Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (2)

Het Karabel-reliëf

[Tweede deel van een stuk over antiek erfgoed in westelijk Turkije. Het eerste was hier.]

Smyrna

Vanuit Efese kun je via het orakel van Klaros en het belangrijke Karabel-reliëf uit de Late Bronstijd naar Izmir, het antieke Smyrna, met een mooi museum en een agora. Her en der verstrooid staan nog enkele Ottomaanse huizen, als herinnering aan de mooie stad die hier ooit moet zijn geweest voordat de stad door oorlog werd verwoest. De Grieken die de stad verlieten, hebben sculptuur meegenomen die nu in Athene is.

Lees verder “Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (2)”

Byblos’ Grande Résidence

De Grande Résidence

Naast de Torentempel van Byblos waarover ik onlangs schreef, stond een groot gebouw dat de Franse archeologen aanduidden als de “Grande Résidence”. Groots was het zeker, althans voor wie zo praktisch is geen energie te verspillen aan het opwerpen van die horizonvervuiling die ze piramiden noemen. De Grande Résidence is, voor een utiliteitsgebouw uit het derde millennium v.Chr., behoorlijk indrukwekkend.

Indrukwekkende muren

Het was vijfendertig meter lang en tweeëndertig meter breed. Het dak moest worden gestut met pilaren. Een architectonische primeur voor Byblos. De hamvraag is: wat is de Grande Résidence? De opgravers kunnen het dan wel een residentie hebben genoemd, maar dat wil niet zeggen dat het dat ook was. De huidige interpretatie is dat het een administratieve functie heeft gehad. Misschien lagen hier ook de meest kostbare voorraden opgeslagen.

Lees verder “Byblos’ Grande Résidence”

MoM | Archeologie als dienstmaagd (1)

Aardewerk uit Troje VIIb (Archeologische musea, Istanbul)

Ik spreek weleens op gymnasia – altijd leuk om te doen – en meestal leidt een leraar klassieke talen of een docent geschiedenis me dan in. Bij zo’n gelegenheid typeerde een jonge classicus me vorig jaar als archeoloog, om te vervolgen met een opmerking die ik, nu ik dit stukje schrijf, niet precies herinner, maar die erop neerkwam dat archeologie ondergeschikt was aan het echte werk, dat van de classici. Het was niet gemeen bedoeld maar riep wel de vraag op waar het idee dat er een rangorde is eigenlijk vandaan komt. Het antwoord is dat de archeologen het er zelf naar hebben gemaakt.

Schliemanns problemen

Terug naar de late negentiende eeuw, toen de archeologie als wetenschap doorbrak. Er zijn hier talloze namen te noemen maar ik neem er een die u kent: Heinrich Schliemann, die eigenlijk nauwelijks serieus werd genomen in zijn Duitse vaderland. De meeste Altertumswissenschaftler waren het er destijds over eens dat Schliemanns methode niet deugde: hij nam de Ilias te letterlijk. Ook zijn vondsten oogden nogal schamel. Kortom, de wetenschap wilde er niet aan en Schliemann vond lange tijd vooral erkenning in de Angelsaksische wereld, waar men destijds niet bepaald liep in de voorhoede van het onderzoek.

Lees verder “MoM | Archeologie als dienstmaagd (1)”

Een archeologie-canon

Zomaar eens een foto van een archeologische stratigrafie

Gisteren bood ik op deze plaats een overzicht van een kleine veertig dingen die mensen zouden moeten weten over geschiedvorsing. Aangezien de historische canon van Van Oostrom / Kennedy geschiedenis presenteert als het ene feit na het andere, wilde ik toch eens benadrukken dat geschiedenis ook een wetenschap is.

Een van de trouwste lezers van deze blog, CK uit het archeologisch en historisch zo rijke Nijmegen, wees me erop dat een archeologiecanon ook niet zou bestaan uit een lijst van losse opgravingen, maar uit een lijst van methodische en technische vernieuwingen. In een telefoontje bespraken we dat archeologen, doordat ze de wetenschappelijke dimensie almaar niet benoemen en zich verschuilen achter de monumentenwetgeving, zélf de reden zijn waarom een staatssecretaris van Cultuur zich afvraagt wat hij aan moet met musea vol opgegraven potten en pannen, waarom de limesvoorlichting zo verrekte contraproductief is, waarom een hoogleraar publiek begrip van wetenschap de raarste dingen kan vertellen over het Rijksmuseum van Oudheden en waarom De Volkskrant archeologie te onbelangrijk vindt om iets te rectificeren. Een Nijmegenaar herinnert zich natuurlijk ook de aquaductenaffaire en de affaire in de buurgemeente Cuijk.

