Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”

De brief aan Filemon

De vrijlating van twee slaven met vrijheidsmutsen; de eigenaar schudt een van hen de hand; achteraan kijkt een magistraat toe (Musée royal de Mariemont, Morlanwelz)

We verdelen het Nieuwe Testament traditioneel in een aantal “boeken”. Bij de vier evangeliën, de Handelingen van de Apostelen en de Openbaring van Johannes is dat probleemloos, maar bij de brieven is dat eigenlijk een beetje een rare aanduiding. Zeker bij de Brief aan Filemon, die slechts vijfentwintig zinnetjes telt. Evengoed is het een interessante tekst.

Ik zal nog weleens een keer te spreken komen over het auteurschap van de diverse brieven, maar voor het moment wil ik alleen constateren dat onbediscussieerd is dat Paulus aan het woord is. Hij heeft zich weer eens in de nesten gewerkt, want hij schrijft vanuit de gevangenis aan zijn “geliefde medewerker Filemon” en de gemeente die bij hem thuis samenkomt. Na wat complimenten over Filemons vriendschap komt Paulus ter zake.

Lees verder “De brief aan Filemon”

In memoriam Simone Mooij-Valk (2)

Marcus Aurelius

[Vandaag twee jaar geleden overleed Simone Mooij-Valk. Voor het Jaarboek van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde 2016/2017 mocht ik haar levensbericht schrijven. Het aardige van zo’n tekst is dat je, meer dan in een necrologie in een krant, ruimte hebt om iets over iemand te vertellen. Bij dezen een iets aangepaste digitale versie, waarvan het eerste deel hier is.]

Stoïcijnen en epicureeërs

Alle antieke Griekse en Latijnse literaire teksten bij elkaar, dat is ongeveer twee of drie boekenkasten vol. Iedereen zal daarin selecteren en Simone koos na haar pensioen niet voor de teksten die ze op school met haar leerlingen had gelezen. Haar eerste liefde was het Latijn en ze was voornemens Boëthius’ Vertroosting van de filosofie te gaan vertalen. Omdat net in die jaren echter een andere Nederlandstalige uitgave verscheen kwam dit plan te vervallen, maar nu viel haar oog op het Griekstalige werk van Marcus Aurelius, die van 161 tot 180 na Chr. keizer was van het Romeinse Rijk. Ivo Gay, destijds directeur van uitgeverij Ambo, wilde haar vertaling graag uitgeven en nadien verschoof haar belangstelling steeds verder naar ander Griekse proza uit de Romeinse keizertijd. ‘De tweede eeuw’, zou ze later zeggen, ‘dat is mijn eeuw.’

Lees verder “In memoriam Simone Mooij-Valk (2)”

Klassieke literatuur (6d): filosofie

Zenon van Kition, stichter van de stoïcijnse filosofie (Neues Museum, Berlijn)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks bied ik een persoonlijke keuze, waarbij het leesplezier voorop zal staan. Wie zich er werkelijk in wil verdiepen, kan beter aan een universiteit een cursus doen. Voor de Latijnse literatuur is er bovendien Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en de christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik waar ik was gebleven: bij de Griekse filosofie. Eerdere delen waren gewijd aan de allereerste filosofen, aan Parmenides, Plato en Aristoteles, en aan twee hellenistische scholen. Vandaag de hoofdlijnen van de Stoa en het Epicurisme; later een gastauteur over de Romeinse ideeën.]

Als je mij zou vragen welk deel van de antieke filosofie ik het meest waardevol vind, dan zou ik antwoorden: de ethische stelsels uit de tijd na Alexander de Grote. De wereld van de Griekse cultuur was groter geworden, mensen identificeerden zich minder met de oude stadstaten en iemand muntte het woord “wereldburger” om aan te geven dat een verstandig mens zich overal thuis kon voelen. Maar hoe leefde je verstandig en wat was goed in een wereld waarin de traditionele banden en zekerheden er niet meer waren? Het individu moest het inzicht meer dan ooit uit zichzelf zien te halen. Dat lijkt wel een beetje op het individualisme dat in onze samenleving zo hoog staat aangeschreven en dat maakt de hellenistische filosofen voor ons redelijk toegankelijk.

Lees verder “Klassieke literatuur (6d): filosofie”