Books that made History

Ik geef het u te doen: een expositie maken over vijfentwintig boeken die de wereld hebben veranderd. Sommige keuzes liggen voor de hand. Niemand zal de plek van de Bijbel betwisten of bezwaar hebben tegen Scaligers chronologische studies. Andere keuzes zijn discutabel, en zo hoort het ook. Van een selectie die niet een beetje schuurt, heeft de bezoeker niets opgestoken. Hetzelfde geldt voor boeken waar je nog nooit van had gehoord. Dus ja, leg het pleidooi voor een onverstoord sterven van Adrienne van Till er maar bij.

De expositie waar ik het over heb is deze week begonnen in het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. Het is in een oudheidkundig museum minder een vreemde eend in de bijt dan je zou denken, want zeker tot 1600 was de westerse cultuurgeschiedenis een dialoog met de Oudheid. In de geesteswetenschappen duurde die dialoog nog langer. Wie let op het Romeins Recht kan zelfs 1900 als einddatum nemen. Dus ja, zo’n expositie kan prima in het RMO.

Lees verder “Books that made History”

E.P. Wegener (1908-1958) (5)

Dr. Eefje Prankje Wegener

[Eefje Prankje Wegener was een van de belangrijkste Nederlandse papyrologen. Ze is wat vergeten geraakt. Papyroloog Klaas A. Worp (KNAW) ontdekte dat haar leven interessant genoeg was voor een eigen biografie (noot 1). Vandaag het slot van een vijfdelige gastbijdrage van Klaas Worp, waarvan het eerste deel hier was.]

Papyrologe in Leiden

Na het vertrek van de Duitse bezetters uit Nederland in mei 1945 en de wederopbouw van het universitaire leven in Leiden kwam Prof. Van Groningen binnen de Leidse Universiteit in de gelegenheid voor zijn promota een serieuze functie binnen het in 1935 opgerichte Leids Papyrologisch Instituut te regelen. Eefje Prankje Wegener kreeg een aanstelling om met name het werk aan de zgn. “Berichtigungsliste” (een voor papyrologen wereldwijd werkzaam uiterst belangrijk werk-instrument) van de grond te tillen en voort te zetten.

Lees verder “E.P. Wegener (1908-1958) (5)”

E.P. Wegener (1908-1958) (4)

Dr. Eefje Prankje Wegener

[Eefje Prankje Wegener was een van de belangrijkste Nederlandse papyrologen. Ze is wat vergeten geraakt. Papyroloog Klaas A. Worp (KNAW) ontdekte dat haar leven interessant genoeg was voor een eigen biografie (noot 1). Vandaag de vierde aflevering van een vijfdelige gastbijdrage van Klaas Worp, waarvan het eerste deel hier was.]

Register van de huizen in Leiden

De situatie van de universiteit in de oorlog moet van nadelige invloed zijn geweest voor het papyrologische werk van Eefje Prankje Wegener. Voor zover dit nu nog valt na te gaan, had zij na haar promotie geen baan en beschikte zij “dus” over veel “vrije” tijd. Dat kan dan ook de verklaring zijn voor het feit dat ze in de jaren 1944-1945 met ir. H.A. van Oerle aan een geheel andere exercitie is begonnen. Tot op de dag van vandaag is niet bekend, hoe zij in contact is gekomen met de architect Van Oerle, die toen al bekend stond voor zijn grote interesse voor de geschiedenis van Leiden (noot 21). Ook hij beschikte over veel vrije tijd vanwege de schaarste aan opdrachten, waardoor hij alle tijd had voor archiefonderzoek (noot 22). Naar alle waarschijnlijkheid zal het contact via Wegeners universitaire begeleiders tot stand gekomen zijn.

Lees verder “E.P. Wegener (1908-1958) (4)”

E.P. Wegener (1908-1958) (3)

Dr. Eefje Prankje Wegener

[Eefje Prankje Wegener was een van de belangrijkste Nederlandse papyrologen. Ze is wat vergeten geraakt. Papyroloog Klaas A. Worp (KNAW) ontdekte dat haar leven interessant genoeg was voor een eigen biografie (noot 1). Vandaag de derde aflevering van een vijfdelige gastbijdrage van Klaas Worp, waarvan het eerste deel hier was.]

