Paideia

Seneca en Sokrates, vertegenwoordigers van twee volken met een gedeelde cultuur (Altes Museum, Berlijn).

Wat is een Romein? Ik heb over die vraag wel vaker geblogd. Je kunt het definiëren als een bewoner van Rome of als iemand die het Romeins Burgerrecht heeft – en daarmee is meteen aangegeven hoe problematisch het is te spreken over antieke steden. De stedelijke gemeenschap woonde immers niet per se op één plek. Ook factoren die wij zelf beschouwen als belangrijk voor identiteitsvorming, zoals taal, speelden nauwelijks een rol als het ging om het definiëren van een Romein. Veel bewoners van de stad Rome spraken Grieks en in de economisch superbelangrijke oostelijke provincies sprak men Aramees. Een handiger manier om een Romein te definiëren is daarom, zo schreef ik al eerder, om te kijken naar paideia.

Paideia

Dat is, volgens het handboek van Luuk de Blois en Bert van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, de “Latijns-Griekse elitecultuur” van mensen met “dezelfde geestelijke bagage van populaire moralistische noties en allerlei hellenistische filosofische richtingen”. Meer in het bijzonder betekende dit ook dat je, als je op het hoogste stedelijke of provinciale niveau wilde meedraaien, minimaal beschaafd Latijn of Grieks moest spreken, en liever nog allebei. Je moest je klassieken kennen en kunnen citeren.

De literaire elitecultuur was overal ongeveer dezelfde. Het kwam van Gallië tot Syrië neer op een grondige training in de Latijnse en Griekse retorische schrijftaal … en vertrouwdheid met de klassieke literatuur. Daarbij kwamen beschaafde omgangsvormen en kennis van een gedragsleer die samengesteld was uit voorschriften en adviezen van populaire filosofen.

Retorica

Cruciaal is hier het woord “retorisch”. Het gaat hier feitelijk om de vaardigheid in het openbaar overtuigend te spreken. Daar kwam heel veel bij kijken: niet alleen een pakkende opening en een inspirerende conclusie, maar ook een betoog dat én logisch én emotioneel appellerend was. En een spreker die persoonlijk overtuigend was. Daar kwamen de beschaafde omgangsvormen om de hoek kijken.

Het gaat hier dus minder om gelijk hebben dan om gelijk krijgen. Daarom was werkelijke kennis van de filosofie wat minder belangrijk: dat zou maar leiden tot waarheidsclaims, die weliswaar konden helpen gelijk te krijgen, maar daarvoor geen noodzakelijke voorwaarde waren. Ook wetenschappelijke kennis was niet zo belangrijk.

Paideia als verbinding

Dit culturele programma verbond dus de Romeinse elite van oost tot west: niet van Gallië tot Syrië maar van Britannië tot Arabia Nabataea. Maar het verbindt ook ons met het verleden: de auteurs die een beschaafd mens destijds las, zijn eigenlijk altijd het hart van het gymnasiaal curriculum gebleven. Leerlingen lezen wel Homeros, Herodotos, de dialogen van Plato, Cicero en Seneca: de klassieke literatuur en enkele populaire filosofen. Er is minder aandacht voor bijvoorbeeld de filosofie van een Aristoteles of de wetenschap van een Plinius de Oudere.

Dat curriculum, historisch zo gegroeid, verbindt ons met het Romeinse Rijk en met het klassieke Griekenland. Daarom is paideia, de beheersing van een door een elite gedeeld literaire cultuur, een definitie van Romein-zijn die voor ons een implementeerbaar cultureel programma oplevert.

Kritiek daarop is mogelijk. Je hoort vaak dat een gymnasiale opleiding elitair zou zijn, maar dat is niet zo interessant. Alles waar mensen energie en liefde in steken wordt immers vroeg of laat specialistenwerk. De onderschatting van het belang van wetenschap is erger. Je kunt best eens de antieke geschiedschrijvers als wetenschappers lezen of omzien naar de biologische geschriften van Aristoteles. En het verwijt dat paideia, toen en nu, een individuele ontwikkeling impliceert en geen maatschappelijke, snijdt eveneens hout. Niemand leeft immers voor zichzelf.

Kritiek is dus zeker mogelijk, maar feit blijft dat dit culturele ideaal ons verbindt met het oude Rome en het klassieke Griekenland.

Deel dit:

17 gedachtes over “Paideia

  1. FrankB

    Definities moeten bovenal kristalhelder en eenduidig zijn plus onderscheidend vermogen hebben (sorry als ik er een paar vergeten ben). Deze definitie voldoet er aan, dus ik heb er geen problemen mee.

  2. Dirk Zwysen

    “Daar kwamen de beschaafde omgangsvormen om de hoek kijken.”

    Tegelijkertijd kwam redenaars soms vernietigend uit de hoek, met taalgebruik dat wij zouden afkeuren. Cicero tegen Piso, bijvoorbeeld.

