Misverstand: Het oog van de naald

Even ongeacht welk dier bedoeld is met het Griekse woord kamelos, een kameel of een dromedaris, het Bijbelvers dat het makkelijker is voor een kameel door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke het koninkrijk Gods te betreden, is voor sommigen nogal problematisch. In de Verenigde Staten, waar de puriteinse christenen vanouds materieel succes beschouwen als blijk van goddelijke gunst, heeft men zich altijd wat ongemakkelijk gevoeld bij Jezus’ categorische afwijzing van rijkdom.

In hun kringen schijnt het misverstand te zijn ontstaan dat in Jeruzalem een stadspoortje zou zijn geweest dat “het oog van de naald” heette. De achterliggende gedachte is dat, zoals een groot dier met enige moeite wel door een kleine poort kon, rijkdom geen definitief obstakel voor het koninkrijk hoefde zijn. Een vergelijkbaar idee is dat “oog van de naald” de oosterse naam zou zijn van een winket, dat wil zeggen het kleine deurtje dat wel wordt aangebracht in een grote deur. Zie boven.

Lees verder “Misverstand: Het oog van de naald”

Misverstand: Jezus de timmerman

Schrijnwerker, niet per se Jezus (Musée Saint-Rémi, Reims)

Het is een standaardscène in vrijwel elke film over Jezus: de flashback waarin iemand terugdenkt aan hoe het allemaal begon, met een jonge Jezus die in Nazareth nog tafels en andere meubels timmerde. In Jesus Christ Superstar (1973) herinnert Judas eraan dat “tables, chairs, and wooden chests would have suited Jesus best” en in The Passion of the Christ (2004) is de timmermanszoon uit Nazaret zelfs de uitvinder van een nieuw soort meubilair.

Het maken van meubels was echter het werk van een schrijnwerker, terwijl Jezus (volgens Marcus 6.3 || Matteüs 13.55) van beroep timmerman was – of beter, een bouwkundig vakman, wat vermoedelijk de beste vertaling is van het Griekse tektôn.

Hoe zag Jezus eruit?

Matthias Stomer, De ongelovige Thomas (c.1645)

Het Davidsfonds stuurde me Hoe zag Jezus eruit? van Willie Van Peer en hoewel ik op een geschenkje positief wil reageren, weet ik niet goed hoe. Dit boekje is niet slecht, het is niet goed, het is iets daartussen en eigenlijk ook dat niet. Van Peer behandelt een non-probleem en slaat zijwegen in. Hele paragrafen kunnen eruit, maar wat hij daarin ten berde brengt is niet onzinnig. Dat maakt het lastig recenseren.

Non-probleem

Over het uiterlijk van Jezus valt, zoals Van Peer aangeeft, niets met zekerheid te zeggen. Hij benadrukt dat de man niet heeft geleken op de blanke, blauwogige afbeeldingen uit de artistieke traditie, maar vermeldt niemand die zo denkt. De iconen uit de Byzantijnse traditie en de afbeeldingen uit de School van Beuron waren, om twee voorbeelden te geven, nooit bedoeld als realistisch.

Lees verder “Hoe zag Jezus eruit?”

Tempelreiniging

Een bankier (mozaïek uit Thabraca; Bardo-museum, Tunis)

Er was gisteren een vraag over de Tempelreiniging, het moment waarop Jezus in woede ontstak en de geldwisselaars van het tempelplein afranselde. Voor wie wil weten of het verhaal voldoet aan de authenticiteitscriteria: het is tweemaal geattesteerd (Marcus en Johannes) en ook het criterium van de gêne is van toepassing. De gebeurtenis, die volgens Marcus plaatsvond kort voor Jezus’ arrestatie, is door Johannes namelijk zo ver mogelijk daarvan weg gehaald: de vierde evangelist plaatst het voorval helemaal aan het begin van zijn verhaal, om de lezer niet op het idee te brengen dat Jezus werd gearresteerd wegens ordeverstoring.

Trof Jezus “de hogepriesters en hun onmiddellijke omgeving regelrecht in de portemonnee”, zoals geopperd? Reken maar. Er zijn meer bronnen waaruit blijkt dat er nogal wat aan de strijkstok bleef hangen. Een tijdgenoot van Jezus, de schrijver van het Testament van Mozes, meent dat in de tijd na koning Herodes een doodzieke groep goddelozen de mensen zou afpersen en desondanks de euvele moed had reinheidswetten te bespreken. De farizese leraar Simeon voer uit tegen de tarieven voor een offer: een goudstuk voor een stel duiven. Met zijn protest bereikte hij dat de vogels voortaan een sestertius kostten, één procent van wat oorspronkelijk was gevraagd. Dat zo’n prijsverlaging mogelijk was, suggereert dat de priesters vette winsten maakten.

