Hanno de Zeevaarder ontmoette mensen van de Nok-beschaving. Die maakten terracottabeeldjes zoals deze. Ze zijn te zien in Kurá Hulanda, Willemstad.
Had het eerste deel van de onderneming van Hanno de Zeevaarder bestaan uit stadstichtingen en het tweede deel uit een tocht naar de goudrivier Senegal, het derde deel was een echte ontdekkingsreis. Opnieuw in de vertaling Floris Overduin en Vincent Hunink, met commentaar gebaseerd op Lacroix’ Africa in Antiquity (1998).
De Golf van Guinea
Hanno voer eerst langs westelijk Afrika, boog naar het zuidoosten en bereikte de noordkust van de Golf van Guinea. Het is waar nu landen als Ivoorkust, Ghana en Nigeria liggen. De mensen spraken (en spreken) hier Atlantische Congo-talen.
De door Hanno de Zeevaarder genoemde Troglodyten woonden vermoedelijk in abri’s als deze
In het voorgaande stukje legde ik uit dat Hanno de Zeevaarder, een koning van Karthago, enkele steden stichtte in het westen van Marokko. Zijn verslag is over, al is het volgens vertalers Floris Overduin en Vincent Hunink “vanuit literair oogpunt geen hoogstandje”. Interessant is het wel!
Het eerste deel van zijn expeditie, de kolonisering van westelijk Afrika, is goed gedocumenteerd. Het tweede deel is wat lastiger, maar het genoemde onderzoek van W.F.G. Lacroix komt hier te pas.
We zitten meteen met een crux, namelijk de locatie van de rivier de Lixos. We kennen een stad met die naam in het noorden van Marokko en Jerôme Carcopino opperde dat Hanno terug zou zijn gevaren. De verkenningsmissie zou dus later zijn begonnen nadat Hanno eerst langs zijn eerdere steden was gevaren. Een alternatief is dat we te maken hebben met een stroom ten zuiden van Agadir, waar in historische tijden het Berberkoninkrijk Ilegh lag. Dit lag ten zuiden van de in het vorige stukje genoemde zes nieuwe steden.
We weten niet hoe de schepen van Hanno de Zeevaarder eruit zagen. Dit Karthaagse scheepsmodel is niet heel informatief. (Archeologisch museum, Sousse)
Een van de “vragen rond de jaarwisseling” die u me voorlegde betrof ontdekkingsreizen en ik bedacht toen dat ik nog nooit had geblogd over Hanno de Zeevaarder. En dat is maf, want (a) Karthago heeft mijn belangstelling, (b) er is een leuke vertaling door Floris Overduin en Vincent Hunink (gepubliceerd in Hermeneus 87/1 [2015]) en (c) er is fascinerend Nederlands onderzoek over de topografie gedaan.
Dat fascinerende onderzoek is W.F.G. Lacroix, Africa in Antiquity. A Linguistic and Toponymic Analysis of Ptolemy’s Map of Africa (1998). De auteur toont dat Ptolemaios’ kennis van Afrika groter is dan veelal wordt aangenomen. Daardoor heeft hij redelijk wat van de door Hanno genoemde plaatsen kunnen identificeren. En passant heeft hij ook een opvallend vroege datering geopperd.
Ooit las ik ergens, ik ben vergeten waar, over een docent aan een rechtenopleiding die zijn studenten duidelijk wilde maken dat getuigenverklaringen onbetrouwbaar waren. Terwijl hij zijn college gaf, liet hij een kennis binnenstormen die hem tegen de vlakte werkte en zich vervolgens uit de voeten maakte, waarna de docent, weer opgekrabbeld, de onthutste studenten vroeg wat was gebeurd. Had de dader een blauw of een zwart pak aan, had hij gestoken of geslagen, dat soort vragen. De studenten bleken zich dat allemaal niet meer te herinneren, hoewel het recht voor hun ogen was gebeurd.
