Van keizer tot keizer (1)

Claudius (British Museum)

De antieke bronnen presenteren de geschiedenis van het Romeinse keizerrijk als het verhaal van zo’n honderd in de regel opeenvolgende heersers en veel hedendaagse oudhistorici schrijven op dezelfde wijze over de eerste vijf eeuwen van onze jaartelling. Zeker, er wordt verwezen naar allerlei andere zaken, maar de structuur is ingegeven door een paar dynastieën en honderd mannen. Heel masculien, heel negentiende-eeuws. Een en ander laat zich als volgt samenvatten.

De Julisch-Claudische keizers

Toen Tiberius in 37 overleed, werd zijn achterneef Caligula keizer. Deze zou krankzinnig zijn geweest en werd vier jaar later vermoord. Daarop schoven de keizerlijke garde (die een betaalmeester nodig had) en minister Callistus (die de bestuurlijke continuïteit wilde garanderen) Claudius naar voren, een neef van Tiberius die de reputatie had zwakzinnig te zijn. Zo werd, in de woorden van Flavius Josephus, “een volslagen idioot op de troon vervangen door een volslagen warhoofd”. Tegen alle verwachtingen bleek dit warhoofd zeer capabel.

Lees verder “Van keizer tot keizer (1)”

Domitianus (7): Vespasianus keizer

Vespasianus (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

De bovenstaande buste is interessant. Het is een portret van keizer Vespasianus, maar de afbeelding wijkt een beetje af van wat we gewend zijn. De man was aan de macht gekomen na een burgeroorlog, waarin hij eind 69 keizer Vitellius had uitgeschakeld, die in april Otho tot zelfmoord had gedreven, nadat die in januari Galba had laten lynchen. De laatst overgebleven rivaliserende keizer, Sabinus, werd op de been gehouden door de Bataven en andere rebellen in het noorden. Vespasianus zou in 70 met hen laten afrekenen. Die oorlog werd officieel geleid door Domitianus, die zich zo zou kunnen meten met zijn broer Titus, die in deze tijd Jeruzalem innam.

Terug naar Vespasianus: de eerste weken – laten we zeggen rond oudjaar 69 – waren er nog geen portretten. Het bovenstaande portret moet op dat moment zijn vervaardigd. Een beeldhouwer heeft een buste van de wat pafferige Nero genomen en die zo bewerkt dat het wat magerdere gezicht van Vespasianus eruit kwam.

Lees verder “Domitianus (7): Vespasianus keizer”

Domitianus (6): Door Isis gered

Priesters van Isis op een muurschildering uit Herculaneum (Museo Archeologico Nazionale, Napels)

De naargeestige apotheose van het Vierkeizerjaar was de inname van Rome door de troepen van Vespasianus in december 69. Er waren straatgevechten, Vitellius en zijn aanhangers waren gedood, maar niet nadat zij zich hadden vergrepen aan de verwanten en vrienden van Vespasianus. Onder leiding van Vespasianus’ broer Flavius Sabinus hadden zij asiel gezocht in de tempel van Jupiter op het Capitool. Tacitus schrijft in de Historiën (vertaald door Vincent Hunink):

De Vitellianen breken binnen, maken alles een warboel van bloed, ijzer, vlammen. Een handvol echte soldaten … waagt strijd, wordt overhoopgestoken. Flavius Sabinus, die ongewapend is en geen aanstalten maakt tot vluchten, omsingelen ze, evenals consul Quintius Atticus. … De rest ontglipte op allerlei manieren, sommigen in slavenplunje, anderen gedekt door trouw van beschermelingen, verborgen tussen bagage. Er waren er die het Vitelliaanse herkenningswacht woord opvingen, het dan zelf vroegen of gaven, brutaliteit diende hun tot schuilplaats.

Het zou niet goed aflopen met Sabinus en Atticus. Maar er was nog iemand die zich schuilhield op het Capitool.