Lees verder “Een archeologie-canon”

Zonnegod

Helios (Neues Museum, Berlijn)

Nog even museumvoorwerp: een reliëf uit Troje VIII, gemaakt rond 390 v.Chr., dat de zonnegod Helios voorstelt. Het is nu te zien in het Neues Museum in Berlijn. Het leuke is dat dit een van de allereerste voorwerpen is die Heinrich Schliemann opgroef.

[Dit was de 224e aflevering in mijn reeks museumstukken; een overzicht is hier.]

De Trojaanse Oorlog (slot)

Model van een strijdwagen uit de Late Bronstijd, gevonden in Kamed el-Loz, Libanon (Nationaal Museum, Beiroet)
Als er een Trojaanse Oorlog is geweest, zijn er strijdwagens ingezet (Nationaal Museum, Beiroet)

[Het laatste stukje in mijn kerstserie over de Trojaanse Oorlog. De legendarische expeditie van een coalitie van Griekse krijgers die ergens in de dertiende eeuw v.Chr. de stad Troje innamen vormt een romantisch verhaal en het onderzoek brengt diverse subdisciplines samen: klassieke talen, oude geschiedenis, archeologie, hittitologie. Allemaal redenen om u dit kerstweekend te trakteren op een longread. Het eerste deel vindt u hier.]

Eerst maar even een samenvatting van wat we tot nu toe hebben bezien. In de eerste plaats: dé ontdekking van Heinrich Schliemann was de Egeïsche Bronstijdcultuur, ergens tussen 1600 en 1200 v.Chr. Deze mensen spraken Grieks, zoals we zagen door de ontcijfering van het Lineair-B. Verder hebben we gezien dat archeologen vaststelden dat er in Troje allerlei bewoningslagen zijn, waarvan er twee in aanmerking komen het Homerische Troje te zijn geweest:

  • het prachtige Troje VI, dat rond 1300 v.Chr. ten onder is gegaan door een aardbeving,
  • en Troje VIIa, dat door mensenhanden is verwoest rond 1190 v.Chr., op een moment waarop de Mykeense Grieken geen expeditie meer konden uitvoeren.

Dat is een behoorlijk probleem. Het Hittitische materiaal (1, 2, 3) leverde het inzicht op dat de op een steile heuvel gelegen stad ooit Wiluša en Taruwiša heeft geheten, geregeerd is geweest door een koning Alaksandus en de god Apalliunas heeft vereerd. Het leverde ook voldoende aanwijzingen op voor een Trojaanse Oorlog. Om precies te zijn: voor vier min of meer Trojaanse Oorlogen.

Lees verder “De Trojaanse Oorlog (slot)”

De Trojaanse Oorlog (5)

De oostelijke poort van Troje VI/VIIa
De oostelijke poort van Troje VI/VIIa

[Dit kerstweekend blog ik over de Trojaanse Oorlog. De legendarische expeditie van een coalitie van Griekse krijgers die ergens in de dertiende eeuw v.Chr. de stad Troje innamen vormt een romantisch verhaal en het onderzoek brengt diverse subdisciplines samen: klassieke talen, oude geschiedenis, archeologie, hittitologie. Allemaal redenen om u dit kerstweekend te trakteren op een longread. Het eerste deel vindt u hier, maar ik begin hieronder met een samenvatting.]

Ik heb u gisteren verteld hoe de negentiende-eeuwse Britse oudhistoricus George Grote had beargumenteerd dat de Trojaanse Oorlog niet kon hebben plaatsgevonden: de Griekse stadstaten waren maar nauwelijks in staat geweest hun eenheid te bewaren ten tijde van Xerxes’ invasie, dus het was onwaarschijnlijk dat in een veel primitievere tijd een paar armzalige Griekse dorpen zich wél zouden hebben kunnen verenigen in een grootscheepse overzeese expeditie. De Duitse miljonair Heinrich Schliemann had echter de Griekse Bronstijd ontdekt: er waren machtige burchten geweest waarin krijgers hadden gewoond. Niks primitieve tijd, niks armzalige dorpen. De ontcijfering van het Lineair-B bevestigde dat het Mykeense Griekenland veel geavanceerder was geweest dan vóór Schliemann aangenomen was geweest.

Schliemann had aan het einde van zijn leven geopperd dat Troje VI de stad moest zijn geweest waaraan Homeros had gedacht toen hij de Ilias schreef. Een kleine halve eeuw later had de Amerikaanse archeoloog Carl Blegen echter vastgesteld dat Troje VI rond 1300 v.Chr. door een aardbeving was verwoest, ruwweg toen de Mykeense paleisburchten op het Griekse vasteland bloeiden, maar dat Troje VIIa rond 1260 door mensenhanden was verwoest in de nadagen van de Mykeense beschaving. De Trojaanse Oorlog zélf was echter nog altijd zoek, maar het Hititische materiaal leek enkele verrassingen te bieden.

Lees verder “De Trojaanse Oorlog (5)”

De Trojaanse Oorlog (4)

Teksten als deze uit inscriptie van Suppiluliuma II uit Hattusa wierpen licht op de Trojaanse Oorlog.

