De slag bij Ipsos

Seleukos I Nikator (Metropolitan Museum, New York)

Het handboek waarover ik op donderdag blog, Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek, verwijst één keer naar de slag bij Ipsos. Na de dood van Alexander de Grote was de opvolgingsstrijd uitgebarsten en zijn dynastie uitgemoord. Antigonos Eénoog en diens zoon Demetrios de Stedendwinger lijken – “lijken”, want we weten het niet zeker – te streven naar de alleenheerschappij.

In 301 werd Antigonos bij Ipsos in Klein-Azië verslagen door een coalitie met onder anderen Seleukos, terwijl Ptolemaios “meehielp” door Palestina en Zuid-Syrië te bezetten. Antigonos sneuvelde op eenentachtigjarige leeftijd.

Meer is in een handboek ook niet nodig, maar er valt wel iets méér over te vertellen. Om te beginnen dat Seleukos niet bepaald gelukkig was met Ptolemaios’ “hulp”. Ptolemaios beheerste nu wat Seleukos meende dat hem rechtens toekwam. Seleukos zei geen oorlog te willen voeren met Ptolemaios, die hem ooit had geholpen, dus hij verdaagde het onvermijdelijke conflict tot de volgende generatie. De toen uitgebroken reeks conflicten staat bekend als de Syrische Oorlogen. Of Seleukos’ verwijzing naar Ptolemaios’ eerdere verdiensten de feitelijke reden was, of slechts een smoes, valt niet langer uit te maken.

Lees verder “De slag bij Ipsos”

Het hellenisme

Hellenisme: de Macedonisch-Egyptische koning Ptolemaios XI met Griekse baard en Egyptische kroon (Louvre, Parijs)

In het handboek waarover ik op donderdag schrijf, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, zijn we aanbeland bij het hellenisme. Een sterk hoofdstuk. Ik heb het dilemma van de handboekauteur al eens aangegeven: je moet enerzijds een standaardverhaal vertellen en anderzijds mensen die nooit méér informatie krijgen over de Oudheid, de correcte inzichten tonen. Het standaardverhaal is echter in wezen negentiende-eeuws, waardoor correcte inzichten niet aansluiten bij wat wat maatschappelijk bekend is. Dit keer varen de auteurs tussen Skylla en Charybdis door.

Er wordt vaak gesuggereerd dat in de hellenistische tijd grote monarchale rijken [Ptolemaïsch Egypte, Antigonidisch Macedonië, Seleukidisch Azië en Attalidisch Pergamon] de plaats innamen van de kleine zelfstandige stadstaten (poleis) van de klassieke tijd. Dat is maar ten dele waar.

Zo kan het dus ook: je noemt het standaardbeeld en legt uit dat het ongenuanceerd is. De auteurs kiezen positie. Het leidt tot een fijn, helder hoofdstuk. Het is beter dan het voorafgaande, dat veel te vaak de bronnen volgde en daardoor uit balans was.

Lees verder “Het hellenisme”

Barsine, de vrouw achter Alexander de Grote

Vrouwenportret uit Persepolis (Nationaal Museum, Teheran)Perzishc

Ik beloofde een stuk over Barsine, de vrouw achter Alexander de Grote. Eigenlijk is het een beetje een afgeleide van een afgeleide. In het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, waren we aangekomen bij de transitie van de klassiek-Griekse naar de hellenistische wereld; we hadden het daarom over Alexander; ik vond het daarna aardig het ook te hebben over de Perzische edelman Artabazos, een afgeleid onderwerp maar wel een man van twee werelden en twee tijdperken; en vandaag behandel ik dus Barsine. Ze was de dochter van Artabazos en de geliefde van Alexander.

Jeugd

Barsine is waarschijnlijk in 363 v.Chr. geboren als oudste dochter van Artabazos. Net als zijn voorouders was hij satraap van een provincie in het noordwesten van het Aziatische deel van het huidige Turkije. Barsine zal zijn opgeleid door de beste Perzische leraren, maar had ook Griekse leraren.

Lees verder “Barsine, de vrouw achter Alexander de Grote”

Artabazos

Portret van een Perzisch edelman (Nationaal Museum, Teheran)

Ik heb in mijn stukjes over de Bondgenotenoorlog en de Derde Heilige Oorlog een paar keer Artabazos genoemd, de Perzische opstandeling die eerst Atheners en later Thebanen in dienst nam. Het is een interessante man die, samen met zijn dochter Barsine, wat aandacht verdient. Historici vertellen het verhaal van Alexander de Grote, waarin beide een rol spelen, vaak vanuit het perspectief van de Macedonische verovering – en terecht – maar er zijn meer perspectieven. Dus, bij wijze van aanvulling op het handboek van De Blois en Van der Spek, vandaag: Artabazos.