Study tour naar Parijs, Londen en Oxford

Vermoedelijk op aanbeveling van haar leermeester Van Groningen kreeg Eefje Prankje Wegener een toelage van het Fruin-fonds om in Parijs, Oxford en Londen bij gerenommeerde papyrologen in de leer te gaan (noot 13). In Parijs werkte ze onder de hoede van Prof. P. Collart, mej. G. Rouillard, mr. A. Dain en Prof. P. Collinet. Zij woonde in Parijs op de Rue de Charonne 94 (XIe arrondissement) (noot 14). In Londen werkte ze samen met mr. Theodore Cressy Skeat (1907-2003). Hij was als curator papyrorum verbonden aan het British Museum. En samen publiceerden zij een in het British Museum bewaarde papyrus voor de eerste keer in een omvangrijk (23 pp.) artikel in The Journal of Egyptian Archaeology 21 (1935), pp. 224-247 (zie hieronder de bibliografie, no. 2).

Lees verder “E.P. Wegener (1908-1958) (3)”

E.P. Wegener (1908-1958) (2)

Dr. Eefje Prankje Wegener

[Eefje Prankje Wegener was een van de belangrijkste Nederlandse papyrologen. Ze is wat vergeten geraakt. Papyroloog Klaas A. Worp (KNAW) ontdekte dat haar leven interessant genoeg was voor een eigen biografie (noot 1). Vandaag de tweede aflevering van een vijfdelige gastbijdrage van Klaas Worp, waarvan het eerste deel hier was.]

Middelbare school in Wassenaar

Op 3 juli 1922 arriveerde het gezin op Weteringlaan 4 (later 6). Merkwaardig genoeg staat in het bevolkingsregister bij Eefje Prankje Wegener het huisnummer 9 doorgestreept en is dat vervangen door een 7. Of er sprake is van een verhuizing of een omnummering van de huisnummers is niet duidelijk, maar het adres “Weteringlaan 7” zal later in deze geschiedenis vaker opduiken. Verder valt op, dat de Burgerlijke Stand van Wassenaar aanvankelijk enige moeite had met de naam “Prankje”, gezien het feit dat in eerste instantie “Froukje” werd genoteerd; een naams-element dat later (ook al weer) is doorgehaald en vervangen door “Prankje”.

Lees verder “E.P. Wegener (1908-1958) (2)”

De eerste wereldtaal

[Vandaag een gastbijdrage van mijn goede vriend Richard Kroes, die heel veel weet van oosterse talen en wiens blog u ook eens moet bekijken.]

Vanavond is de officiële presentatie van een boek dat ik stiekem al gelezen heb: De eerste wereldtaal, de geschiedenis van het Aramees van Holger Gzella, professor Hebreeuwse en Aramese Taal- en Letterkunde in Leiden, uitgegeven door Athenaeum-Polak & Van Gennep. Ik kreeg de proefdrukken toegestuurd en heb het boek direct verslonden. Aramees, dat kent u als de taal die Jezus sprak. Gzella krijgt regelmatig een vraag om uitspraken van de timmerman uit Nazareth in het Aramees. Voor een tatoeage.

Op dergelijke vragen gaat hij doorgaans niet in, want hoe Jezus zijn moerstaal sprak, daar weten we eigenlijk niet heel veel van. Het Aramees dat we kennen uit de periode waarin hij leefde, is de Aramese schrijftaal uit de Dode Zee-rollen, en dat sprak de gewone bevolking niet. Arameese spreektaal kennen we wel: het Palestijns Aramees, maar de bronnen daarvoor zijn van enkele eeuwen daarna. En dan weten we bovendien nog dat Jezus sprak met een Galilees accent, waar we helemáál niks over weten.

Lees verder “De eerste wereldtaal”

Fietsen naar Thessaloniki: afstuderen

Afstuderen in Leiden

Ik was thuis van zo’n zes weken fietsen door België, Frankrijk, Italië en Griekenland en had besloten mijn studie af te maken. Ik schreef dus een scriptie waarin ik de romanisering van het Iberische Schiereiland vergeleek met de daaropvolgende arabisering. Het resultaat ziet u hierboven: ik studeerde af en zette, zoals men in Leiden gewoon is, mijn handtekening op de daarvoor bestemde muur.

Als ik in die tijd in Leiden moest zijn, ging ik op de fiets. Wilde ik nadenken, dan nam ik de route langs de Westeinderplassen en de Braassemermeer; had ik haast, dan was er de route over Hoofddorp en Nieuw-Vennep. Hieruit kunt u afleiden dat ik mijn witte RIH terug had. Dat was echter niet vanzelfsprekend geweest.

