Qasr el-Azraq

Qasr El-Azraq

Azraq is een oase in de woestijn van het huidige Jordanië, een kilometer of tachtig ten oosten van de hoofdstad Amman. Het water trok mensen aan: de oase is sinds het Neolithicum permanent bewoond gebleven.

De oase voedt een wadi, de Wadi Sirhan, die voor Arabische stammen de snelste weg was om de Romeinse provincie Arabia Nabataea aan te vallen. Om daaraan een einde te maken, gaf keizer Septimius Severus rond 200 v.Chr. opdracht drie forten te bouwen, zo’n vijftien kilometer van elkaar af. Van het noordoosten naar het zuidwesten waren dat Qasr el-Useikhin, Qasr el-Azraq en Qasr el-Uweinid. Door in de woestijn de oases te bezetten, ontzegden de Romeinen hun tegenstanders de toegang tot het water, zodat het onmogelijk werd de steden in het eigenlijke Romeinse Rijk te bereiken. Er is een loepzuivere parallel met de Limes Tripolitanus in het noordwesten van het huidige Libië en het zuiden van Tunesië, die op precies hetzelfde moment is geschapen.

Lees verder “Qasr el-Azraq”

Een geschiedenis van Sicilië

Ik ken maar weinig mooiere en interessantere plekken dan Sicilië. Iedereen die iets is geweest in de Mediterrane wereld is er weleens aangespoeld: Feniciërs dus en Grieken, Karthagers, Romeinen, Vandalen en Byzantijnen. Later Arabieren, Normandiërs, Fransen, Spanjaarden, Piëmontezen. Ik zou de Duitsers, Britten en Amerikanen bijna vergeten. Het erfgoed is even gevarieerd als de bezoekers. Aanspoelen gebeurt trouwens nog volop: denk aan de bootvluchtelingen die in hun wanhoop proberen de zee over te steken van Tunesië of Libië naar Sicilië. Eigenlijk is alleen Cyprus vergelijkbaar met Sicilië.

Je zou denken dat een eiland met zulk rijk erfgoed wel heel veel toeristen trekt. Gek genoeg is dat maar half waar. Het eiland trekt elk jaar duizenden bezoekers, maar slechts weinigen komen nog eens naar Palermo of Syracuse terug. Terwijl toeristen wél terugkeren naar steden als Rome en landstreken als Toscane. Een echte verklaring voor dit verschijnsel heb ik niet, maar ik kan wel een persoonlijke ervaring noemen. Na mijn eerste bezoek – was het 1999? – wilde ik meer weten over de geschiedenis van Sicilië, om zo mijn tweede bezoek voor te bereiden. De enige literatuur die ik destijds vond was óf veel te geleerd óf op het platvloerse af simplistisch. Nu is er echter een fijn boek dat de geïnteresseerde lezer wél serieus neemt zonder hem in de archivalia te verdrinken: Sicilië. Eiland in het midden van Dirk Vlasblom.

Lees verder “Een geschiedenis van Sicilië”

Arabisch schrift

Inscriptie, Grieks en Nabatees, uit Petra; het Nabatese alfabet was de voorloper van het Arabisch schrift

Soms kan ik dat zo ineens hebben, dat ik ergens een opschrift zie en denk: “Die letter is mooi”. Met westerse letters heb ik dat maar zo nu en dan. Met Arabische letters heb ik dat daarentegen bijna altijd. Natuurlijk, ze lijken op vermicelli, maar wat je ook schrijft, het wordt als vanzelf kalligrafie. Alle reden dus om te gaan luisteren toen Marijn van Putten (over wiens Koranonderzoek ik al eens eerder blogde) onlangs een lezing verzorgde over de geschiedenis van het Arabische schrift.

Of beter, over de antieke wortels van het huidige Arabische schrift, want op het Arabische Schiereiland zijn vele soorten schrift ontstaan. De afgelopen tijd zijn letterlijk tienduizenden inscripties gevonden in diverse zogeheten Zuid-Semitische alfabetten. Zo hadden de oases van Tayma, Dumah en Dedan elk een eigen alfabet en kende ook Jemen een eigen schrift. De geschreven rijkdom van Arabië is een van de grote oudheidkundige ontdekkingen van de laatste tijd.

