Karneades in Rome (2)

De zogenaamde Cato uit Otricoli (Torlonia-collectie, Rome)

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen. Dit is het slot van een stuk waarvan het begin hier was.]

Karneades in Rome

Sceptisch en pragmatisch als hij was, stelde Karneades dat het Romeinse Recht niet was gebaseerd op een natuurlijke orde, maar op praktisch nut. Het ‘natuurrecht’ is volgens Karneades een fictie. Mensen vinden geen wetten uit op basis van een hogere waarheid, maar uit overwegingen van praktisch nut. De natuur drijft alle levende wezens naar wat voor hen nuttig is, en dat is de werkelijke basis van het recht. Wetten verschillen dan ook van elkaar, net als de gewoonten van de volkeren die ze uitvinden. En ze veranderen naar gelang hun cultuur verandert.

Hiermee sluit Karneades aan op de gedachten van Epikouros over recht. Epikouros meende ook dat recht teruggaat op praktisch nut. Het verschil is dat Karneades, in tegenstelling tot Epikouros, de nadruk legde op de veranderlijkheid van het recht. Epikouros beschouwt de moraal als een individuele afweging, met als doel het maximaliseren van genot. Maar wat genot is, is volgens Epikouros afhankelijk van het mens-zijn, niet van de cultuur waar iemand in leeft. Op die manier streefde Epikouros naar een moraalfilosofie met universele morele uitspraken.

Lees verder “Karneades in Rome (2)”

Karneades in Rome (1)

Karneades (Glyptothek, München)

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen.]

Toen de Romeinen rond 270 v.Chr. het Italiaanse vasteland in hun macht hadden, kwamen ze als vanzelf in botsing met de andere grote machten rond de Middellandse Zee: eerst het rijk van Karthago en daarna de hellenistische staten in het oosten.

Tijdens al deze oorlogen was er volop diplomatiek verkeer. Vanuit de Griekse stadstaten en koninkrijken reisden talloze gezanten naar Rome. Zij zagen in de nieuwe supermacht een mogelijke bondgenoot in hun eigen conflicten. Zo kwam in 155 v.Chr. vanuit Athene een zekere Karneades naar Italië.

Lees verder “Karneades in Rome (1)”

De tien invloedrijkste antieke teksten

Justinianus kondigt de codificatie van het Romeins Recht aan. Miniatuur uit de Mainzer editie van 1477, waarvan een exemplaar (vastgebonden aan een ketting) is te zien in de Librije van de Walburgiskerk in Zutphen.

Een tijdje geleden blogde ik over de wijze waarop oudheidkundigen documenteren  hoe Domitianus’ toepassing van de Fiscus Judaicus op ons nog steeds invloed uitoefent. Hoe er, met andere woorden, vormende werking uitgaat van de antieke samenleving op de hedendaagse. Nog anders gezegd: een enkele keer is de Oudheid relevant voor onze samenleving.

Invloed en inspiratie

Ik kreeg n.a.v. dat blogje de vraag of er meer voorbeelden waren. Ja. Die zijn er. Zie mijn boekje Vergeten erfenis. Daarin toon ik enkele structurerende elementen. Toen ik onlangs een paar dagen quarantaine in acht moest nemen, heb ik bovendien filmpjes gemaakt over antieke teksten die op zich misschien niet invloedrijk zijn, maar wel aspecten van de antieke samenleving documenteren waarvan vormende werking uitgaat. De trouwe lezers kennen die teksten al, want ik heb er eerder over geblogd: deel een, deel twee, deel drie, deel vier.

Lees verder “De tien invloedrijkste antieke teksten”

Budé

Kijk, daar werd ik nu blij van: ik werd benaderd door een aardige meneer uit Breukelen die van zijn vader een bibliotheek had geërfd vol boeken waar hij zelf niet meteen iets aan had. Had ik belangstelling in ruim veertig delen uit de Budé-reeks?

Reken maar.

