De sekte van de Dode-Zee-rollen

Een van de Dode-Zee-rollen: 4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

In eerdere stukjes heb ik aangegeven dat er een joodse groep is geweest die we de essenen noemen en dat deze groep misschien wel en misschien niet iets te maken heeft met de Dode-Zee-rollen. Ook heb ik een overzicht van enkele rollen gegeven.

Aan de hand van die teksten kunnen we wél een geschiedenis van de sekte schetsen, al zijn er nog veel onduidelijkheden. We weten echter zeker dat ze is ontstaan door het optreden van een geleerde die wordt aangeduid als de Leraar der Gerechtigheid. We hebben diverse teksten over deze beginfase, maar helaas niet over de verdere ontwikkeling. Om het complex te maken, zijn de teksten vaak cryptisch geformuleerd. We hebben bijvoorbeeld geen idee wie worden bedoeld met de Spotter en de Man van de Leugen, twee tegenstanders van de Leraar der Gerechtigheid. Alleen de identificatie van de Goddeloze Priester met Jonathan de Makkabeeër is plausibel, maar ook niet meer dan dat.

Lees verder “De sekte van de Dode-Zee-rollen”

De essenen en de Dode-Zee-Rollen

In de Vierde Grot van Qumran zijn de meeste Dode-Zee-rollen gevonden. De grot ligt recht tegenover de ruïne. Het is moeilijk voorstelbaar dat er geen relatie tussen de bewoners van het gebouw en de teksten in deze grot is geweest.

Als, zoals ik in het eerste stukje schetste, het essenisme inderdaad pluriform was, is het goed denkbaar dat een deel van de Dode-Zee-rollen, zoals vaak wordt aangenomen, esseens is. Dat er verschillen zijn tussen de inhoud van de rollen en de informatie van de Joodse auteur Flavius Josephus (en enkele van zijn collega’s), valt dan te verklaren vanuit dit pluriforme karakter. Het probleem is natuurlijk dat zo vroeg of laat alles met alles valt te combineren. Om deze reden is lang niet elke geleerde overtuigd van de identificatie. Ik mag dan niet zo geleerd zijn, het lijkt me verstandig onderscheid te blijven maken tussen de essenen en de Dode-Zee-rollen, tot er meer duidelijkheid is.

Overeenkomsten en verschillen

Maar goed. Er zijn overeenkomsten. De Gemeenschapsregel beschrijft de inwijdingsrituelen die ook Josephus noemt. Predestinatie, dualisme, celibaat, gemeenschappelijk bezit en maaltijden, rituele baden en halachische kwesties komen in de Gemeenschapsregel eveneens aan de orde, terwijl andere teksten de sabbat beschrijven zoals ook Josephus doet. Er zijn echter ook complicaties. Zo komt de naam “essenen” (Aramees ḥsyn, “de vromen”) niet voor in de sektarische teksten. Een andere moeilijkheid is dat Filon, Plinius en Josephus allemaal niet datgene vermelden wat ons het meest treft bij het lezen van de Dode-Zee-rollen: de sektariërs dachten eschatologisch. Ze meenden dus dat de Eindtijd nabij was.

Lees verder “De essenen en de Dode-Zee-Rollen”

De voornaamste Dode-Zee-rollen

1QSa: een van de Dode-Zee-rollen

Ik liet u vorige week achter met de vraag wat de relatie was tussen de essenen, die we kennen uit diverse geschreven bronnen, en de Dode-Zee-rollen. Dit is een verzameling van een kleine duizend teksten, gevonden in grotten bij Qumran, op de oevers van de Dode Zee. Sommige van deze teksten zijn lang en beslaan een hele boekrol. Andere zijn vrij kort. Sommige zijn in kruiken goed bewaard, andere zijn juist extreem beschadigd. Van sommige teksten is meer dan één exemplaar bewaard. De meeste rollen en fragmenten liggen in Jeruzalem in een afdeling van het Israel Museum die bekendstaat als Shrine of the Book, maar er zijn ook teksten in het Jordan Museum in Amman.

