea in Egypte, Syrië en Irak zijn geplunderd en dat de plunderaars na gedane arbeid het onverkoopbare materiaal vernietigden.

Oók sinds mensenheugenis kennen we een andere praktijk: de productie van vervalsingen. Er is in feite een soort wapenwedloop gaande tussen vervalsers en oudheidkundigen: de eerste bedenkt een nieuwe methode om perfect-ogende oudheden te maken, de ander bedenkt een methode om de vervalsing te herkennen. Een meta-analyse waarbij, steeksproefsgewijs, sinds mensenheugenis als echt geaccepteerde museumvoorwerpen eens worden onderzocht met moderne technieken om te zien hoeveel vervalsingen er in de loop van de afgelopen anderhalve eeuw “doorheen zijn geglipt”, heeft bij mijn weten nog nooit plaatsgevonden. Dat is jammer, want het staat vast dat de wetenschap op sommige gebieden een achterstand heeft op de fraudeurs. Eén van die gebieden is het vervaardigen van “antieke” papyri. Vervalsers kunnen iets namaken dat niet valt te herkennen.

Lees verder “Valse Dode-Zee-rollen”

Bijbelse musea

Reconstructie van een oosters dorp in de Romeinse tijd (Museumpark Orientalis, Berg en Dal)

Ten zuidoosten van Nijmegen ligt Museumpark Orientalis, dat ooit bekend heeft gestaan als de Heilig Land-stichting en het Bijbels Openluchtmuseum. Het was ooit, een eeuw geleden, bedoeld om mensen die geen reis naar Palestina konden maken, een idee te geven van de wereld waarin Jezus had geleefd. De bedenkers hadden eerst het Ottomaanse Rijk bezocht – twee van hen overleden tijdens de expeditie – en hadden daar alles wat ze zagen zeer zorgvuldig gedocumenteerd, om het vervolgens in het Rijk van Nijmegen voor een tweede keer te bouwen.

Het resultaat kan alleen worden getypeerd als een museaal hoogstandje: in een tijd waarin openluchtmusea nauwelijks bestonden en niemand zelfs maar had gehoord van living history, werd een standaard gezet. Niet zonder reden zijn verschillende gebouwen op de monumentenlijst geplaatst, wat niet wil zeggen dat er sindsdien geen nieuwe reconstructies bij zijn gekomen, die al net zo verantwoord zijn als de oorspronkelijke. Wie het park nu bezoekt, krijgt niet alleen een beeld van de wereld waarin de monotheïstische religies zijn ontstaan, maar ook van een uniek museaal experiment.

Lees verder “Bijbelse musea”