De Meden (1): een fictief koninkrijk

Herders in het Zagrosgebergte

We moeten het eens hebben over de Meden. U kent ze van “de wetten van Meden en Perzen”, die gelden als onveranderbaar. De uitdrukking, zonder uitleg gebruikt in de Bijbel, bewijst dat in elk geval geen Jood ervan opkeek dat de twee volken in één adem werden genoemd. Ook bij de Griekse onderzoeker Herodotos zijn Meden en Perzen vrijwel synoniem. Verwante volken dus, zou je denken, en dat dacht je goed.

Hoewel de eerste notie dus klopt, vormen de Meden voor de oudheidkundige ook een probleem. Het bewijsmateriaal is nogal eens onbetrouwbaar. Het bestaat uit opgravingen, uit verwijzingen in Assyrische en Babylonische spijkerschrifttabletten, de Historiën van Herodotos, de Perzische Geschiedenis van Ktesias van Knidos en een handvol hoofdstukken uit de Bijbel. De moeilijkheid is dat de archeologische data niet overeenkomen met de Griekse teksten en dat het spijkerschriftbewijs nogal nietszeggend is.

Lees verder “De Meden (1): een fictief koninkrijk”

Het einde van Klearchos

Marcherende hoplieten (Louvre, Parijs)

[Het is kerstmis en in het verleden gaf ik weleens een longread met krijgsgeschiedenis. Eerder bood ik u het Ardennenoffensief, de Tweede Punische Oorlog, de Trojaanse Oorlog. Vandaag gaan we met Xenofon richting Babylon. Hier is het slot van een vijfdelig stuk. Het eerste deel was hier.]

De legers passeerden Kainai, het huidige Tikrit, en bereikten de rivier de Kleine Zab (die Xenofon overigens niet noemt). Hier stuurde Klearchos een gezant naar Tissafernes met het verzoek het gerezen wantrouwen te bespreken, waarop deze de Griek meteen uitnodigde. Xenofon geeft op dit punt de twee toespraken weer waarmee de twee commandanten elkaar zouden hebben willen overtuigen van hun goede bedoelingen.

Klearchos zou na afloop overtuigd zijn geweest van de oprechtheid van de Pers en meende dat deze teveel lasterpraatjes had gehoord. Hij stemde erin toe dat de leugenaars zouden worden gearresteerd. Voor hem had dit als bijkomend voordeel dat tegenover de andere Grieken duidelijk zou zijn dat alleen hij de leider was, en hij moet hebben gedacht dat ook de Pers het zo wilde, want de Perzen prefereerden vanouds eenhoofdig gezag bij de partijen waarmee ze onderhandelden.

Lees verder “Het einde van Klearchos”

De slag bij Kounaxa (3)

Perzische soldaat in uitgaanstenue; van het gevechtstenue, zoals de Perzen droegen bij Kounaxa, zijn geen afbeeldingen (Louvre, Parijs).

[Het is kerstmis en in het verleden gaf ik weleens een longread met krijgsgeschiedenis. Eerder bood ik u het Ardennenoffensief, de Tweede Punische Oorlog, de Trojaanse Oorlog. Vandaag gaan we met Xenofon richting Babylon. Hier is het derde deel van een vijfdelig stuk. Het eerste deel was hier.]

Weliswaar hadden de door Klearchos aangevoerde Griekse huurlingen op Cyrus’ rechtervleugel een eenvoudige overwinning geboekt, maar in het centrum en op de linkervleugel moest de rebel zich teweer stellen tegen het koninklijke leger, dat zich opmaakte Cyrus’ Lydiërs te omsingelen. Op dat moment, zo schrijft (de door Gerard Koolschijn vertaalde) Xenofon, kreeg Cyrus zijn broer in het oog.

Toen kon hij zich niet meer inhouden. Met de uitroep: “Daar zie ik ’m!” stormde hij op hem af. Hij trof hem in de borst en bracht hem dwars door zijn pantser een verwonding toe, zoals de arts Ktesias meedeelt, die de wond zelf zou hebben behandeld. Op het moment dat Cyrus toesloeg, trof iemand hem hard onder het oog met een speer.

Lees verder “De slag bij Kounaxa (3)”

De slag bij Kounaxa (2)

Hoplietenveldslag op het Nereïdenmonument uit Xanthos (British Museum, Londen)

[Het is kerstmis en in het verleden gaf ik weleens een longread met krijgsgeschiedenis. Eerder bood ik u het Ardennenoffensief, de Tweede Punische Oorlog, de Trojaanse Oorlog. Vandaag gaan we met Xenofon richting Babylon. Hier is het tweede deel van een vijfdelig stuk. Het eerste deel was hier.]

Aan de overzijde van de Eufraat zagen Cyrus en zijn manschappen de sporen van enorme aantallen soldaten en dieren, die zich hadden teruggetrokken. De grote koning leek te vluchten naar de veiligheid van Babylon. Niemand in Cyrus’ legers hield nog rekening met een aanval, zodat men de volgende dag wat ongeordend verder trok. Dit was minder nonchalant dan het lijkt. Vanaf het moment dat de twee legers het kanaal waren overgestoken, marcheerden ze naar het zuidoosten, met de rivier rechts en het kanaal parallel daaraan links. Beide flanken waren gedekt. Pas na zo’n vijftien kilometer zou bij Sippar de vlakte zich verbreden.

Kounaxa

Dat men ook daar voorttrok alsof geen gevaar viel te duchten, was wellicht minder verstandig, maar zonder problemen naderden de legers het punt dat Cyrus die dag wilde bezetten. Vlak voordat Cyrus’ legers daar waren aangekomen, kwam het bericht dat de vijand in de buurt was. Men was nu op een plek die Kounaxa heette, vrijwel zeker het huidige Nusifiyat in Irak, niet ver ten zuiden van de luchthaven van Bagdad.

Lees verder “De slag bij Kounaxa (2)”