Lees verder “Arabisch schrift”

Filmpjes uit Irak

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, hebben mijn vriendin en ik afgelopen oktober een reis gemaakt door Irak. We bezochten de Sumerische steden in het zuiden, dronken thee bij de Moeras-Arabieren, waren verbaasd over de ontwikkeling van toeristische faciliteiten in Babylon, bezochten de Assyrische hoofdsteden Aššur, Nimrud, Khorsabad en Nineveh, zagen de stadswal van de door Alexander de Grote gestichte stad Charax, waren de eerste toeristen in tijden in Hatra en bezochten de voornaamste sji’itische heiligdommen. Mijn geliefde had het goede idee dat we filmpjes zouden maken. Zo kunt ook u het een en ander zien. Niet iedereen kan immers even twee, drie weken naar Irak.

U vindt de filmpjes hieronder. Verwacht geen Hollywood. We probeerden licht te reizen en hadden alleen een telefoon en een klein microfoontje bij ons, geen statief. De wind, het felle zonlicht en de hitte speelden ons regelmatig parten. Meer dan eens zagen we zelf niet wat we aan het filmen waren. Ook improviseerde ik de tekst te plekke, zonder aantekeningen. Kortom, het was amateurisme – maar in de beste zin van het woord: gemaakt uit liefde. Kees Huyser heeft van het ruwe materiaal nog wat toonbaars gemaakt. Waarvoor veel dank (en een fles met drank).

Lees verder “Filmpjes uit Irak”

De sji’ieten van Irak (3)

Najaf, het graf van de door sji’ieten vereerde Ali

[Dit is het derde stukje over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

De graven van de imams zijn belangrijke pelgrimsoorden waar honderdduizenden sji’ieten naartoe komen. Anders dan de voor alle moslims aanbevolen pelgrimage naar Mekka, die plaatsvindt op specifieke data, is het bezoek aan de sji’itische pelgrimsheiligdommen niet aan een bepaalde tijd van het jaar verbonden. Langs de weg van Teheran naar Mashhad en langs de grote wegen in Centraal-Irak zie je dus altijd wel mensen wandelen met vlaggen, op weg naar zo’n mausoleum. In dit blogje wat foto’s.

Hieronder ziet u de mihrab in Kufa, waar de eerste imam, Ali dus, is vermoord. Daarna is hij begraven in Najaf, dat u hierboven zag. Het is een mooi heiligdom, waar ik met plezier heb rondgelopen. Het is met het Iraanse Qom het belangrijkste centrum voor sji’itische studie. U heeft wellicht gezien hoe de lokale leider, grootajatollah Sistani, dit voorjaar in zijn bescheiden huis in Najaf een ontmoeting had met de paus.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (3)”

De sji’ieten van Irak (2)

De Umayyadenmoskee in Damascus, door de eerste kaliefen gebouwd in een kerk.

[Dit is het tweede stuk over de geschiedenis van de sji’ieten. Het eerste is hier.]

In mijn vorige stukje vertelde ik het officiële verhaal over de scheiding van soennieten en sji’ieten. Er was onduidelijkheid over de aard van het leiderschap. Degene die het uitoefende, genoot Gods steun, zoveel is duidelijk, maar wie was de ware heerser der gelovigen? Was het de Umayyadenkalief in Damascus of was het de imam, het familiehoofd van Ali’s afstammelingen?

Zoals de soennieten zijn verdeeld over vier rechtsscholen, zo zijn de sji’ieten verdeeld over wie nu de belangrijkste imams zijn. Niet iedereen wijst dezelfde vijfde en zevende imam aan, terwijl de meeste sji’ieten wachten op een twaalfde imam, Mahdi genaamd, die ooit zal terugkeren en een rol speelt aan het einde der tijden. Shi’iten waren betrokken bij enkele opstanden tegen de Umayyaden. Grosso modo was de tendens echter: depolitisering.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (2)”

De sji’ieten van Irak (1)

Ali, de “leeuw des geloofs”, de ongewilde leider van de sji’ieten

De islam kent twee hoofdstromingen: de soennieten ofwel traditionalisten en de sji’ieten ofwel partijgangers. De splitsing gaat terug op een conflict dat meteen na de dood van Mohammed is ontstaan. Ik blogde er al eens over. De Profeet had enerzijds aangegeven te willen worden opgevolgd door de beste moslim en had anderzijds zijn schoonzoon Ali aangewezen. Misschien ontwikkelde Mohammeds denken en zag hij aanvankelijk de geloofsgemeenschap (de umma) als alternatief voor de familie en benadrukte hij later toch verwantschapsbanden.