Lees verder “Domitianus (6): Door Isis gered”

Domitianus (5): Cremona

Helm, gevonden op het slagveld van Cremona (Museo archeologico S. Lorenzo, Cremona)

Vitellius is misschien wel de beste keizer die Rome nooit heeft gehad. Hij wist in elk geval een van de grote problemen van het Romeinse Keizerrijk op te lossen: de ministerschappen. Er was een professionele kanselarij ontstaan en de ministers van departementen als Griekse Correspondentie en Latijnse Correspondentie waren vrijgelaten slaven. Ze hadden reële macht, wat de senatoren niet zinde. Keizers als Claudius en Nero hadden daardoor een moeizame relatie gehad met de Senaat. Vitellius benoemde ridders als ministers. Zo schiep hij enige administratieve rust.

Zelf profiteerde hij er niet van. Hij was aan de macht gekomen door Galba’s opvolger Otho te verslaan in de Eerste Slag bij Cremona, hij verspeelde de macht toen zijn troepen werden verslagen in de Tweede Slag bij Cremona. De toekomst behoorde aan Vespasianus en zijn zonen Titus en Domitianus.

Lees verder “Domitianus (5): Cremona”

Domitianus (4): Galba

Onvoltooid portret van Galba (Getty-villa, Malibu)

In het jaar 68 – Domitianus werd zeventien – kwam een einde aan de dynastie die keizer Augustus had gesticht. Nero had na de grote brand van Rome en zijn extravagante reis naar Griekenland alle krediet verspeeld, er broeide onrust in de provincies en de Senaat morde. Uiteindelijk pleegde Nero zelfmoord. “Wat een kunstenaar gaat er met mij heen” – ik sta niet in voor de authenticiteit van zijn laatste woorden.

De nieuwe heerser was Galba. U ziet hem hierboven. Het onvoltooid gebleven portret is vervaardigd in het westen van het huidige Turkije en is normaliter te zien in de Getty-villa in Malibu. Momenteel is het te bewonderen op de door de lockdown vooralsnog verborgen expositie over de Romeinse keizer Domitianus (r.81-96) in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden.

Lees verder “Domitianus (4): Galba”

Het Vierkeizerjaar

Galba (Archeologisch Museum van Korinthe)

[Negende deel van een reeks over de Joodse Opstand in 66-70 na Chr. Het eerste deel was hier.]

Na de verovering van Jotapata, die ik vorige week heb behandeld, trok de Romeinse generaal Vespasianus naar Caesarea, de hoofdstad van Judea en een van de belangrijkste havens in de regio. Daarmee was de aanvoer van graan, dat uit Egypte moest komen, verzekerd. Vervolgens trokken de legioenen op tegen de boerenmilitie van Johannes van Gischala, die eind 67 gedwongen was zijn posities in Galilea op te geven en naar Jeruzalem te trekken. In de eerste helft van het volgende jaar herstelde het Tiende Legioen Fretensis het Romeinse gezag in de vallei van de Jordaan. Het was tijdens deze campagne dat de bewoners van het gebouwencomplex bij Qumran, dat bekend is geworden van de Dode Zee-rollen, werden verdreven.

Nu Vespasianus de kust, Galilea en de Jordaanvallei beheerste, zou hij van drie kanten af naar Jeruzalem kunnen oprukken. Vermoedelijk wilden de leden van de provisionele regering niets liever dan dat, omdat ze dan een overeenkomst met de Romeinen konden sluiten en erop konden wijzen dat niet zij verantwoordelijk waren voor de golf van extremisme. De heersende klasse van Judea zou dan verder regeren en dankzij de Romeinse wapens zou de orde op het platteland worden hersteld. Maar het mocht niet zo zijn.

Lees verder “Het Vierkeizerjaar”

Fietsen naar Thessaloniki: Ravenna

Bisschop Maximianus van Ravenna vindt dat u zijn naam niet mag vergeten. De anonymus middenin is keizer Justinianus (San Vitale, Ravenna)

Ik had u, beste lezer van dit zomerfeuilleton, gisteren achtergelaten bij het graf van Augustinus in het mooie Noord-Italiaanse stadje Pavia.

