Zeven à acht Syrische Oorlogen

Astronomisch Dagboek uit Babylon met informatie over financiële maatregelen in 273 v.Chr. (British Museum, Londen)

De erfenis van Alexander de Grote, die in 323 v.Chr. in Babylon overleed, bestond uit een wereldrijk, een professioneel leger en een goed gevulde schatkist. Wat ontbrak, was een duidelijke erfgenaam. Het was daarom alleen maar logisch dat Alexanders generaals de ene burgeroorlog na de andere ontketenden. De een wendde voor te strijden voor Alexanders zwakbegaafde broer, de ander beweerde op te komen voor de rechten van een bastaardzoon, een derde wilde de rijkseenheid bewaren maar dan wel onder zijn eigen voogdij en een vierde pretendeerde slechts een provincie te beheren tot het stof was opgetrokken. Dat was in 301 v.Chr. het geval. Toen was al het ooit door Alexander bemachtigde zilver en goud uitgegeven aan soldij. Nu het geld op was, kon een einde komen aan de burgeroorlogen.

De Syrische Oorlogen

Sommige conflicten sluimerden. Een daarvan betrof de relatie tussen het koninkrijk dat generaal Ptolemaios had gesticht in Egypte en het rijk van Seleukos, die zich inmiddels had laten uitroepen tot koning van Azië. Hoewel de laatste officieel behoorde te heersen over de Fenicische havensteden (zoals Byblos) en enkele steden in het binnenland, was dit gebied in handen van Ptolemaios. Seleukos, die ooit was geholpen door Ptolemaios, achtte het beneden zijn nieuwverworven koninklijke waardigheid om een oorlog te ontketenen tegen zijn weldoener, maar handhaafde zijn aanspraken op wat Hol Syrië heet. In de volgende anderhalve eeuw zouden de Ptolemaïsche en Seleukidische legers nog zeven keer tegen elkaar optrekken, steeds als in een van de twee koninkrijken een nieuwe heerser aan de macht was gekomen die zich niet gehouden voelde aan het vredesverdrag van zijn voorganger.

Lees verder “Zeven à acht Syrische Oorlogen”

De vrede van Hannibal

Een Romeinse soldaat uit de tijd van Hannibal (monument van Aemilius Paullus, Delfi)

Terwijl de Romeinen en Karthagers de Eerste en Tweede Punische Oorlog uitvochten, streden in het oostelijk Middellandse-Zee-bekken de Ptolemaiën en Seleukiden om het bezit van Hol Syrië, ruwweg Libanon en Israël. Volgens een verdrag had dat gebied Seleukidisch moeten zijn maar het was in feite Ptolemaïsch. Er was een Karische Oorlog, er was een Eerste Syrische Oorlog, de Tweede Syrische Oorlog ging ergens anders over, in de Derde Syrische Oorlog ofwel Laodikese Oorlog bereikten het Ptolemaïsche leger zelfs Babylon, in de Vierde Syrische Oorlog verhingen de Seleukiden de bordjes, maar het was pas in de Vijfde Syrische Oorlog dat ze het hele gebied in handen kregen, waarna de Zesde Syrische Oorlog een preventieve Seleukidische aanval op Egypte zelf was. Het is waanzinnig interessant, al is het laatste boek dat erover is verschenen, een schoolvoorbeeld van falende peer review.

Wat deze oorlogen gemeen hebben is dat het conflict oplaait als in een van de twee landen een nieuwe koning aantreedt, dat het komt tot gevechten en dat na een of twee grote veldslagen een compromisvrede wordt getekend, waaraan beide koningen zich vervolgens ook houden, tot weer een van de ondertekenaars overlijdt. Iets dergelijks lijkt ook elders het geval te zijn geweest: Macedonië vocht nog weleens met de Griekse stadstaten en dan was één veldslag vaak beslissend en kwam het tot een compromisvrede.

Lees verder “De vrede van Hannibal”

MoM | Droysen

Droysen (ets van Hugo Bürkner)

De bestudering van het verleden lijkt wat op een pakhuis waarin van alles en nog wat ligt, Kreuz und Quer door elkaar. De een is historicus en zoekt in deze stellingenkast, de ander is archeoloog en pakt even verderop iets van het schap, de derde is classicus of socioloog en vraagt naar weer andere dingen. Zoveel hoofden, zoveel zinnen. Is er overzicht, systeem, structuur?

In mijn ervaring beschouwen veel onderzoekers de versplintering van de humaniora als gegeven. Het stoort me altijd een beetje, vooral als ze zonder nadere argumentatie zeggen dat het “nou eenmaal” zo is. Soms noemen ze de geesteswetenschappen “polyparadigmatisch”, wat minder sleazy klinkt maar op hetzelfde neerkomt.

Misschien is de versplintering inderdaad onvermijdelijk en moeten we niet langer hopen dat er in het pakhuis ooit orde zal zijn. Toch voel ik sympathie voor een Johann Gustav Droysen (1808-1884), die anderhalve eeuw geleden, in 1868, een Grundriss der Historik publiceerde waarin hij wat structuur aanbracht. Het was ook toen een geïdealiseerd overzicht, maar het maakt wel duidelijk hoe het proces van kennisverwerving zou kunnen verlopen en in die zin is het nog altijd nuttig. Eerstejaarsstudenten nemen er daarom nog weleens kennis van, meestal in uittrekselvorm.

Lees verder “MoM | Droysen”

De Syrische Oorlogen

grainger

Anders dan u bij de titel van deze post verwacht, gaat dit stukje niet over de trieste reeks gevechten in het huidige Syrië. Het gaat over een serie conflicten die in de derde en de tweede eeuw v.Chr. werden uitgevochten tussen het Ptolemaïsche en het Seleukidische Rijk, twee staten die, zoals de trouwe lezers van deze kleine blog inmiddels weten, waren ontstaan na de dood van Alexander de Grote. Een Macedonisch-Griekse elite kreeg in die nieuwe koninkrijken de macht over en moest daar in feite van voren af aan beginnen.

De negen oorlogen zijn een vergeten onderwerp, nog méér vergeten dan het toch al zo vergeten Seleukidische Rijk. Niet alleen waren er weinig veldslagen waarop de antieke historici zich konden uitleven, veel belangrijker is dat tegelijkertijd Rome bezig was het Middellandse Zee-gebied te verenigen, een proces dat veel duurzamer resultaten zou hebben dan de oorlogen in het oosten. In The Syrian Wars breekt J.D. Grainger er een lans voor wat meer aandacht te geven aan de eindeloze conflictenreeks, die draaide om het bezit van Koile Syria, “het holle Syrië” ofwel de vallei van de Jordaan en de Bekaa. De conflictenreeks, zo betoogt Grainger, was heel belangrijk, omdat ze de directe aanleiding vormde voor de staatsvorming in zowel het Ptolemaïsche als het Seleukidische Rijk. Grainger duidt de ontwikkeling van een staatsapparaat, bedoeld om de oorlogsinspanning voort te zetten, aan als “competetive development”.

Lees verder “De Syrische Oorlogen”