De soenna en het kalifaat

Hoe dat ook zij, toen Mohammed was overleden en Ali de gebruikelijke verplichtingen vervulde, koos Mohammeds inner circle van vertrouwelingen de oude Abu Bakr als opvolger. Er was haast. Het was namelijk crisis: er was een concurrerende Arabische leider, sommige stammen meenden dat verdragen met Mohammed na diens overlijden kwamen te vervallen en tal van andere zaken waren onvoldoende geregeld. Abu Bakr bezat de voor het voortbestaan van de umma benodigde doortastendheid. Wat een nette manier is om te zeggen dat hij geweld niet afwees.

Lees verder “De sji’ieten van Irak (1)”

De Arabisering van de Maghreb

De grote moskee van Kairouan

Een tijdje geleden kreeg ik een vraag naar de arabisering van de Maghreb. Anders gezegd: waarom zijn de mensen in het noordwesten van Afrika Arabisch gaan spreken? Vroeger spraken ze immers Latijn en daarvoor woonden er mensen die een taal spraken die ik gemakshalve Numidisch zal noemen. Ook zijn er nog Berbers. Kortom, hoe zit het?

Ik ben geen arabist en elk antwoord dat ik geef moet met een korreltje zout worden genomen. Ik denk echter dat ik wel een paar factoren kan noemen.

Verovering

Primo, de Arabische veroveringen vormden hoe dan ook de beslissende factor. In 647 intervenieerde een Arabisch leger in een burgeroorlog in wat bekendstond als het Exarchaat van Karthago, ofwel het door de Byzantijnen op de Vandalen heroverde Afrika. Bij het huidige Sbeitla versloegen de Arabieren een opstandeling – let op: ze werkten hier samen met de Byzantijnen – en lieten zich vervolgens afkopen. Een kwart eeuw later rukten de Arabieren op tot Kairouan, en weer een kwart eeuw later (in 695 om precies te zijn) viel Karthago. De Byzantijnen heroverden de stad en verloren haar definitief in 698. Daarmee lag de weg naar het westen open. Berbers boden nog weerstand maar in 708 stonden de Arabische troepen aan de Atlantische Oceaan. Drie jaar later staken ze de Straat van Gibraltar over. Het Rijk van Toledo, centraal georganiseerd als het was, viel in één klap.

Lees verder “De Arabisering van de Maghreb”

Het zwaard van imam Ali

Even een blogje over een vraag die gisteren bij me opkwam. Hierboven ziet u imam Ali, de schoonzoon van Mohammed. Na de dood van de profeet in 632 werd hij, volgens de diverse islamitische tradities, gepasseerd voor het kalifaat, dat in handen kwam van achtereenvolgens Abu Bakr (tot 634), de grote veroveraar Omar (634-644) en Othman (643-656), de samensteller van de Koran. Toen de laatste werd vermoord, werd Ali alsnog heerser van de gelovigen.

Het kwam tot een conflict met de familie van Othman, die Ali voor de moord verantwoordelijk hield, maar na een onbesliste veldslag kwam er een commissie van wijze mannen die de kwestie zou beoordelen. Ali ging akkoord en dat kostte hem in 661 het leven. Het kalifaat, zo vond zijn moordenaar, was een goddelijke instelling die niet onderworpen mocht worden aan menselijke beoordeling. Sindsdien zijn er moslims geweest die de familie van Othman, de Umayyaden, erkenden als heersers. Dit werd het kalifaat van Damascus en dit zijn de soennieten.

Lees verder “Het zwaard van imam Ali”

Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen

De apostel Paulus. Byzantijns ivoorsnijwerk, gevonden in een Merovingische context (Teseum, Tongeren)

Nog een derde filmpje in mijn reeks “Zit een oudheidkundige met de rug naar een boekenkast”: dit keer over Henri Pirenne, de grote Belgische historicus. Ik heb al eens eerder over zijn boek Mahomet et Charlemagne geschreven en het is niet zo zinvol dat te herhalen. U leest het hier maar.

Het filmpje duurt een kwartier. Langer dan ik wilde, maar het is dan ook een heel belangrijk boek. Niet om de eigenlijke these: dat de Late Oudheid, met de Merovingen als opvallendste dynastie, overging in de Vroege Middeleeuwen doordat de handel tussen het oostelijk en westelijk bekken van de Middellandse Zee tot stilstand kwam na de Arabische veroveringen. Zonder Mohammed geen Karel de Grote. Dát is weerlegd.

Lees verder “Henri Pirenne: Van Late Oudheid naar Vroege Middeleeuwen”