Cremona

Ik pikte daar die ochtend mijn eerste Italiaanse espressootje en fietste verder naar Cremona, dat al net zo’n fijne stad bleek te zijn als Pavia. Toch was ik in mei-juni 1992 niet op reis van stad naar stad, zelfs al zal ik er nog tientallen noemen. Ik wilde gewoon het landschap ervaren. De zon voelen, de wind in de rug hebben, ergens rechts van me de Po zien glinsteren, de populieren langs de weg zien. De middeleeuwse dom hier, het museum daar en het kasteel verderop waren zeker geen obstakels maar waren niet waarvoor ik op reis was.

Ten oosten van Cremona was een slagveld uit het Vierkeizerjaar 69: het is waar de Rijnlegioenen van de Romeinse keizer Vitellius de troepen van keizer Otho versloegen. Het verslag in TacitusHistoriën is adembenemend en was de reden waarom ik de omweg over Cremona had gemaakt. Niet dat er iets was te zien, maar ik wilde er zijn geweest. Ik denk dat de Bataven in Vitellius’ leger zich op die dag in april 69 wel op hun gemak zullen hebben gevoeld want het vlakke rivierenland doet wat denken aan de Betuwe.

Lees verder “Fietsen naar Thessaloniki: Ravenna”

De Bataafse Opstand (1)

Vitellius (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)
Vitellius (Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen)

Ik zou dit stukje kunnen openen met de opmerking dat de Bataafse Opstand in 70 n Chr. dé centrale gebeurtenis is uit de Romeinse geschiedenis van Nederland, maar dat zou wat onzinnig zijn. Welke andere gebeurtenissen kennen we immers in enig detail? Eigenlijk geen enkele. Dat gezegd zijnde: het verhaal is spannend en verdient het te worden verteld, vandaar dat ik er deze Romeinenweek een feuilleton van maak, gebaseerd op mijn boek De randen van de aarde (2000) en Edge of Empire (2012, met Arjen Bosman).

***

Eerste bedrijf: de crisis in het Romeinse Rijk. Als de centrale overheid niet in de problemen zou zijn geraakt, was een opstand onmogelijk geweest. Vandaar dat we beginnen in Rome, waar de senatoren, Romes bestuursklasse, het tijdens de regering van keizer Nero het hard te verduren kregen. Tot degenen die meenden dat moest worden ingegrepen, behoorde Gaius Julius Vindex. Afkomstig uit een vooraanstaande Gallische familie had hij het gebracht tot senator en gouverneur van een van de provincies in Gallië. Dat hij meer dacht als een Romeinse senator dan als een inheemse aristocraat, blijkt uit zijn pogingen de onderdrukker zo constitutioneel mogelijk te vervangen. In april 68 dacht hij een waardige opvolger voor Nero te hebben gevonden in de persoon van de man die in 41 de Germaanse Chatten had verslagen, Servius Sulpicius Galba.

Lees verder “De Bataafse Opstand (1)”

De wet die geen wet was

Lex de imperio Vespasiani (Capitolijnse Musea, Rome)
Lex de imperio Vespasiani (Capitolijnse Musea, Rome)

Ergens rond het jaar 125 schreef de Romeinse auteur Suetonius zijn beroemde keizerlevens, waarin hij vertelt dat Tiberius, de geadopteerde zoon van keizer Augustus, de inhoud openbaar maakte van een brief waarin Tiberius’ broer Drusus zou hebben voorgesteld Augustus te dwingen de republiek te herstellen (Suetonius, Tiberius 50.1).

De biograaf had toegang tot de Romeinse rijksarchieven, maar we weten niet of deze informatie betrouwbaar is. (We hebben namelijk geen idee wat we ons moeten voorstellen bij een Romeins rijksarchief.) Indien Suetonius zich echter op een betrouwbaar document baseert, is dit een van de zeer schaarse aanwijzingen dat de Romeinse elite zich er al in de dagen van Augustus van bewust was dat de dagen van de republiek voorbij waren en het staatsbestel was veranderd in een monarchie.

Lees verder “De wet die geen wet was”