Lees verder “Tempelreiniging”

De historische Jezus

Broodvermenigvuldiging (Wandschildering uit de catacombe van Petrus en Marcellinus, eerste helft derde eeuw)

Gisteren kreeg ik de vraag of er, aan de hand van de criteria van het onderzoek naar de historische Jezus die ik had beschreven, een biografie van Jezus viel te schrijven. Het antwoord is vrij simpel: nee. Althans niet in de normale zin van het woord. We hebben wel wat biografische gegevens en die zal ik hieronder geven, maar een verhaal waarin zijn persoonlijke ontwikkeling valt te schetsen, is niet mogelijk. Zelfs het op volgorde plaatsen van de gebeurtenissen is niet mogelijk, al heeft het niet ontbroken aan pogingen om de joodse feestdagen die in het Johannes-evangelie staan vermeld, te gebruiken als structuur voor een geschiedenis van Jezus’ optreden.

Het probleem is dat die structuur iets zegt over Johannes’ literaire vormgeving van een reeks losse anekdotes, zoals ook de structuur van het Marcus-evangelie (beginnend in Galilea en dan met een grote boog door de periferie naar Jericho en op naar Jeruzalem) dient om een reeks losse anekdotes te ordenen. Het enige deel waar de relatieve chronologie vaststaat, is de laatste week van Jezus’ leven. Daarvóór is er geen eerder of later.

Toch weten we wel wat dingen met een redelijke mate van zekerheid – al zal het lijstje u wellicht tegenvallen. Ik geef een schets. Wie meer wil weten, kan mijn boek Israël verdeeld lezen.

Lees verder “De historische Jezus”

Authenticiteitscriteria (2)

Romeinse soldaten bespotten Jezus (Catacomben van Praetextatus, Rome; tweede eeuw)

Ik introduceerde gisteren de problemen rond het onderzoek naar de historische Jezus. De oudheidkundige, geconfronteerd met verhalen die niet kunnen (denk aan natuurwonderen of voorspellingen die altijd kloppen), moet een middenweg vinden tussen goedgelovigheid en hyperscepsis. Dit speelt niet alleen bij het Jezusonderzoek; het speelt bij elke vraag naar de oude wereld. Het is alleen bij het Jezusonderzoek het meest expliciet onder ogen gezien.

Een oplossing is het gebruik van zo objectief mogelijke criteria. Nu bestaat perfecte objectiviteit niet, maar we kunnen criteria ontwerpen waar iedereen het over eens kan zijn. Je moet je voorstellen dat een gemengd samengesteld team van onderzoekers (bijv. een christen, een moslim, een jood en een atheïst) een gegeven tekst bekijkt en oordeelt of die voldoet aan een bepaald criterium. Als ze het er, ondanks uiteenlopende achtergronden, over eens zijn dat iets authentiek is of niet, mogen we aannemen dat dit ad hoc wel zo zal zijn. Voorlopig is dit de minst slechte benadering.

Lees verder “Authenticiteitscriteria (2)”

Authenticiteitscriteria (1)

Jezus en de samaritaanse vrouw. Fresco uit de Catacomben van Praetextatus. Het kapsel van de vrouw suggereert een datering rond 200 na Chr.

Het was niet mijn bedoeling van het ene naar het andere stukje over het voorrabbijnse jodendom te stappen. Er is zoveel meer Oudheid. Maar mijn lezersbestand vernieuwt zich en oude vragen keren terug, zoals die naar de betrouwbaarheid van onze bronnen. Of het nu de evangeliën zijn of Tacitus of Cassius Dio of Suetonius of Flavius Josephus: ze hebben allemaal hun vooringenomenheden en een wereldbeeld dat niet het onze is. De lezer moet een vertaalslag van de ene naar de andere cultuur maken – we noemen dat hermeneutiek – en vervolgens moeten we de geboden informatie beoordelen.

Als het gaat om het Jezus-onderzoek (ik licht dit eruit omdat er een vraag over was) hebben we te maken met een vrij complexe situatie. De brieven van Paulus zijn redelijk oud en verwijzen naar een eerdere situatie, die die zal zijn geweest van de leerlingen die Jezus hadden gekend. Toen stond centraal dat het Einde nabij was.

