De Zoon van Zeus als mozaïek

Mozaïek uit Byblos

Alsof ik het de laatste weken nog niet genoeg heb gehad over Libanon, waag ik er nog maar eens een stukje aan. Het bovenstaande mozaïek zag ik namelijk in Byblos, toen ik van de kerk van Johannes Marcus afdaalde naar het noordelijke haventje. Het zat gewoon in een muurtje ingemetseld.

Ik kan er nergens informatie over vinden. Het is, zo verzekerde mijn Libanese vriendin en collega Françoise me, niet opgenomen in Nada Helou’s Les mosaiques protobyzantines du Liban (2019), wat zou kunnen betekenen dat het een zeer recente vondst is of een moderne namaak. Dat laatste kan natuurlijk. Maar toch: je zou van iemand die een leuke decoratie laat maken, verwachten dat hij kiest voor iets onbeschadigds. Het eerste kan ook. Ondanks alle ellende is er nog archeologisch onderzoek in Libanon en een door mij geraadpleegde archeoloog herkende zo snel geen sporen die duidden op vervalsing. Ik heb inmiddels wel horen vertellen dat het in een huis is gevonden, maar dat kan ook een valse provenance zijn.

Lees verder “De Zoon van Zeus als mozaïek”

De mozaïeken van Byblos

Seilenos (Nationaal Museum,. Beiroet)

Ik maak het mezelf even niet te moeilijk vanmiddag. Hierboven een mooi mozaïek uit Byblos. Op de expositie die volgende week begint in het Rijksmuseum van Oudheden is een ander mozaïek te zien. En in het filmpje hieronder klets ik over een derde mozaïek, dat te groot bleek om naar Leiden over te brengen. Daarvoor zult u dus naar Beiroet moeten, waar het is te zien in het Nationaal Museum.

Lees verder “De mozaïeken van Byblos”

Geliefd boek: Snijpunt Isfahan

Maite Karssenberg (1989) schreef een alleraardigst boekje over een onalledaags onderwerp: Snijpunt Isfahan (2018). Hoewel: Een zoektocht van vader en dochter, zoals de ondertitel luidt, geeft het boek een alledaagser tweede thema: de zoektocht van dochter naar vader.

Aan de oppervlakte gaat het verhaal over een vader zoals er vermoedelijk tienduizenden rondlopen: veel te briljant voor deze samenleving en daardoor een beetje tussen de maatschappelijke wal en schip beland. Maite Karssenbergs vader is een wiskundeleraar die lastig gevallen wordt met veel teveel andere zaken dan het doceren van wiskunde, wiens carrière bijgevolg bestaat uit het steeds maar weer wisselen van school, met één jaar tussentijds postbode als serieus Fluchtversuch.

Lees verder “Geliefd boek: Snijpunt Isfahan”

Vergilius met Muzen

Vergilius (Bardo-museum, Tunis)

Op maandag plaats ik meestal een stuk over geschiedtheorie en ik had ook iets in de pen, maar een goede bekende ligt in het ziekenhuis en ik heb even andere prioriteiten. Dus ma u even genieten van het mooie mozaïek dat u hierboven ziet: de Romeinse dichter Vergilius, keurig in een toga. Op de boekrol staat de achtste regel van de Aeneis: Musa, mihi causas memora, quo numine laeso (“Muze, herinner me aan de oorzaken, door welke gekwetste godheid…”). Een oorzaak werd destijds immers altijd gezocht in een persoon en nooit in een structuur: de Romeinen waren methodisch individualisten. (Ziezo, toch nog een theoretische observatie.)

Lees verder “Vergilius met Muzen”

Een dolfijn in Bizerte

De baai van Hippo Diarrhytus (Bardomuseum, Tunis)

De collectie brieven van de Romeinse senator Plinius de Jongere is niet alleen een zelfportret – eigenlijk net zoals een blog – maar biedt ook een leuk overzicht van de onderwerpen waarin de toenmalige elite belang stelde. Dat kon een beschrijving zijn van een landhuis of een verslag van de uitbarsting van de Vesuvius, maar ook een spookverhaal of een beschrijving van een ontmoeting met een filosoof. In een van zijn brieven vertelt Plinius over een gebeurtenis in Hippo Diarrhytus, het huidige Bizerte in Tunesië.

Hij presenteert het als iets wat hij kort geleden bij een diner heeft vernomen van een betrouwbare zegsman, maar dat is vermoedelijk niet waar omdat het verhaal ook bekend is uit een oudere bron die Plinius gekend moet hebben, namelijk de encyclopedie van zijn oom Plinius de Oudere. Ik citeer hier een deel van brief 9.33 in een vertaling van Ton Peters.

Lees verder “Een dolfijn in Bizerte”

De triomf van Bacchus

De triomf van Bacchus (Archeologisch museum, Sétif)

Deze blog gaat, tenzij de actualiteit ertussen springt, het jaar uit met vooral wat museumstukken. Mijn boek over de laboratoriumtechnieken waarmee oudheidkundigen papyri te lijf gaan, Bedrieglijk echt, moet af en ik ben de stad uitgegaan om rustig te kunnen werken. Vandaag dus een stukje over het mooiste dat ik zag in Algerije: het mozaïek van de triomf van Bacchus, in het museum van Sétif.

Dit mozaïek is negen meter breed en ruim zes meter hoog en heeft ooit gelegen in de eetkamer van een stadsvilla. Rechts herkent u de plek waar twee pilaren stonden aan weerszijden van de ingang tot het vertrek. Alles klopt aan dit mozaïek. Zelfs de randen zijn schitterend: let eens, als u de plaatjes groter ziet na de break, op die koppen in de hoek en de kentauren die vechten met de leeuwen. Het gaat me echter om de twee eigenlijke afbeeldingen: rechts de Calydonische Jacht en middenin de triomf van Bacchus ofwel Liber Pater ofwel Bakchos ofwel Dionysos.