[Dit kerstweekend blog ik over de Trojaanse Oorlog. De legendarische expeditie van een coalitie van Griekse krijgers die ergens in de dertiende eeuw v.Chr. de stad Troje innamen vormt een romantisch verhaal en het onderzoek brengt diverse subdisciplines samen: klassieke talen, oude geschiedenis, archeologie, hittitologie. Allemaal redenen om u dit kerstweekend te trakteren op een longread. Het eerste deel vindt u hier.]

De Hittiten waren lange tijd alleen bekend uit de Bijbel, waarin ze verschillende keren worden genoemd. Uit die beschrijvingen valt af te leiden dat ze ergens tussen de rivier de Eufraat en het Libanongebergte woonden en een machtig volk waren: volgens 2 Koningen 7.6-7 was het geluid van de nadering van de Hittitische koning al voldoende om Israëls vijanden op de vlucht te doen slaan.

Met de ontcijfering van het hiërogliefenschrift begon daar informatie bij te komen. Uit de historische verslagen van de farao’s van de Achttiende en Negentiende Dynastie bleek dat zij contact hadden met de bewoners van het land “Cheta”, ergens in het noorden. In zijn vijfde regeringsjaar (1274 v.Chr.) zou Ramses II de Hittiten hebben verslagen in de Slag bij Kadesh, en in zijn eenentwintigste regeringsjaar (1258 v.Chr.) had hij vrede met hen getekend. Spijkerschriftteksten bevestigden dat ook de Assyriërs de Hittiten kenden. Ze onderhielden in deze tijd contacten met de stad Karchemis in “het land Hatti”.

Lees verder “De Trojaanse Oorlog (4)”

De Trojaanse Oorlog (2)

Zes Mykeense krijgers trekken ten strijde; links worden ze door een vrouw uitgezwaaid. Deze pot is gevonden in Mykene en nu in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene.
Zes Mykeense krijgers trekken ten strijde, niet per se naar de Trojaanse Oorlog; links worden ze door een vrouw uitgezwaaid. Deze pot is gevonden in Mykene en nu in het Nationaal Archeologisch Museum in Athene.

[Dit kerstweekend blog ik over de Trojaanse Oorlog. De legendarische expeditie van een coalitie van Griekse krijgers die ergens in de dertiende eeuw v.Chr. de stad Troje innamen vormt een romantisch verhaal en het onderzoek brengt diverse subdisciplines samen: klassieke talen, oude geschiedenis, archeologie, hittitologie. Allemaal redenen om u dit kerstweekend te trakteren op een longread. Het eerste deel vindt u hier.]

Heinrich Schliemann was niet alleen actief in Troje. Hij werkte ook in verschillende steden op het Griekse vasteland, waar hij de enorme burchten onderzocht van wat nu de Mykeense beschaving wordt genoemd: een Bronstijdcultuur die tussen pakweg 1600 en 1200 had bestaan op het Griekse vasteland. De indrukwekkende graven toonden dat de Mykeense vorsten zich graag hadden gepresenteerd als krijgers.

Lees verder “De Trojaanse Oorlog (2)”

De Trojaanse Oorlog (1)

Homeros (Glyptothek, München)
Homeros (Glyptothek, München)

Een tijdje geleden blogde ik over de “schat van Priamos” en iets langer geleden over een speerpunt uit Troje VI. Ineens had ik de smaak weer te pakken: de Trojaanse Oorlog is een van de fascinerendste onderwerpen uit de oudheidkunde. Iedereen heeft gehoord van de legendarische expeditie van een coalitie van Griekse krijgers die in de dertiende eeuw v.Chr. de stad Troje innamen. Het verhaal is romantisch en het onderzoek brengt diverse subdisciplines samen: klassieke talen, oude geschiedenis, archeologie, hittitologie. Een duidelijke vraag is er ondertussen niet, of het moest zijn of er archeologische voorwerpen zijn die de Trojaanse Oorlog illustreren. Omdat een medische ingreep me enige tijd dwong kalm aan te doen, had ik alle tijd om het weer eens op een rijtje te zetten. Voilà dus: dit kerstweekend trakteer ik u op een longread.

Om te beginnen het verhaal waar het allemaal mee is begonnen: de Ilias. Homeros’ betoverende gedicht was in de Oudheid de toetssteen van elke vorm van beschaving, en ook in de Middeleeuwen, Renaissance en Nieuwe Tijd heeft het epos over de wrok van Achilleus menigeen geïntrigeerd. Met name het decor fascineerde latere geleerden: elke geschiedenis van de Oudheid leek te beginnen met de oorlog die de Acheeërs (een andere naam voor de eerste bewoners van Griekenland) onder leiding van koning Agamemnon hadden gevoerd met de Trojanen.

Lees verder “De Trojaanse Oorlog (1)”