Ongeveer een vijfde van de teksten betreft vertrouwd bijbels materiaal, ongeveer de helft bestaat uit niet-bijbelse joodse literatuur en de rest is te typeren als sektarisch. Onderzoekers duiden de teksten meestal aan met het nummer van de grot waarin ze zijn gevonden, de Q van Qumran en een nummer of de afkorting van de titel.

Voor we verder gaan met de relatie tussen de Dode-Zee-rollen en de essenen, eerst een overzicht van de rollen.  De volgende teksten zijn van belang:

Lees verder “De voornaamste Dode-Zee-rollen”

De essenen

Misschien stelt dit portret uit de Ny Carlsberg Glyptotek in Kopenhagen Flavius Josephus voor. Zeker is dat niet.

Ik heb op deze blog al regelmatig melding gemaakt van een joodse groepering die bekendstaat als de essenen. Verschillende auteurs verwijzen ernaar: Flavius Josephus natuurlijk, de Alexandrijnse filosoof Filon en ook de Romeinse officier Plinius de Oudere, die hen plaatst in de omgeving van Ein Gedi aan de Dode Zee. Het Nieuwe Testament noemt ze niet, al is denkbaar dat de auteurs de essenen aanduiden als de herodianen. De Dode-Zee-rollen golden, zolang ze nog niet allemaal waren uitgegeven, als de teksten van de sekte, maar dat is een stuk minder zeker dan men wel aanneemt.

Ik wil nu enkele blogjes aan de materie wijden. Eerst behandel ik wat de bronnen zeggen over de essenen. Volgende week presenteer ik het bewijsmateriaal uit de Dode-Zee-rollen. Tussendoor som ik de voornaamste teksten op. Maar eerst dus de bronnen, en dan beginnen we met de notoir onbetrouwbare Josephus.

Lees verder “De essenen”

De ideeën van de farizeeën

Zoals Jezus de beroemdste Jood is, zo is Paulus de beroemdste van alle farizeeën (Catacombe van Petrus en Marcellinus)

Ik vertelde twee weken geleden over de geschiedenis van de farizeeën. Het is tijd eens te kijken naar hun opvattingen. Dat is nog niet zo makkelijk want uit het farizeïsme is weliswaar het rabbijnse jodendom voortgekomen, dat farizese opvattingen documenteert, maar ook aanpaste. We kunnen de getuigenissen uit de Mishna, Tosefta en Talmoed niet zo maar gebruiken om de voorgeschiedenis van het rabbijns jodendom te schetsen.

Een complexe voorgeschiedenis. Ik schetste vorig keer fasen van afsplitsing, invloed, oppositie en macht, terwijl van de twee hoofdstromingen alleen het huis van Hillel – ofwel de helft van de farizese ideeën – de catastrofe van 70 n.Chr. overleefde.

Lees verder “De ideeën van de farizeeën”

Herodianen

Munt van Herodes Antipas (Bibelhaus, Frankfurt)

De Joodse geschiedschrijver Flavius Josephus was in de eerste plaats politicus. Net als tijdgenoten als Ploutarchos of Dion Chrysostomos wilde hij leiding geven aan zijn volk: als generaal, als bondgenoot van de Romeinen, als partijganger van Agrippa II, als krijgshistoricus, als verzamelaar van oude verhalen, als apologeet, als autobiograaf. Eén van zijn standpunten is dat de Joden een volk van filosofen waren, dat er drie stromingen waren en dat de Joodse Opstand het werk was van een vierde, gewelddadige en aan het Jodendom vreemde filosofie. De drie zijns inziens echte stromingen waren de farizeeën, de sadduceeën en essenen, die in zijn presentatie corresponderen met de stoïcijnen, epicureeërs en pythagoreeërs.

Dode-Zee-rollen

Onzin natuurlijk. Het joodse leven was veel complexer dan dat. Dat weten we wel uit de Dode-Zee-rollen. En Josephus’ agenda is ook te duidelijk. Hij legt het jodendom in een Grieks-filosofisch procrustesbed om de schuld te kunnen geven aan een vierde stroming. Evengoed zijn die drie “erkende” halachische stromingen niet helemáál uit de lucht gegrepen. Het Nieuwe Testament noemt de farizeeën en sadduceeën eveneens. De essenen blijven onvermeld.

