Een dag in Córdoba

Een Turdetanische dame (Archeologisch Museum van Córdoba)

Ik ben dus in Córdoba, een van de voornaamste steden in Romeins Andalusië. En Andalusië was weer een van de voornaamste provincies van het imperium. De regio stond vol olijfbomen, langs de Guadalquivir waren pottenbakkersovens, de groengele olie ging per schip richting Rome, waar de amforen belandden op een enorme schervenberg. De olie diende als brandstof voor lampjes, als zeep en als smaakmaker in het eten van de mensen. Andalusië moet 52.000.000 liter per jaar hebben geëxporteerd. De geleerde die het allemaal heeft onderzocht, was de op deze blog al eens genoemde Heinrich Dressel.

Antieke stad

Córdoba was ouder. De naam bevat het element qrt, “stad”, wat duidt op Karthaagse aanwezigheid, maar die is archeologisch niet geïdentificeerd. Ik hoorde vandaag een andere etymologie, namelijk dat de naam is afgeleid van Fenicische koteba, “olijfpers”. Ook heb ik gelezen dat achter het woord Cordoba de naam van de stam der Turdetaniërs schuilgaat. (Ik schreef al eens over deze Iberische stam.) Ten westen van de huidige stad is inderdaad een heuvelfort gevonden van de Turdetaniërs, die ook wel worden aangeduid als de Tartessiërs. Volgens mij is dat hetzelfde woord. Ik laat het voor wat het is.

Lees verder “Een dag in Córdoba”

Al-Hakim

Fatimidische kristallen fles (Louvre, Parijs)

Het was diep in de nacht van de 27e shawwal van het jaar 411 volgens de islamitische jaartelling ofwel 13 februari 1021, toen kalief Al-Hakim bi-Amr Allah zijn paleis verliet, gezeten op zijn grauwe ezel Qamar, “maan”, en vergezeld door twee dienaren. Het zou een veelbewogen nacht worden.

Kalief Al-Hakim was een wonderlijke man. Hij behoorde tot de Fatimidische dynastie, waarvan de heersers de sji’itische islam propageerden. Alleen niet in de vorm zoals die tegenwoordig in vooral Iran bestaat, maar in de zogenaamde Ismaëlitische stroming. Zoals wel meer shi’itische leiders keerde hij zich tegen de soennieten en was hij tolerant voor joden en christenen. In 1004 was aan dat beleid echter een einde gekomen. Hij verbood de christelijke feestdagen en ook mochten mensen geen wijn meer drinken, wat zowel voor christenen als joden problemen opleverde. Ook kwamen er kledingvoorschriften: niet-islamitische vrouwen dienden bijvoorbeeld één rode en één zwarte schoen te dragen.

Lees verder “Al-Hakim”