De Midden-Stoa (2): Poseidonios van Rhodos

Poseidonios (Museum van Rhodos)

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen. Dit is het slot van een stuk waarvan het begin hier was.]

Panaitios’ leerling Poseidonios van Rhodos, overleden in 51 v.Chr., hield vast aan het oude stoïcijnse idee van de totale samenhang. Juist in deze visie, waarin de wereld een redelijk geheel vormt dat ademt volgens de wetten van de natuur, vindt de Stoa volgens Poseidonios haar kracht. Hij is daarmee dus strakker in de leer dan zijn leermeester.

Poseidonios deed dan ook veel onderzoek naar natuurverschijnselen. Hij reisde heel het toenmalige Romeinse Rijk af en begaf zich daar zelfs buiten, om op verschillende locaties metingen van getijden en hemellichamen te kunnen verrichten. Hij schreef ook een geschiedenis van de mensheid waarin hij het belang van de geografie benadrukte: volgens Poseidonios waren de karakters en de daden van volken en mensen te verklaren uit die omstandigheden.

Lees verder “De Midden-Stoa (2): Poseidonios van Rhodos”

De Midden-Stoa (1): Panaitios van Rhodos

Apameia, filosofen aan tafel

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen. Karneades was een eerste voorbeeld. De Midden-Stoa is een tweede.]

Vorige maand zagen we in dit stukje hoe een breed gedragen, materialistische visie op de natuurlijke werkelijkheid was ontstaan. De filosofen die het best met dit wereldbeeld van totale fysische samenhang uit de voeten konden, waren de stoïcijnen. We spreken voor de laat-hellenistische, vroeg-Romeinse tijd wel van de Midden-Stoa.

De bekendste onder hen waren de Grieken Panaitios van Rhodos en Poseidonios van Rhodos. Hoewel van hen maar weinig geschriften bewaard zijn gebleven, verwijzen latere Romeinse voortdurend naar dit tweetal.

De filosofen van de Midden-Stoa waren minder streng in de leer dan hun voorgangers van de Vroege Stoa. Die vroege stoïcijnen waren starre denkers geweest, met een alomvattend model van de wereldse logica. Net als de sceptische academicus Karneades, combineerden Panaitios en Poseidonios hun eigen theorieën echter met ideeën uit andere filosofieën.

Lees verder “De Midden-Stoa (1): Panaitios van Rhodos”

Karneades in Rome (1)

Karneades (Glyptothek, München)

[In de derde eeuw v.Chr. kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme, de Stoa en de Skepsis. Het was onvermijdelijk dat er ook combinaties zouden komen.]

Toen de Romeinen rond 270 v.Chr. het Italiaanse vasteland in hun macht hadden, kwamen ze als vanzelf in botsing met de andere grote machten rond de Middellandse Zee: eerst het rijk van Karthago en daarna de hellenistische staten in het oosten.

Tijdens al deze oorlogen was er volop diplomatiek verkeer. Vanuit de Griekse stadstaten en koninkrijken reisden talloze gezanten naar Rome. Zij zagen in de nieuwe supermacht een mogelijke bondgenoot in hun eigen conflicten. Zo kwam in 155 v.Chr. vanuit Athene een zekere Karneades naar Italië.

Lees verder “Karneades in Rome (1)”

Skepsis (1): Wat is waar?

Misschien een aanhanger van de Skepsis: filosofenportret uit Beiroet (Archeologisch museum van de Amerikaanse Universiteit)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School, het Epicurisme en de Stoa. Een andere nieuwkomer was de Skepsis.]

Hoe zit de werkelijkheid in elkaar? Volgens natuurwetten, zoals de stoïcijnen dachten, of volgens het fundamentele toeval van Epikouros? Was er een onveranderlijke waarheid, zoals Plato en Aristoteles die aannamen, of was er een eeuwig stromende wereld, zoals die waar Herakleitos over sprak? Reden genoeg om te twijfelen. Alle reden tot scepsis.

Skepsis

Een sceptisch persoon is in ons huidige vocabulaire iemand die kritisch nadenkt over alles wat anderen voor waar aannemen. Die omschrijving past ook prachtig bij de hellenistische Skepsis. Deze skeptici twijfelden namelijk aan alle voorgaande overtuigingen.

Lees verder “Skepsis (1): Wat is waar?”

De vroege Stoa (5): Logica

Dobbelstenen uit Oxyrhynchos (Chicago Oriental Institute)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Als het gaat om logica en wetenschap verschilde de Stoa fundamenteel van insteek met eerdere filosofische scholen. Eerder waren de platoonse Academie en vooral het Lyceum van Aristoteles dé autoriteiten op het gebied van wetenschapsfilosofie en logica. Wat die beide scholen bindt, is dat zij geïnspireerd door hun voorganger Parmenides naar de essentie der dingen zochten, naar een onveranderlijke waarheid achter de veranderlijke verschijnselen.