Lees verder “Fietsen naar Thessaloniki: afstuderen”

Tja, Leiden

De Madurodamse campus Leiden

De blog Neder-L, waarop een groep neerlandici dagelijks schrijft over hun vakgebied, bevatte onlangs een 1 april-grap die in elk geval mij even op het verkeerde been zette. Auteur Peter Arno Coppen kondigde vroeg in de ochtend aan dat de blog zou worden gesplitst in een gratis, publiek deel en een betaalsite. Zijn collega Marc van Oostendorp reageerde daarop als door een adder gebeten: dit had de redactie nooit afgesproken, neerlandistiek diende toegankelijk te blijven, hij was boos, zou een nieuwe blog gaan beginnen. Verschillende formuleringen maakten duidelijk dat het een grap moest zijn, maar ik heb die eerste april toch even geaarzeld.

Het zou namelijk zomaar hebben gekund. Zoals de vaste lezers van deze kleine blog weten, maak ik me nogal wat zorgen over de toekomst van de humaniora. Illustratief is, denk ik, de gang van zaken vorig jaar aan de UvA: terwijl er grote problemen waren, claimde men dat de humaniora belangrijk waren, maar toonde men dat niet. Als de UvA-geesteswetenschappers zichzelf te kijk hadden willen zetten als zelfingenomen en wereldvreemd, hadden ze dat niet efficiënter kunnen doen. Helaas geldt dat voor alle letterenfaculteiten. Een goede website waar de doorbraken in de taalkunde aan het publiek worden getoond? Is er niet. De archeologische vondsten in Kessel aangrijpen om de mensen te tonen dat archeologen en historici verschillend denken over de aard van een oudheidkundig bewijs? Doen we niet. Tonen welke hermeneutische benaderingen er bestaan? Ga maar vragen bij de theologen. Omdat vrijwel niemand de moeite neemt de humaniora uit te leggen, is het alleszins denkbaar dat er werkelijk nog eens geld gevraagd zal worden voor een blog over neerlandistiek. Men is er onprofessioneel genoeg voor.

Lees verder “Tja, Leiden”

Ruttes Romeinse Rijk

rutte

Gisteren maakte de Leidse historicus Mark Rutte de voorlopig domste opmerking uit zijn loopbaan. Konden we zijn onwetendheid over de Hollandse Schouwburg nog afdoen als een moment van verstrooidheid aan het einde van een persconferentie, een opmerking in een interview is weldoordacht. De geïnterviewde herleest het immers en als hij minister-president is, heeft hij ook nog mensen die er even naar kijken. Rutte heeft willens en wetens aan de vooravond van het Nederlandse voorzitterschap van de EU in de Financial Times “on record” willen gaan met zijn opmerking dat Europa óf de migrantenstromen moet indammen óf ten onder zal gaan zoals het Romeinse Rijk.

Dit is om twee redenen fout. De eerste daarvan is dat de Germaanse stammen die zich in de vierde en vijfde eeuw in het Romeinse Rijk vestigden, opgingen in de plaatselijke bevolking. Het is een van de verdiensten van de twintigste-eeuwse archeologie dat ze het idee weerlegde dat Rome door volksverhuizingen ten onder is gegaan. De immigranten – groepen van hooguit enkele tienduizenden Germanen op een bevolking van tientallen miljoenen Romeinen – zijn geassimileerd.

Lees verder “Ruttes Romeinse Rijk”

Toga-party in Leiden

(©Hielco Kuipers)

Hoewel ik als historicus altijd heb geweigerd me te specialiseren, kan ik toch niet ontkennen dat ik de Oudheid het interessantst vind: Babylon, Egypte, Judea, Griekenland, Rome, de Kelten. Elke maand geef ik daarover een elektronische nieuwsbrief uit waarin ik links opneem naar het oudheidkundig nieuws van de voorgaande weken. Wat me elke maand weer opvalt, is dat met name archeologische persberichten erg inaccuraat zijn. Zo’n 40 procent ervan bevat serieuze onjuistheden, meestal overdrijvingen waarvan je vrij makkelijk kunt zien dat er wordt geprobeerd een financier te behagen.

Als ik hierover vertel aan collega’s, kijken ze me meestal wat meewarig aan. “Dat wisten we allang,” zeggen ze dan, verbaasd over mijn naïviteit. Ze weten dan meestal nog andere voorbeelden te geven, bewijzend dat ze het inderdaad allang wisten en dat ze niet de vermoeid-cynische pose aannemen van de wereldwijze geleerde die het allemaal al heeft gezien en niets meer gelooft. De archeologie heeft een serieus imagoprobleem.

Lees verder “Toga-party in Leiden”