
Wat valt er in Turkije zoal te zien? Ik behandelde vorige week de zuidwestkust, het noordwesten van het Aziatische deel van Turkije en het centrum. Vandaag gaan we naar het oosten. En dan moet meteen het hoge woord eruit: alles hier is omstreden. Niemand trekt in twijfel dat dit gebied eeuwenlang bewoond is geweest door Armeniërs, wier taal en religie sinds de Perzische tijd tot de twintigste eeuw gedocumenteerd zijn, en niemand ontkent dat de Armeense bevolking tijdens de Eerste Wereldoorlog beestachtig is afgeslacht. In Europa spreken we van de Armeense Genocide, een naam waartegen Turken bezwaar maken. Ik laat die kwestie rusten. Ik laat ook de relaties tussen de Koerden en de Turkse overheid onbesproken. U leest Volg de wolken van Marcel Kurpershoek maar, een boek dat alle stemmen aan het woord laat.
Middeleeuws erfgoed
Ik begin in Trabzon, het antieke Trapezous en het middeleeuwse Trebizonde. Niet veel oudheden hier, maar wel het op één na mooiste Byzantijnse kerkje dat ik ooit zag. (Morgen de mooiste kerk uit Turkije.) Achter Trabzon is in de bergen het Soumela-klooster, met prachtige wandschilderingen. Het achterland is heel aantrekkelijk, dus de lange rit naar Erzurum – prachtige Seljukische gebouwen – is bepaald geen straf. Nog verder ligt Kars en daar achter ligt, in het zwaar bewaakte grensgebied met Armenië, Ani.

In de Middeleeuwen was dit de hoofdstad van het Armeense koninkrijk. De huidige bezoeker ziet een massieve stadsmuur en de resten van allerlei kerken. De een nog mooier dan de ander. Aan de overkant van een ravijn ligt Armenië, waar het Russische leger een uitkijkpost heeft ingericht, waarvandaan Armeniërs naar hun in Turkije gelegen oude hoofdstad kunnen, eh, kijken. Met je Schengen-paspoort zwaai jij in Trabzon of Yerevan naar de douane en je reist verder, zodat je als Europeaan aan beide kanten van de grens kunt komen. Turken en Armeniërs hebben zoveel mogelijkheden niet.
De Turks-Iraanse grens naar het zuiden volgend komen we langs de Ağrı Dağı, die Europese reizigers in de Middeleeuwen de Ararat zijn gaan noemen. Ik heb al eens verteld dat de Ağrı Dağı niet de plaats is die in de oudste joodse en Mesopotamische tradities aangewezen is geweest als de rustplaats van de ark van Noach, dus ik laat het rusten. Wat ik wel wil zeggen is dat het een fenomenaal indrukwekkende vulkaan is.

De Koerdische gebieden
De stad Van heette ooit Tušpa en was de hoofdstad van Urartu. De koninklijke graven zijn op de citadel en zijn toegankelijk. Die citadel is in gebruik gebleven in de Perzische tijd – er is een inscriptie van Xerxes – en ook daarna, zodat de meeste fortificaties Seljukisch zijn. Van zelf heeft een museum maar hoewel ik de stad drie keer heb bezocht, was het steeds gesloten. Ik weet niet hoe de stad, die is getroffen door een heftige aardbeving, er momenteel bij ligt.
Even verderop ligt Çavustepe, nog een Urartese stad. Je kunt een bezoek daaraan prima combineren met het kerkje Akdamar, gelegen op een eiland in het Vanmeer. Ik kwam er ooit aan met enkele mensen uit Canada, die afstammelingen bleken te zijn van de verdreven Armeense bewoners. Ze wilden graag in dit kerkje hun liturgie zingen. (De priester in het gezelschap was overigens op het gênante af geïnteresseerd in de benen van een reisgenote.)

De volgende door u te bezoeken stad zal Tatvan zijn, waarvandaan je uitstapjes kunt maken naar de vulkaan Nemrut of naar het slagveld van Manzikert. Daarna kom je in Diyarbakır, het antieke Amida, met stoere Romeinse muren. Het conflict tussen de Turkse overheid en de Koerden is hier de laatste jaren extreem gewelddadig geweest en een groot deel van de stad is zwaar beschadigd. Ooit kwam ik er twee keer vlak achter elkaar, met misschien drie weken er tussen; een muur die de eerste keer nog vlekkeloos wit was geweest, was de tweede keer doorzeefd met kogels. Ik heb echter ook mooie herinneringen aan de stad, zoals aan een mooie bruiloft en een prachtige moskee. Maar ook aan een priester die het achterste van zijn tong niet liet zien.
Mesopotamië
Wie geïnteresseerd is in christelijk erfgoed, kan vanuit Diyarbakır naar het beeldschone Saffraanklooster bij Mardin of naar het oosten, langs allerlei verlaten en halfverlaten kloosters, naar Nisibis. Er zijn waarschuwingen geweest voor dit grensgebied. Ik heb zelf nooit de gelegenheid gehad naar Cizre te reizen, al zou ik graag het veronderstelde graf van Noach zien. Aan de overzijde van de Tigris is de berg waarop volgens de antieke tradities de Ark is vastgelopen. Dit is het drielandenpunt met Iran en Irak.

Van Mardin naar het westen reizend kom je in Sanli Urfa, het antieke Edessa. Een machtige citadel, een vijver vol vissen, en een goed museum zijn maar drie troeven. Je kunt dagtochtjes maken naar Harran in het zuiden en de prehistorische site Göbekli Tepe. Ik heb een stukje van mijn hart in deze regio liggen en nu ik dit schrijf, verbeeld ik me de sumak weer te ruiken.
Weer westelijker is de Eufraat, waar de antieke stad Zeugma (“brug”) heeft gelegen. Een stuwmeer heeft die onder water gezet, maar de mozaïeken zijn gered. Daarover zo meteen. Het gebied tussen Cizre en Zeugma heette in de Oudheid Mesopotamië. Dat dat woord ook slaat op ruwweg Irak, is in de antieke literatuur weinig gedocumenteerd.

Het mooiste van Turkije
Ten westen van de Eufraat zijn we in het antieke koninkrijk Kommagene. In Gazi Antep is het museum met de mozaïeken uit Zeugma, een museum dat qua schoonheid niet onderdoet voor het Akropolismuseum in Athene of het Mineralenmuseum in Beiroet.
Gebruik Antep of Urfa voor de rit naar twee werelderfgoedsites. De eerste is de berg Nemrud, het mausoleum van een Kommageense koning. Er zijn diverse kleinere sites in de omgeving, even interessant. Ik adviseer een goede voorbereiding want mijn zakenpartner en ik zijn er ooit lelijk verdwaald. De bulderlach van de Turkse chauffeurs bovenaan de berg, toen ze onze Fiat Pinda zagen aankomen, zal ik niet snel vergeten.

Aan de andere kant van de berg ligt Arslantepe: een stad die teruggaat tot de Kopertijd en een tweede bloeiperiode had in de Neo-Hittitische tijd. Eveneens werelderfgoed.
Ik voeg nog toe dat je, terugkerend naar het westen vanuit Gazi Antep, nog naar het slagveld van Issos, Antiochië en Seleukeia kunt gaan. Alle drie interessant – maar geen berg Nemrud, want die is echt uniek.
[Morgen het slot van deze reeks: Istanbul.]
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.