Lees verder “De vroege Stoa (5): Logica”

De vroege Stoa (4): Negatieve emoties

Na Kleanthes leidde Chrysippos de Stoa (Torlonia-collectie, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

De Stoa wordt soms emotieloosheid verweten, maar er is geen stoïcijn die gevoelens als blijdschap en genot zou veroordelen. Je moet het niet als enige doel hebben, maar er is ook niets mis mee. Met negatieve emoties bonden ze daarentegen wél de strijd aan.

De Stoa versus negatieve emoties

Wat is een negatieve emotie? Volgens Chrysippos, over wie we het gisteren hadden, berusten negatieve emoties op fouten in onze redeneringen. Iemand ziet iets gebeuren en is daar ontevreden mee. Hij zegt dus eigenlijk dat het anders had moeten zijn dan dat het feitelijk is.

Lees verder “De vroege Stoa (4): Negatieve emoties”

De vroege Stoa (3): De weg naar geluk

Kleanthes, de tweede leider van de Stoa (Ny Carlsberg Glyptotek. Kopenhagen)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Zenon van Kition was behalve stoïcijn ook asceet. Net als de cynici leefde hij eenvoudig. Hij was echter minder provocatief dan de cynici en had een meer conformistisch karakter. Ook hield hij er niet van de aandacht te trekken, of zich te omgeven met veel mensen. In die zin lijkt hij op Epikouros.

Alles ligt van tevoren vast

Op theoretische gronden verschilt hij echter sterk van de epicuristen. De verwerping van het (epicurese) geloof in toeval is fundamenteel voor het stoïcijnse deterministische geloof. Dat alles van tevoren vastligt, staat aan de basis van de stoïcijnse opvatting dat de mens fundamenteel verbonden is met de wereld waarin hij leeft.

Lees verder “De vroege Stoa (3): De weg naar geluk”

De vroege Stoa (2): De Natuur

Zenon, de stichter van de Stoa (Vaticaanse Musea, Rome)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa. Het eerste deel van deze vijfdelige reeks was hier.]

Wat de natuur betreft herkende Zenon zich meer in het standpunt van de tweehonderd jaar eerder levende filosoof Herakleitos, dan in dat van de cynici. Van Herakleitos leent Zenon het idee dat onze wereld continu verandert en zich laat leiden door natuurwetten. Deze natuurwetten vormen de ware aard van de natuur.

En hier sluit Zenon zich bij aan. Maar Herakleitos dacht in tegenstellingen, die beschouwde hij als de moeder van alle verschijnselen. Zenon heeft (geheel in lijn met de hellenistische tijd, waarin de natuurwetenschappen een hoge vlucht namen) een natuurwetenschappelijke manier van kijken, en verwerkt deze in zijn versie van de filosofie van Herakleitos. Hij ziet in plaats van tegenstellingen oorzaak-gevolg-relaties als de kracht achter verandering.

Lees verder “De vroege Stoa (2): De Natuur”

De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates

Zenon van Kition (Museo archeologico nazionale, Napels)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme, de Cyreense School en het Epicurisme. De bekendste was de Stoa.]

Het woord ‘stoïcijns’ staat in onze taal voor ‘onbewogen’. De stoïcijnse filosofen, aan wie onze taal dit woord heeft te danken, staan er dan ook om bekend dat ze pleitten voor soberheid, en het vermijden van al te heftige emoties.

In dat streven stond de Stoa, zoals deze school ook wel heet, echter niet alleen. De lijfspreuk van Solon van Athene was al ‘alles met mate’, en dat bleef een lijfspreuk van veel Grieken. Ook Plato vond dat de geest zich niet teveel moest aantrekken van emoties, omdat die hoorden bij het lichaam. Plato’s leerling Aristoteles pleitte voor een evenwichtig leven: extreme emoties keurt hij af. En we zagen hoe ook Epikouros, een filosoof van het genot, uiteindelijk pleitte voor kalmte en soberheid.

Lees verder “De vroege Stoa (1): Zenon versus Krates”

Hedonisme (5): Epikouros en daarna

Portret van een filosoof, niet per se een aanhanger van het epicurisme (Museum van Dion)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

In Epikouros’ tuin waren ook slaven en vrouwen welkom, wat in die tijd niet vanzelfsprekend was. Voor Epikouros was ieder mens echter in potentie gelijk aan ieder ander. Dat maakte hem nog niet tot politiek activist. Hij raadde de mensen aan een teruggetrokken en onmaatschappelijk leven te leiden. Wie ongelukkig wil worden, die moet vooral carrière maken. Dat leidt immers alleen maar tot botsingen en complicaties. Een carrière leidt nooit tot verzadiging.

Epicurisme en maatschappij

Het meest maatschappelijke onderdeel van Epikouros’ filosofie was wellicht zijn omschrijving van het recht. Natuurlijk recht is volgens hem een afspraak die gericht is op wederkerig nut. De kern van die afspraak is dat men elkaar niet benadeelt. Dit recht is beperkt tot rationele en redelijke wezens. Voor wezens die niet bereid of in staat zijn verdragen te sluiten, bestaat er volgens Epikouros geen recht. Dierenrechten kunnen volgens deze filosofie dus niet bestaan. Om rechten te hebben moet men menselijke hersens bezitten.

Lees verder “Hedonisme (5): Epikouros en daarna”