Opstand

Hij is rond 389 v.Chr. geboren als jongste zoon van Farnabazos II, de satraap van wat bekendstaat als Hellespontijns Frygië. Dat is het gebied ten zuidoosten van de Zee van Marmara. De familie heerste er al ruim een eeuw; ik noemde al eens een eerdere Artabazos. De Farnakiden, zoals ze heetten, waren op allerlei manieren verwant en vervlochten met de lokale elites in Perzisch Anatolië. Zo raakte ze in de jaren zestig van de vierde eeuw betrokken bij opstanden tegen koning Artaxerxes II Mnemon. Die eindigden rond 362 toen Artabazos’ oudere broer werd verslagen en gekruisigd. De aanspraken van de familie op de satrapie waren echter zo sterk dat de koning er niet omheen kon een familielid van zijn verslagen tegenstander te benoemen: Artabazos dus.

Lees verder “Artabazos”

Alexander de Grote in context

Al voor Alexander de Grote verspreidde de Griekse cultuur zich, zoals gedocumenteerd door dit teliëf uit Sidon uit het tweede kwart vierde eeuw v.Chr. (Nationaal Museum, Beiroet).

Alexander de Grote: in het handboek waarover ik op donderdag vaak blog, Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek, ben ik nu aangekomen bij deze wereldveroveraar. Ik heb al aangegeven dat de auteurs bij hun behandeling van de vijfde eeuw v.Chr. de nadruk legden op de Griekse stadstaten die lagen binnen de grenzen van het huidige Griekenland. Eenmaal aangekomen bij de vierde eeuw trekken ze dit enigszins recht met een kort, eigenlijk te kort, stuk over de westelijke Grieken. Ook is er een paragraaf over de economie. Daarmee komt het hoofdstuk over de klassieke tijd ten einde.

Het volgende hoofdstuk gaat over de hellenistische periode, dus de tijd van Alexander tot Augustus, zeg 330 tot 30 v.Chr. Een belangrijk kenmerk van dit tijdvak is dat de Griekse cultuur zich verspreidde over het Nabije Oosten. Overal moest ze zich met oudere beschavingen zien te verhouden, wat echt interessante wisselwerkingen oplevert. Alleen al voor de zalen die in het Louvre zijn gewijd aan het hellenistische en Romeinse Nabije Oosten zou je naar Parijs willen. Ik schrijf dat zonder ironie of overdrijving. Je kunt er twee dagen rondlopen zonder je te vervelen.

Lees verder “Alexander de Grote in context”

De Derde Heilige Oorlog (2)

Filippos II, portret uit de villa van Welschbillig (Landesmuseum, Trier)

[Tweede deel van een stuk over de Derde Heilige Oorlog. Het eerste was hier.]

Thessalië

De Derde Heilige Oorlog werd beslist in Thessalië. De Thessaliërs waren een federatie van poleis, waarvan Larissa traditioneel het belangrijkst was. In de voorafgaande jaren had Ferai meer invloed gekregen en het was Ferai geweest dat in de Derde Heilige Oorlog van Thebe naar Fokis was overgelopen. Dat zat de leiders in Larissa niet lekker, die besloten hulp te vragen bij Filippos van Macedonië.

Ferai vroeg daarop hulp in Fokis en Onomarchos reageerde door eerst zijn broer te sturen met 7000 man en er vervolgens zelf op af te gaan met 20.000 man. De aantallen zijn geloofwaardig en suggereren dat Fokis Thessalië niet alleen wilde helpen, maar ook op eigen voorwaarden wilde herorganiseren. De inzet bestond uit de Thessalische stemmen in de Delfische Amfiktyonie: als Fokis die controleerde, kon het de Amfiktyonie laten stemmen tegen verdere voortzetting van de Derde Heilige Oorlog.

Lees verder “De Derde Heilige Oorlog (2)”

De Derde Heilige Oorlog (1)

Marcherende hoplieten (Louvre, Parijs)

In mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, beschreef ik vorige week de Bondgenotenoorlog (357-355 v.Chr.). Die eindigde toen de Atheners, door de dreiging van een Perzische vlootinterventie, de handdoek in de ring gooiden. Zo verloren ze hun imperium. De democratie hield het nog wat langer uit maar het einde van het klassieke Athene kwam in zicht. Wat ik niet noemde was dat de Atheense alliantie ook weleens een succesje boekte, zoals die keer, kort voor het uitbreken van de Bondgenotenoorlog, toen het eiland Euboia aansluiting zocht.