De verkleurde herinnering
Ooggetuigen zijn notoir onbetrouwbaar. Om te beginnen passen mensen hun herinneringen aan. We hebben daarvan een prachtig voorbeeld uit de oude wereld, namelijk het gesprek dat keizer Constantijn de Grote kort voor zijn overlijden in 337 na Chr. had met Eusebios, die later ’s keizers biografie zou schrijven. De heerser haalde herinneringen op aan het visioen dat hij ooit had gehad. Hij bezwoer zijn gast dat het echt was gebeurd. Na het middaguur, zo verzekerde hij, hadden hij en zijn soldaten een lichtend kruis aan de hemel gezien. Aanvankelijk had hij in het ongewisse verkeerd over de betekenis. Later had Christus hem in een droom geadviseerd een standaard te maken in de vorm van dit teken. Na dat nachtje slapen had Constantijn dus geweten dat het visioen christelijk van aard was.
Relief van Amanitenmemide van Nubië, die regeerde vlak voor de Romeinen naar Nubië kwamen. Egyptische artistieke invloed is duidelijk maar het ronde hoofd, de grote ogen en de gespierde ledematen zijn kenmerkend voor de kunst van Meroë. (Neues Museum, Berlijn)
Eén van mijn lievelingsverhalen uit de oude wereld is dat van Hanno de Zeevaarder, een Karthaagse ontdekkingsreiziger die de westelijke kust van Afrika heeft verkend. Hij beschrijft een geheimzinnige kust waar hij fluiten en tamtams hoort, hij ziet in de nacht een rivier van vuur die wij kunnen identificeren als een uitbarsting van Mount Cameroon en uiteindelijk levert hij strijd tegen een vervaarlijke stam die hij aanduidt als de Gorilla’s. Een soort Mungo Park dus maar dan zonder het geweld tegen de plaatselijke bevolking. U leest het beknopte verslag hier.
Een even goed avonturenverhaal is dat van enkele Romeinse officieren die, begeleid door soldaten van de keizerlijke garde, in het jaar 61 door keizer Nero werden uitgezonden om te zoeken naar de bronnen van de Nijl. We vinden hun verslag in de Vragen over de natuur (6.8.3) van de senator Seneca, een hoveling van Nero, die de expeditie presenteert als zuiver wetenschappelijk onderzoek. Dat kan heel goed waar zijn. Een andere bron, Plinius de Oudere (Natuurlijke Historie 6.184), meent dat er vooral militaire motieven waren en dan zou het eerste doelwit Nubië zijn geweest. Koning Amanikhabale van dat land verleende echter alle medewerking, dus in elk geval één direct betrokkene heeft het militaire aspect niet herkend. Voor een militaire verkenning reisden de officieren bovendien wel erg ver. Van de andere kant: het een sluit het ander natuurlijk niet uit.
In de eerste helft van de zesde eeuw v.Chr. maakte een Karthaagse zeeman, Hanno de Zeevaarder, een spectaculaire tocht langs de westkust van Afrika. De drie webpagina’s die ik er ooit aan wijdde, behoren tot mijn favorieten. Het verhaal is nou eenmaal te mooi: hoe Hanno met enkele schepen voorbij de Zuilen van Herakles voer, hoe hij enkele steden stichtte, hoe hij de Bocht van Benin bereikte, hoe hij een uitbarsting zag van Mount Cameroon en – tot slot – hoe hij streed tegen een vervaarlijke inheemse stam, de Gorilla’s.
Gave lectuur en niet zonder reden hebben we, toen we eenmaal hadden besloten het eerste nummer van uw favoriete oudheidkundige tijdschrift te wijden aan ontdekkingsreizen, ook aandacht besteed aan Hanno. Johnny Shumate’s centerfold roept perfect het The Land That Time Forgot-gevoel op dat we wilden hebben, want de Oudheid is méér dan marmeren standbeelden, piramiden, legionairs en elegante poëzie. Het verhaal van Hanno is het ultieme jongensboekverhaal en ik was blij te horen dat een van onze lezers, een leraar klassieke talen, na het lezen van ons Hanno-artikel heeft besloten Hanno te gaan lezen in de klas. Het heeft alles voor een zeer geslaagde les.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.