
Vandaag is de laatste dag van de mooie expositie die het Drents Museum heeft gewijd aan het oude Iran. De volgende tentoonstelling begint op 16 december en zal zijn gewijd aan Nubië, het antieke Soedan, een onderwerp waarin ik al wat langer belang stel en waarover op deze plaats al eerder is geblogd: het verslag van Edwin de Vries van de opgravingen in Kawa, een stukje over een beeldschone beeldengroep uit Dukki Gel, een recensie van een fotoboek, een overzicht van de Nubische dynastie die even over Egypte heeft geregeerd, een krabbel over Herodotos’ opvattingen over de Nijl en gisteren het verhaal van Romeinen in Nubië, op zoek naar de bronnen van de Nijl. Ook maakte ik inmiddels deze webpagina. En o ja, ik nam in een reeks over kapitelen een kapiteel uit Meroë mee.
Het Herodotosstukje en het Romeinenstukje vertegenwoordigen een deel van de problematiek: we kijken naar Nubië vaak indirect, namelijk niet door onze eigen ogen, maar door die van anderen. De ene keer een Griekse onderzoeker, de andere keer Romeinse officieren. Op eerdere exposities in Nederland – ik bezocht ze in het Haags Gemeentemuseum en in de Nieuwe Kerk – kwamen de Nubiërs aan bod als een appendix bij de geschiedenis van Egypte. Als je er zo naar kijkt, indirect, komen de opkomst van Nubië als machtig koninkrijk en haar expansie naar Egypte in de eeuw na 750 v.Chr. totaal onverwacht. En dat betekent dan weer dat je het onderwerp tekort hebt gedaan. De expositie in Assen wil Nubië daarom meer presenteren vanuit de Soedanese context: in Nubië kwamen culturen samen.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.