De Nabateeërs van Petra

Een Nabatees portret uit Mada’in Salih (Archeologische Musea, Istanbul)

Voor ik het met u kan hebben over de Nabateeërs, een Arabische stam in zuidelijk Jordanië en het noordwesten van Saoedi-Arabië, moeten we het eerst hebben over de Assyriërs. In de loop van de negende en achtste eeuw v.Chr. onderwierpen die grote delen van de Levant. Na 612 v.Chr. namen de Babyloniërs de macht over in het Nabije Oosten. Zij annexeerden de koninkrijkjes die nog ontbraken aan het oosterse wereldrijk: Juda in 587, Ammon en Moab in 582, Edom in 553. Koning Nabonidus trok daarna verder naar de oase Tayma en bereikte uiteindelijk Yatrib, het huidige Medina.

Daarmee kwam een einde aan een reeks kleine IJzertijdstaten, zonder dat er duidelijk nieuw gezag was. De bewoners hergroepeerden en verplaatsten zich. De bewoners van Edom lijken naar het noordwesten getrokken en in het gebied dat ze achterlieten treffen we de Nabateeërs aan. In een jong deel van het boek Jesaja lezen we dat “Nebajoth” kwamen offeren in Jeruzalem (60.7). We weten niet zeker of dat Nabateeërs zijn, maar het zou kunnen.

Lees verder “De Nabateeërs van Petra”

Van heinde en verre

Mozaïek van een karavaan uit Bosra in Syrië (in het plaatselijke museum, hopelijk nog steeds). In de Romeinse tijd kwamen dromedarissen ook voor in de Lage Landen. (in het plaatselijke musea, hopelijk nog steeds)

Van heinde en verre: de Week van de Klassieken is gewijd aan migratie. Dat onderwerp kwam ook aan bod bij de Nationale Archeologiedagen, terwijl vorig jaar mobiliteit het thema was van de Romeinenweek. Dat is natuurlijk geen toeval.  Het is een van de meest opvallende trekken van de menselijke soort dat ze beweeglijk is. Tienduizenden jaren geleden heeft de soort zijn oorspronkelijke habitat in Afrika verlaten en sindsdien is hij via het Arabische Schiereiland uitgewaaierd naar de rest van de wereld, naar de maan en binnenkort naar Mars. Als we ooit besluiten dat we als homo niet zo sapiens zijn, dan kunnen we altijd nog besluiten dat we homo migrans zijn.

In de Oudheid was het niet anders en dan bedoel ik niet – of niet alleen – dat grote groepen vanuit Griekenland en Italië uitzwermden om zich te vestigen in nieuwe steden en in Romeinse volksplantingen rond de Middellandse Zee. Ook hier in de Lage Landen waren de bewoners mobiel. U weet wel, de Bataven kwamen de Rijn afzakken. De dichter Claudianus vermeldt Belgische boeren die hun kuddes lieten verweiden in het Overrijnse. Ik heb weleens geblogd over aardewerk dat bij Kontich, ten zuiden van Antwerpen, is opgegraven en dat bleek te zijn gemaakt van klei uit Drente. Eén van de beroemdste verhalen over de Friezen, dat van Verritus en Malorix, begint met een volksverhuizinkje. Dat alles was allemaal allang bekend, maar mobiliteit is de laatste tijd nogal in de mode. En dat komt uiteraard door de DNA-revolutie.

Lees verder “Van heinde en verre”