
Een van de dingen die ik altijd moeilijk voorstelbaar vind: in de Oudheid was donker echt donker. Kaarsen, gemaakt van bijenwas, waren kostbaar. Toortsen en flambouwen brandden op hout en hout werd voor zoveel zaken gebruikt dat het schaars was. En olielampjes veronderstelden olijfolie en dat veronderstelde weer een boomgaard vol bomen. Het was dus moeilijk om veel licht te maken. Eén gevolg was dat de mensen doorgaans met de kippen op stok gingen; een ander gevolg was dat iedereen wist wanneer het volle maan was. De Juliaanse kalender was revolutionair omdat ze de band met de maanstanden verbrak en is om die reden dan ook nooit zo universeel ingevoerd als beoogd.
Lichtwinst viel te behalen door je kleine bron van licht zo te plaatsen dat die maximaal kon stralen. Dat kon dus door een lamp op een standaard te zetten. In de Late Oudheid zien we steeds meer bronzen lampen die met een ketting kunnen worden opgehangen aan het plafond of een hanenbalk. Ik heb weleens twee olielampen uit Nubië getoond; de bovenstaande komt uit Kourion, gelegen aan de zuidkust van Cyprus.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.