Lees verder “De triomf van Bacchus”

Gezicht op Hippo

Gezicht op Hippo Regius

Hippo Regius, ooit door Feniciërs gesticht, was een belangrijke stad. De titel Regius, “koninklijk”, geeft aan dat het de residentie was van de vorsten van de Massylische Numidiërs, van wie Massinissa (r.202-148) de beroemdste is. De resten uit de Romeinse tijd strekken zich uit over een gebied van zeker vijf kilometer lengte en zijn, zo schijnt me toe, weer een mooi voorbeeld van het gegeven dat een antieke stad niet per se één centrum hoefde hebben. Net als Nijmegen, dat zo rond 100 na Chr. bestond uit een legioenkamp, een handelshaven, een woonstad en een religieus centrum, was ook Hippo een conglomeraat van neerzettingen, met een civiele kern in het zuiden, een civiele kern in het noorden en daartussen een handelshaven.

De zuidelijke kern is opgegraven. Ze ligt tussen twee heuvels en hier is het forum geïdentificeerd, samen met een macellum (een soort markthal), stadsvilla’s, een enorm badhuis en een kolossale kerk. De noordelijke kern is minder goed bekend: het is de middeleeuwse en Ottomaanse stad, met een wonderbaarlijk mooie, bijna duizend jaar oude moskee die is vernoemd naar de Andalusische mysticus Sidi Bou Merouane. Gelukkig hebben we voor de reconstructie van de noordelijke kern bovenstaand mozaïek nog, dat te zien is in het museum bij de opgravingen in het zuiden.

Lees verder “Gezicht op Hippo”

Karthago

Een mozaïek uit Karthago: het toilet van Venus (Musée national du Bardo, Tunis)

Als u dit leest, zit ik vermoedelijk in de tram naar de ruïnes van Karthago, niet ver van het huidige Tunis. Misschien komen we vandaag nog in het Bardo-museum, waar bovenstaand mozaïek is te zien van een dame die, na te hebben gebaad, haar toilet aan het maken is. Ze heeft al een band in haar haar gevlochten en heeft haar oorbellen al ingedaan. Van rechts komt een bediende aanlopen met een spiegel, van links presenteert een dienares een schaal met sieraden. Helemaal links en rechts zijn allerlei voorwerpen te zien die een mens in het badhuis nodig had, zoals speciale houten schoenen, kannen met water, een waterbekken en een handdoek.

Afbeeldingen als deze waren in Romeins Africa heel populair en schijnen te worden geïnterpreteerd als een soort vervolg op de geboorte van Venus uit de golven. Deze afbeelding van het “Toilet van Venus” zou uit de tweede helft van de vierde eeuw of het begin van de vijfde eeuw stammen.

Lees verder “Karthago”

Van heinde en verre

Mozaïek van een karavaan uit Bosra in Syrië (in het plaatselijke museum, hopelijk nog steeds). In de Romeinse tijd kwamen dromedarissen ook voor in de Lage Landen. (in het plaatselijke musea, hopelijk nog steeds)

Van heinde en verre: de Week van de Klassieken is gewijd aan migratie. Dat onderwerp kwam ook aan bod bij de Nationale Archeologiedagen, terwijl vorig jaar mobiliteit het thema was van de Romeinenweek. Dat is natuurlijk geen toeval.  Het is een van de meest opvallende trekken van de menselijke soort dat ze beweeglijk is. Tienduizenden jaren geleden heeft de soort zijn oorspronkelijke habitat in Afrika verlaten en sindsdien is hij via het Arabische Schiereiland uitgewaaierd naar de rest van de wereld, naar de maan en binnenkort naar Mars. Als we ooit besluiten dat we als homo niet zo sapiens zijn, dan kunnen we altijd nog besluiten dat we homo migrans zijn.

In de Oudheid was het niet anders en dan bedoel ik niet – of niet alleen – dat grote groepen vanuit Griekenland en Italië uitzwermden om zich te vestigen in nieuwe steden en in Romeinse volksplantingen rond de Middellandse Zee. Ook hier in de Lage Landen waren de bewoners mobiel. U weet wel, de Bataven kwamen de Rijn afzakken. De dichter Claudianus vermeldt Belgische boeren die hun kuddes lieten verweiden in het Overrijnse. Ik heb weleens geblogd over aardewerk dat bij Kontich, ten zuiden van Antwerpen, is opgegraven en dat bleek te zijn gemaakt van klei uit Drente. Eén van de beroemdste verhalen over de Friezen, dat van Verritus en Malorix, begint met een volksverhuizinkje. Dat alles was allemaal allang bekend, maar mobiliteit is de laatste tijd nogal in de mode. En dat komt uiteraard door de DNA-revolutie.

Lees verder “Van heinde en verre”

Lokpatrijs

Een vrije en een gekooide vogel. Reliëf uit Bosra.

Een tijdje geleden blogde ik over laatantieke mozaïeken van gekooide vogels. Ik schreef:

Ik begrijp echter dat het motief is ontleend aan de klassieke wereld: stoïcijnse filosofen als Seneca en neoplatonisten als Porfyrios vergeleken de menselijke ziel met een vogel in een kooi. Het verlangen van de vogel om weer langs de hemel te kunnen vliegen is hierbij te vergelijken met het verlangen van de ziel om weer vrij te zijn en naar zijn hemelse oorsprong terug te keren.

Dat leidde tot een leuke discussie, waarvan de eerste reactie was:

Lees verder “Lokpatrijs”