Lees verder “Herodianen”

Sadduceeën (1)

Schriftgeleerde met boekrol (Catacombe van Petrus en Marcellus, Rome)

Een Jood behoorde tot het uitverkoren volk; in dank daarvoor hield hij zich aan de Wet van Mozes; om dat zo goed mogelijk te doen, bediscussieerden schriftgeleerden de details. We spreken van halacha. Zo ontstonden diverse stromingen, waarvan de farizeeën de bekendste zijn. Je hoort ook over zeloten, sicariërs, essenen. Daarnaast was er de sekte die bekend is van de Dode-Zee-rollen uit Grot 1 bij Qumran. Volgens verouderd onderzoek is die sekte dezelfde als die van de essenen, maar dat is bepaald niet onomstreden. We lezen verder over herodianen, die misschien ook al gelijk zijn aan de essenen. En dan zijn er nog sadduceeën. Daarover wil ik het vandaag hebben.

De sadduceeën worden vaak gepresenteerd als rijke, pro-Romeinse joden, met veel invloed op de tempelcultus. Dit laatste lijkt in eerste instantie te zijn gebaseerd op weinig meer dan een terloopse opmerking uit de Handelingen van de apostelen (5.17), waarin staat dat hogepriester Annas medestanders had onder de sadduceeën. Inhoudelijker is de typering van Flavius Josephus dat de sadduceeën naast de Wet geen normatieve boeken hadden. Daarin verschilden ze van de andere halachische stromingen. De lijst van normatieve boeken van de farizeeën was bijvoorbeeld veel langer: min of meer wat nog altijd de joodse Bijbel is. De sekte van de Dode-Zee-rollen erkende naast de Wet en enkele profeten ook eigen geschriften (zoals 4QMMT), maar lijkt bijvoorbeeld Ester niet te hebben erkend.

Lees verder “Sadduceeën (1)”

De Petrus van Fik Meijer (2)

Petrus (gevelsteen Prinsengracht 1, Amsterdam)

[Ik wijd vandaag een stuk aan het boek Petrus. Leerling, leraar, mythe van Fik Meijer. Ik wil tonen dat er voor geschiedschrijving en wetenschapscommunicatie kwaliteitsnormen zijn. Meijer haalt die niet, zal bij menig lezer scepsis oproepen en draagt zo bij aan het afkalvende draagvlak voor de oudheidkundige wetenschappen. Het eerste deel is hier.]

Verouderde interpretaties

Zie ik het goed, dan citeert Meijer niet-Griekstalige joodse teksten (apocriefen, Dode Zee-rollen en rabbijnse literatuur) allemaal uit de secundaire literatuur. Net als in Jezus en de vijfde evangelist is Petrus dus een boek over een jood, geschreven zonder te kijken naar de joodse bronnen. De uitzondering die deze regel bevestigt is de Grieks-schrijvende joodse historicus Flavius Josephus, die Meijer vrijwel letterlijk volgt.

Josephus was een aristocraat die zich aan zijn privileges verplicht voelde op te komen voor de Joden én hun leiders. (Daarin was hij overigens niet anders dan zijn tijdgenoten Tacitus en Ploutarchos.) In Josephus’ visie waren niet alle Joden anti-Romeins, maar was het verzet beperkt tot een kleine groep, die niet luisterde naar het goedbedoelde leiderschap van de joodse elite. Die kleine groep zou sinds de Romeinse annexatie voortdurend de orde hebben verstoord: in de jaren tussen 6 en 66 na Chr. zou het van kwaad tot erger zijn gegaan tot de Joodse Oorlog was uitgebroken en in 70 Jeruzalem was verwoest. Althans volgens Josephus.