De Franse humanist Guillaume Budé (1467-1540) was een van de grootste geleerden van zijn tijd. In de late twaalfde, vroege dertiende eeuw waren de Europese juristen ertoe overgegaan een selectie uit het Romeins Recht opnieuw in te voeren. Tegelijkertijd begonnen ze eerdere, feodale rechtsbepalingen opnieuw te formuleren met het romeinsrechtelijke begrippenapparaat. Ook latere bepalingen kregen die vorm. De koning van Frankrijk kon dus een volkomen nieuwe belasting bedenken maar deed dat in de taal van de keizer van Rome.

Lees verder “Budé”

MoM | Interpolationenforschung

Justinianus kondigt de codificatie van het Romeins Recht aan. Miniatuur uit de Mainzer editie van 1477, waarvan een exemplaar (vastgebonden aan een ketting) is te zien in de Librije van de Walburgiskerk in Zutphen.

Een van de fundamenteelste vormen van oudheidkundig onderzoek is de tekstconstitutie: het zo goed mogelijk benaderen van de oorspronkelijke tekst van onze antieke bronnen. Daarbij worden middeleeuwse handschriften vergeleken en aan de hand van fouten wordt gekeken wie wat van wie heeft overgeschreven. Zo kunnen verloren gegane handschriften worden gereconstrueerd en die kunnen op hun beurt worden gebruikt om nog oudere handschriften te reconstrueren. U leest er hier meer over of u kunt dit filmpje bekijken.

Maar er is nog een probleem: wat als de gereconstrueerde tekst zélf al aanpassingen bevat ten opzichte van een ouder origineel? Neem de Digesten, de vijftig delen tellende verzameling van Romeins juristenrecht. Keizer Justinianus, die het in de zesde eeuw na Chr. liet optekenen, eiste ook dat tegenspraken werden verwijderd, dat verouderde passages werden gewied en dat onvolkomenheden werden weggewerkt. We hebben dus te maken met een bewerkte, vroeg-Byzantijnse uitgave van opinies van oudere juristen. Zulke bewerkingen heten interpolaties en oudheidkundigen hebben veel energie besteed aan het opsporen van zulke aanpassingen en het reconstrueren van de oorspronkelijke tekst.

Lees verder “MoM | Interpolationenforschung”

Theodor Mommsen

Mommsen (Humboldt-Universität, Berlijn)

Ik noemde een tijdje geleden Theodor Mommsen en realiseerde me dat ik nog nooit over hem had geblogd. Tijd om iets recht te zetten. Mommsen was in zijn tijd namelijk echt een beroemdheid en is eigenlijk nog altijd een van die grote negentiende-eeuwse geleerden die een mens behoort te kennen. Een biografietje dus maar.

Mommsen is in 1817 geboren in een door de Deense koning bestuurd deel van Duitsland. Omdat zijn vader predikant en niet onbemiddeld was, kreeg de jonge Theodor een professionele oudheidkundige opleiding: een studie klassieke talen en rechten in Kiel. Na te zijn afgestudeerd ontving hij een Deense beurs om Frankrijk en Italië te bezoeken, waar hij in Napels inscripties bestudeerde.

Lees verder “Theodor Mommsen”

Verkoopakte van een slaaf

Een van de Tablettes Albertini

Een van de aardigste archeologische vondsten uit Algerije is de collectie van vijfenveertig houten schrijfplankjes die bekendstaat als de Tablettes Albertini, vernoemd naar de man die ze in 1928 wist te verwerven, de Franse oudheidkundige Eugène Albertini (1880-1941). Het gaat om een laat-vijfde-eeuws archiefje dat is samengebracht toen de boedel van een verder onbekende Flavius Geminius Catullinus moest worden verkocht, die woonde in Djebel M’rata bij het huidige Tébessa.

Ik zag drie van die tabletjes in het Nationaal Oudheidkundig Museum in Algiers. In al zijn gewoonheid verraadt deze verkoopakte van een slaaf veel over de sociale verhoudingen in de toenmalige Maghreb, die destijds werd bestuurd door koningen van Vandaalse afkomst, maar waar het Romeins Recht nog altijd werd toegepast.

