
[Vierde van zes blogs over Achaimenidisch Perzië, dat tussen het midden van de zesde eeuw v.Chr. en 330 heel het Nabije Oosten verenigde. Het eerste deel is hier.]
Tijdens de regering van Artaxerxes I bereikte de agressie van de Atheners een hoogtepunt. Zij behandelden hun bondgenoten inmiddels als onderdanen, maar konden de andere Grieken alleen geloofwaardig beheersen als ze af en toe oorlog voerden tegen de Perzen. Nu en dan vielen ze daarom havens in het imperium aan. Artaxerxes I ging een stap verder dan Xerxes. De Perzen moesten de Yauna verdeeld houden – welnu, verdeeldheid viel te zaaien. Uit de kluizen van Persepolis betaalde de grote koning goud en zilver aan Sparta, een Griekse stadstaat die op voet van oorlog verkeerde met Athene. Toen ook de Griekse stad Thebe zich aansloot bij de coalitie, begrepen de Atheners dat ze hun hand overspeelden en in 449 zegden ze Artaxerxes toe niet te zullen interveniëren in zijn invloedssfeer.
Verdeel en heers
Hoewel de Griekse bronnen anders suggereren, was Perzië heer en meester van de wereld. Toen Athene zich niet aan de gemaakte afspraak hield en in 414 steun verleende aan een opstandeling in het Perzische rijk, Amorges, begon koning Darius II opnieuw subsidies te betalen aan de Spartanen, die daarop de Atheners versloegen, hun stad in 404 innamen en een einde maakten aan de anti-Perzische politiek.
De Perzen ontdekten echter al snel dat de westelijke barbaren onverbeterlijk waren: Athene mocht dan zijn verslagen, nu begon Sparta het imperium te bestoken. Eerst leverde het staatje huurlingen – Xenofon was een van hen – aan de Perzische rebel Cyrus, daarna deden de Spartanen openlijk een inval in Achaimenidisch Perzië. De grote koning zegde daarop steun toe aan de Atheners, en toen die groep Yauna weer te machtig werd, hevelde hij de subsidie weer over naar Sparta.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.