Lees verder “De Petrus van Fik Meijer (2)”

Dode-Zee-rollen

Een van de Dode-Zee-rollen: 4QTestimonia, met teksten over de messias (Jordan Museum, Amman)

Toen onlangs enkele oude opnames van Bob Dylan werden uitgebracht, noemde een journalist ze “Dylans Dode-Zee-rollen”. Verdere uitleg was overbodig: elke lezer begreep dat het ging om herontdekt materiaal dat nieuw licht wierp op de tijd waarin iets belangrijks was ontstaan. In het geval van de echte Rollen gaat het om een kleine duizend teksten uit de tijd waarin de grondslagen zijn gelegd voor het christendom en rabbijnse jodendom.

Ze zijn in 1947 teruggevonden in de buurt van een ruïne die Qumran heet. Sommige teksten waren al bekend uit de Bijbel, andere uit Ethiopië of uit de synagoge van Cairo, maar er was ook nieuw materiaal. De eerste onderzoekers identificeerden de ruïne als het klooster waar de rollen waren geschreven en meenden dat ze behoorden tot een kolossale bibliotheek.

Maar wie waren de joodse monniken? Toevallig hebben we een overzicht van de stromingen binnen het toenmalige jodendom: historicus Flavius Josephus onderscheidde sadduceeën, farizeeën, essenen en sicariërs, en de eerste onderzoekers meenden dat de ideeën in de Rollen het meest leken op die der essenen. De beroemd geworden Oorlogsrol toont dat deze asceten geloofden dat Israël in een apocalyptische oorlog de buurvolken – lees: de Romeinen – zou verslaan, terwijl andere teksten vertellen dat daarna een “koninklijke messias” de macht zou delen met een priesterlijke collega.

Lees verder “Dode-Zee-rollen”

Israël verdeeld (synopsis)

Omslag

Hieronder de synopsis van Israël verdeeld; kort commentaar hier en enkele blogstukjes die ik tijdens het schrijven van dit boek publiceerde daar. Bestellen van Israël verdeeld lukt met deze link.

Israël verdeeld

1. Joden en Romeinen

Het Judea dat de Romeinen aantroffen, verkeerde in een diepe crisis. De burgeroorlog waarin de Romeinse generaal Pompeius intervenieerde, is maar één uiting van die verdeeldheid. Nu is verdeeldheid tot op zekere hoogte een normaal verschijnsel: in elke samenleving zijn krachten werkzaam die groepen opzetten tegen andere groepen. Doorgaans worden deze destabiliserende krachten gecompenseerd door instellingen die de mensen juist met elkaar verbinden, zodat een samenleving doorgaans verkeert in een dynamisch evenwicht. In Judea was dit evenwicht echter zoek.

In dit hoofdstuk verder een overzicht van verouderde sjabloons (“het spirituele oosten” versus “het humanistische westen”) en enkele wetenschappelijke debatten, zoals de herinterpretatie van de Dode Zee-rollen, de “derde speurtocht” naar de historische Jezus, de nieuwe typering van het Palestijnse jodendom, nieuwe ideeën over Paulus, enz.

2. Verdeelde elite

Hoe Judea aansluiting vond bij de rest van het oostelijk Middellandse Zee-gebied, dat werd gedomineerd door twee koninkrijken: dat van de Ptolemaïsche dynastie in Egypte en dat van de Seleukiden in Syrië, Anatolië, Mesopotamië en Iran. De langzaam toenemende rijkdom leidde in Judea tot het ontstaan van een financiële elite die niet samenviel met het traditionele leiderschap, dat werd belichaamd door de hogepriesters. Dit was geen ongebruikelijk probleem, maar er waren meer tegenstellingen. Eén daarvan was die tussen de rijken, die aansluiting zochten en vonden bij de internationale elite, en de armen, die deze aansluiting misten en assimilatie afwezen. Het kwam tot opstand: de destabiliserende krachten hadden het gewonnen van de verbindende.