Lees verder “Verkoopakte van een slaaf”

MoM | De lachende rechtsgeleerde

Portret van een Romeinse rechtsgeleerde, tweede kwart derde eeuw na Chr., mogelijk Julius Paulus (Palazzo Massimo, Rome)

Als alles naar wens gaat, begin ik deze week in Leeuwarden aan het project waarover ik al schreef. Ik hoor vandaag of ik in juni/juli woonruimte heb in die stad. Voor augustus lijkt het te zijn geregeld en dan kijk ik zelfs uit over de roemruchte Bonkevaart. Toen ik dat een vriendin vertelde en grapte dat ik nu natuurlijk wel hoopte op een Elfstedentocht, wierp die serieus tegen dat dat niet snel zou gebeuren in augustus.

We herkennen allemaal weleens een grapje niet. Het is inherent aan onze communicatie: we hebben nu eenmaal niet allemaal dezelfde voorkennis en esprit, waardoor misverstanden ontstaan. Dat is helemaal niet erg, maar deze onzekerheid is de natuurlijke habitat van de oudheidkundige die zich met antieke teksten bezighoudt.

Lees verder “MoM | De lachende rechtsgeleerde”

Theseus voor de rechter

Hippolytos en Faidra: mozaïek uit Pafos.

In de Griekse en Romeinse tijd trouwden meisjes zo rond hun vijftiende. Vaak waren hun echtgenoten aanzienlijk ouder, misschien wel tien jaar. Indien het voor de man om een tweede huwelijk ging, kon het dus gebeuren dat de zoon des huizes even oud was als zijn stiefmoeder. Je kunt je een voorstelling maken van de aantrekkingskracht die zo’n jonge man en jonge vrouw op elkaar kunnen hebben uitgeoefend. Ze vormt de achtergrond van een tragedie van de Atheense toneeldichter Euripides uit 428 v.Chr., de Hippolytos.

De plot is ongeveer dat Hippolytos, de zoon van Theseus, een geweldige jager is die uitsluitend offert aan Artemis en zo de jaloezie opwekt van Afrodite. Die zorgt ervoor dat Theseus’ tweede echtgenote, Faidra, verliefd wordt op haar stiefzoon. Omdat ze een vrouw van eer is, besluit ze het geheim te houden, maar het lekt uit en Hippolytos reageert kwaad, waarop Faidra zelfmoord pleegt – maar niet na op een schrijfplankje te hebben geschreven dat Hippolytos haar heeft willen aanranden. Als Theseus dit leest, vervloekt hij zijn zoon, die inderdaad om het leven komt.

Lees verder “Theseus voor de rechter”

MoM | Vrouwenrechten

piazza_armerina_eutropia_ab
Een voorname dame en haar gevolg (Piazza Armerina)

Een paar jaar geleden was ik adviseur voor een nooit gemaakte TV-serie over Nederland in de Romeinse tijd. Met een knappe archeoloog schreef ik ten behoeve van de scenaristen een verhaal over allerlei aspecten van het toenmalige leven. Dat werd lastig toen de beoogde programmamaker ons verzocht ook iets te schrijven over de positie van de vrouwen in de genoemde periode. Een simpele vraag, een gerechtvaardigde vraag, maar ook een vraag waarop nauwelijks een antwoord mogelijk is.

Het probleem is, zoals altijd, dat we te weinig informatie hebben. De teksten die we hebben, gaan vrijwel allemaal over de Mediterrane wereld en niet over grensprovincies in het hoge noorden. Frustrerend.

Maar, kan iemand nu tegenwerpen, hebben we niet het enorme corpus van het Romeinse Recht? Staan daar niet allerlei regels in?

Het antwoord is ja. Daar staan allerlei regels in. En wat nog leuker is: we weten dat die regels merendeels niet het resultaat waren van vrijblijvende spielerei – al zijn er uitzonderingen – maar dat er reële vragen aan vooraf zijn gegaan. En toch is het problematisch.

Lees verder “MoM | Vrouwenrechten”