Dat zat de Thebanen niet lekker. Hun stad had Sparta verslagen – ik blogde er al over – en had later de Spartaanse orde op de Peloponnesos voorgoed vernietigd. Nu Thebe de nieuwe leider van Griekenland was, kon het niet zomaar toestaan dat Euboia afvallig was. Een conflict met Athene was echter iets dat het niet wilde. Het Atheense debacle lag, toen Euboia afviel, nog anderhalf jaar in de toekomst. Om te tonen dat Thebe niet met zich liet spotten, zocht het een andere oorlog. Het doelwit was Fokis, het landschap ten westen van Boiotië (het landschap waarin Thebe lag). Het voorwendsel: de Fokenzen zouden land hebben bebouwd dat eigendom was van Apollo, de god van Delfi.

Lees verder “De Derde Heilige Oorlog (1)”

De Atheense Bondgenotenoorlog

Artaxerxes III Ochos (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Een tijdje geleden gaf ik in mijn reeks over het eerstejaarshandboek oude geschiedenis, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, aan dat het dicht bij de bronnen blijft en daardoor niet goed in balans is. We lezen veel over de Perzische Oorlogen en over de Peloponnesische Oorlog, en dit laatste precies volgens de selectie die Thoukydides aanbrengt, maar de Bondgenotenoorlog en de Derde Heilige Oorlog komen er bekaaid vanaf. De bronnen laten zich daar niet zo een-twee-drie navertellen. Jammer, want deze twee conflicten schiepen het vacuüm dat Macedonië zou vullen. Ze markeren feitelijk het begin van het einde van de Griekse vrijheid. Om die reden blog ik vandaag toch eens over de Bondgenotenoorlog, die u moet plaatsen tussen 357 en 355 v.Chr.

De Tweede Delische Zeebond

Eerst nog even dit: door de opkomst van Thebe – hierover schrijven De Blois en Van der Spek wel het een en ander – waren de kaarten in het Griekse moederland grondig geschud. Zeker na de slag bij Leuktra in 372 was Sparta niet langer de supermacht die het ooit was geweest. De Atheners hadden al in 378 een tweede Delische Zeebond opgericht, die minder hoorde te gelden als een eigen imperium, wat een veelgehoorde klacht was geweest bij de oorspronkelijke Delische Zeebond. Het probleem was dat Athene zijn herwonnen bondgenoten niet goed wist te beschermen.

Lees verder “De Atheense Bondgenotenoorlog”

Het handboek als Zwitsers zakmes

De Apollo-tempel van Delfi

Ik constateerde al eerder dat De Blois en Van der Spek, de auteurs van Een kennismaking met de oude wereld, dicht bij de bronnen blijven als ze de politieke geschiedenis van de klassieke periode beschrijven. Traditioneel is het handboek niet alleen voor de Perzische Oorlog, de Archidamische Oorlog en de Dekeleïsche Oorlog. De paragraaf over de diverse Atheense bevolkingsgroepen (metoiken, slaven, vrouwen…) biedt weinig dat niet ook in 1970 zo geschreven zou zijn, al is me niet ontgaan dat de cijfers voor de bevolkingsomvang tussen de zesde en zevende druk zijn aangepast (en terecht).

Zwitsers zakmes

Ook als het gaat over kunst en religie, oogt het allemaal traditioneel. Zoals ik al eerder heb gezegd: dat is onvermijdelijk. Een handboek moet informatie geven waarover op college te discussiëren is. Het probleem heb ik ook al benoemd: terwijl je enerzijds moet vertrekken vanuit een algemeen bekende en dus traditionele basis, bied je zo wéér verouderde inzichten aan classici, archeologen en historici die zich niet specialiseren in de geschiedenis van de Oudheid. Ik weet de oplossing ook niet, maar het is wel alsof een student biologie die niet specialiseert in paleontologie nooit hoort hoe dankzij Lucy en het DNA-materiaal de menselijke stamboom is veranderd.

Lees verder “Het handboek als Zwitsers zakmes”

De Peloponnesische Oorlog (2)

Inscriptie met de namen van gesneuvelde Atheners (Louvre, Parijs)

In het eerste stukje legde ik de hoofdlijn van de oorlogen tussen 431 en 387 v.Chr. uit. Wat opvalt in het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, is hoe traditioneel het is. De auteurs volgen Thoukydides, die de Archidamische en Dekeleïsche Oorlog samenneemt tot één conflict. De Korinthische Oorlog, die uitbrak na Thoukydides’ dood, behandelen ze afzonderlijk.

Voor wat samen hoort en wat niet, volgen ze dus het oordeel van hun bron. Daar ligt een reëel probleem, want het is denkbaar dat als Thoukydides langer had geleefd, hij alle drie oorlogen had beschreven. Er is namelijk een aanwijzing dat hij Athenes herstel nog heeft herkend, aangezien hij het ergens heeft over de onvermijdelijkheid waarmee dingen zich ongeveer herhalen zoals ze al zijn gebeurd. De discussie over de interpretatie daarvan is hopeloos complex en hangt samen met die over zijn sterfjaar.

Lees verder “De Peloponnesische Oorlog (2)”