3. Hasmoneeën en Herodianen

De Joden herwonnen hun onafhankelijkheid, maar niet hun eenheid. De Hasmonese dynastie bouwde weliswaar een machtig koninkrijk op, maar kon steeds rekenen op verzet: de nieuwe leiders claimden het hogepriesterschap, waarop ze volgens menigeen geen recht hadden, en ontkwamen er niet aan zaken te doen met de internationale elite, hoewel deze dynastie ooit naar voren was gekomen omdat ze assimilatie afwees. Toen Rome de macht in 63 v.Chr. overnam, meende men aanvankelijk dat hogepriester Hyrkanos de eenheid zou kunnen herstellen, zodat het gebied makkelijker door de Romeinen kon worden bestuurd, maar dit bleek niet het geval. In 40 v.Chr. vervingen Rome de Hasmonese dynastie door een nieuwe bestuurder, koning Herodes. Ook hij slaagde er niet in de middelpuntvliedende krachten te overwinnen en enkele jaren na zijn dood lijfden de Romeinen Judea in als provincie.

4. Diversiteit

Dit hoofdstuk biedt een overzicht van de zaken waarover consensus bestond en waarover men van mening verschilde. Alle joden waren het erover eens dat de tempel in Jeruzalem belangrijk was, dat God de joden had uitverkoren en er een verbond mee had gesloten, dat joden alleen aan deze God mochten offeren en dat Hij zich aan hen had geopenbaard via een heilig boek. In de praktijk bestond echter onenigheid over de vraag of het tempelritueel wel door geschikte hogepriesters werd uitgevoerd, waren er diverse interpretaties van de joodse uitverkorenheid, en was men het grondig oneens over de teksten die behoorden tot de Bijbel, om over de wijze van interpretatie nog maar te zwijgen. Dit leidt tot uitvoerige discussies en ruzies over de juiste joodse levenswijze, de halacha.

5. Josephus’ vier scholen

Josephus systematiseert de chaotische halachische discussies en stelt dat er drie echte stromingen waren binnen het jodendom: de farizeeën, de sadduceeën en de essenen. Later ontstond nog een vierde stroming van mensen die meenden dat vooral de gewelddadige verdrijving van de Romeinen de prioriteit moest hebben. Zij worden in de moderne literatuur veelal aangeduid als ‘zeloten’. In dit hoofdstuk wordt gekeken of Josephus’ schetsen van deze stromingen correct zijn.

6. Toekomstvisies

Eén van de geschilpunten was de komst van de messias, een Joodse leider die volgens de voorspellingen Israël zou herstellen. Enkele theorieën komen aan de orde: oorlogsleider, hogepriester, profeet, het dubbele messiasschap in Qumran, de profeet als Mozes en andere messiaanse typen. De conclusie is dat er geen intern-joodse scheuringen bekend zijn m.b.t. het messianisme, terwijl halachische kwesties wel tot scheuringen leidden. Dit betekent dat de claim van Jezus de messias te zijn, in zijn tijd geen echt probleem kan zijn geweest. Wie wil weten waarom joden en christenen gescheiden wegen zijn gegaan, moet zich concentreren op halachische kwesties.

7. Leven in de Eindtijd

Levend in wat hij beschouwde als de Eindtijd, combineerde Jezus van Nazaret uiteenlopende halachische opvattingen en creëerde zo een nieuwe, vijfde stroming, waarin centraal stond dat God de wereld zou komen besturen en dat Israël zou herstellen. Dit hoofdstuk bevat ook een korte geschiedenis van het Christendom tot het jaar 70 en een beschrijving van de bronnenproblematiek. Het eindigt met een korte typering van het vroege Christendom.

8. De val van Jeruzalem

De ondergang van de pluriforme wereld in de Joodse Oorlog van 66-70.

9. Gescheiden wegen

Hoe de rabbi’s in Javne de grondslagen legden voor een nieuw Jodendom, waarom de Christenen dat niet aanvaardden, waarom de Romeinen juridisch onderscheid begonnen te maken tussen Joden en Christenen, hoe sommige synagogen voor Christenen werden gesloten, hoe sommige Christenen de Joden beschouwden als duivelskinderen en hoe de twee religies in de tweede eeuw langzaam maar zeker uiteen groeiden, hoewel er nog tot eind vierde eeuw “cross-overs” waren.

Israël verdeeld eindigt met een appendix, gewijd aan de hermeneutische methode en een geschiedenis van de Joodse literatuur. Een lijstje met boeken voor wie meer wil weten, een verklarende woordenlijst en een register vormen het obligate nawerk.