    1. Nee, ik denk dat het grote probleem is met het Bildungs-ideaal: het gaat over een individuele ontplooiing. De maatschappelijke component, dat iemand zich ontwikkelt om een waardevolle rol te spelen in het geheel, blijft te vaak onderbelicht.

  3. “Kritiek is dus zeker mogelijk, maar feit blijft dat dit culturele ideaal ons verbindt met het oude Rome en het klassieke Griekenland.”

    Behalve dan dat men op het Gymnasium in mijn tijd (1955-1961) nauwelijks verder kwam dan het met veel moeite vertalen van Latijnse en Griekse teksten, die veel te moeilijk zijn voor de huidige generaties gymnasiasten, met maar de helft van het aantal lesuren van destijds, en dat wij vrijwel niets deden aan het opbouwen van een betoog of het spreken in het openbaar, iets waar huidige generaties vwo-ers (ook zonder klassieke bagage) veel beter in zijn.

  4. “Wat is een Romein?”
    Op Roman Army Talk hadden we eerdaags een onaangename ervaring met een jongmens uit Italië, die er hierover een vrij sterke mening op na hield. Alle Romeinen waren Italianen, zo beweerde hij, de rest van de bewoners van het Romeinse Rijk waren (daarom) slechts barbaren. Niet dat hij zijn ‘eigen’ geschiedenis goed kende (van Samnieten en Etrusken leek hij weinig tot niets te weten) maar dat verhinderde hem niet om zijn standpunt naar deze tijd door te trekken: wij (niet-Italianen) mochten ons nergens mee bemoeien omdat de Romeinse historie ‘nu eenmaal’ alleen Italiaans kon zijn. Een Australisch lid werd schamper door hem uitgelachen, het was gewoon “belachelijk” dat deze man interesse in Romeinen had. Een discussie met een Duitser nam daarentegen een wending toen onze Italiaan vernam dat de Duitser uit Keulen kwam, want Keulen had tenslotte ‘echt’ burgerrecht ontvangen (het burgerrecht uitgedeeld door Caracalla vond hij maar nep).

    Tsja, vele beledigingen in korte tijd later (hij was wel 7(!) uur lid) is hem het ‘burgerrecht’ van ons forum maar ontnomen, zo gaan die dingen. 😉

  5. Huibert Schijf

    Terzijde. Leuk artikel in de Guardian vandaag over hoe via oude luchtfoto’s Romeinse forten zijn ontdekt. Het artikel zelf in Antiquity is via het artikel in de Guardian gratis te downloaded.

  6. Thusnelda Wetering

    “.Je hoort vaak dat een gymnasiale opleiding elitair zou zijn, maar dat is niet zo interessant. Alles waar mensen energie en liefde in steken wordt immers vroeg of laat specialistenwerk.”

    Ik wilde instemmend reageren, want je hebt natuurlijk gelijk. Maar het is natuurlijk ook zo dat we andere zaken waarin mensen liefde en energie steken, dan eveneens tot schooltype moeten verheffen. Toch lijkt kennis van romcoms me geen schoolvak.

        1. FrankB

          Wat?! Om redenen die nu te lang, saai en ingewikkeld zijn om uit te leggen heb ik een paar weken terug Happiness van TaylorS bestudeeerd. Ondanks mijn gebrekkige kennis van akkoordenleer kostte me dat nog geen vijf minuten (om en om een bes en es-akkoord met af en toe een nootje toegevoegd om een vierklank te krijgen). Conclusie: de arrangeur was te beroerd om meer te doen dan aan een paar studioknoppen draaien. Wat een compositorische armoe. Dat hoeft niet zo te zijn in pop/rock, zoals vele YT filmpjes laten zien.

          1. Frans Buijs

            Ach, volgens Bob Dylan kun je een lied schrijven met één noot en dat hij nu niet meer de enige songschrijver is wiens werk literair bestudeerd wordt is toch een mooi voorbeeld van emancipatie.

  7. Arjen Dijkgraaf

    Het verschil tussen toen en nu is natuurlijk wel dat voor de Romeinen Latijn de eigen taal was. Zo geredeneerd zouden hedendaagse Nederlandse gymnasiasten eigenlijk kennis van het Nederlandse literaire erfgoed en de hedendaagse filosofische cultuur moeten nastreven, in plaats dat ze hun tijd verdoen met pogingen te behoren tot een Romeinse elite van tweeduizend jaar geleden.

    1. Frans Buijs

      Hebben wij een filosofische cultuur? Wat we in ieder geval wel hebben is tweeduizend jaar meer geschiedenis dan de oude Romeinen, dus ook meer om te bestuderen. Dat is het ellendige met geschiedenis: je krijgt er steeds meer van.

Reacties zijn gesloten.