Paulus concludeerde al dat de Wet van Mozes niet meer was wat ’ie was geweest, dat het belangrijk was te geloven dat Jezus de messias was geweest, dat de mensheid was gered en dat Jezus zou terugkeren om de volken te oordelen. (De discussie over het Nieuwe Perspectief op Paulus laat ik even buiten beschouwing.) Iets later ontstaan de evangeliën – eerst Marcus, dan Matteüs en Lukas, tot slot Johannes – en dan is het geloof in Jezus al belangrijker dan het geloof van Jezus.

Lees verder “Authenticiteitscriteria (1)”

Het pro-actieve Paasstukje

De kruisiging van de historische Jezus was gruwelijker dan op deze middeleeuwse afbeelding (Keulen, St. Maria im Kapitol).

Binnenkort is het Pasen en aangezien journalisten altijd druk zijn met andere zaken, zullen ze voor het jaarlijkse paasstukje wel terugvallen op ongecontroleerde kopij. Dat is elk jaar raak. Als u oudheidkundige kul wil verspreiden, is dit het moment om een persbericht over de historische Jezus de deur uit te doen. Voor wie daarentegen juist géén oudheidkundige kul in de media wil hebben, is dit het moment voor prebunking. Daarom heb ik wat naderende misverstanden op een rijtje gezet.

1 Judea was politiek onrustig

Populair gemaakt door Jesus Christ Superstar en later Fik Meijer. Gebaseerd op kritiekloos gebruik van Flavius Josephus, die echter een heel eigen visie heeft op de aanloop naar de grote oorlog tussen Joden en Romeinen van 66-70. Volgens hem was de oorzaak gelegen in een “vierde filosofie” die “aan het Jodendom vreemd” was, waarmee Josephus de groep bedoelt die we kennen als de Sicariërs. Deze streed aan het begin van de jaartelling tegen de Romeinen en speelde zestig jaar later een kleine rol bij het uitbreken van de Joodse Oorlog. Josephus claimt continuïteit en om die te bewijzen noemt hij allerlei opstandelingen, maar die zitten stuk voor stuk in de periode tussen 36 en 66. Over de daaraan voorafgaande periode, waarin historische Jezus dus leefde, weet hij domweg geen rebellen te noemen. Die continue onrust in Judea bewijst hij dus niet. De wetenschappelijke conclusie dat het wel meeviel past bij de inschatting van Tacitus, die de situatie ten tijde van keizer Tiberius (r.14-37) samenvat met één woord: quies.
Lees verder “Het pro-actieve Paasstukje”

Josephus over Jezus

Christus (Catacomben van Pontianus, Rome)

Afgezien van de teksten in het Nieuwe Testament is er één eerste-eeuwse tekst over Jezus van Nazaret: de Joodse auteur Flavius Josephus noemt Jezus tweemaal. De laatste van die vermeldingen is dat de hogepriester Ananos II in het jaar 62 Jakobus de Rechtvaardige liet stenigen, “de broer van de Jezus die de messias wordt genoemd”. Er is geen reden aan te nemen dat dit een christelijke toevoeging of bewerking is: een christelijke auteur zou namelijk hebben verteld dat Jakobus van een tempelmuur was geworpen, wat het binnen het christendom gebruikelijke verhaal was over de gewelddadige dood van Jezus’ familielid.

Het tweede citaat betreft Jezus’ eigen optreden. Het wordt meestal aangeduid als het Testimonium Flavianum, het “getuigenis van Flavius Josephus”.

Lees verder “Josephus over Jezus”

NWA: Jezus’ vrouwen

Jezus en de samaritaanse vrouw. Fresco uit de Catacomben van Praetextatus. Het kapsel van de vrouw suggereert een datering rond 200 na Chr.

In onze reeks rond de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) vandaag een vraag in het verlengde van de vraag van afgelopen zaterdag:

Hoe was de waardering van de vrouw in het allereerste christendom direct na de dood van Jezus?

De vragensteller wijst erop dat Jezus vrouwen even hoog achtte als mannen en dat het daarom vanzelf sprak dat vrouwen ook in het christendom in hoog aanzien zouden staan. Ik weet eerlijk gezegd niet of ik de eerste bewering voor mijn rekening zou nemen en Jezus is daarom het onderwerp van dit stukje. (Morgen behandel ik het vroege christendom.) Laten we eens kijken naar het bewijsmateriaal, want het Nieuwe Testament noemt opvallend veel vrouwen.

Lees verder “NWA: Jezus’ vrouwen”