
In de Late Bronstijd, bezochten Mykeense Grieken Cyprus. Hun producten zijn op allerlei plekken gevonden, de naam “Alashiya” (Cyprus) is te vinden op Lineair-B-tabletten, Hititische teksten vertellen dat een krijgsheer uit Ahhiyawa (Griekenland) een expeditie deed naar Alashiya en aan boord van het Uluburun-schip, dat tjokvol bronsbaren uit Cyprus lag, lijken twee Mykeense krijgers te hebben gevaren, op weg naar huis. Toen in het Griekse moederland de paleisburchten in de dertiende eeuw v.Chr. ten onder gingen, trokken vluchtelingen naar Cyprus. Een van hun vestigingsplaatsen was Maa-Palaiokastro, de voorganger van het latere Pafos. Na een kwart eeuw werd deze plek alweer ontruimd.
Kort als de Grieken er hebben gewoond, laten we zeggen van 1200 tot 1175 v.Chr., de plek was wel de plek waar ze echt woonden. Alle eerdere aanwijzingen zijn nog te verklaren als handel, als krijgers die komen en gingen, als kooplieden die waren gemigreerd naar hun afzetmarkt. Maar Maa-Palaiokastro is een echte Griekse nederzetting en dat maakt de opgraving nogal symbolisch voor het huidige Cyprus. De meeste Cyprioten spreken immers Grieks en volgen de Cypriotische variant van het Griekse christendom. Een Cyprioot herkent in Griekse liedjes iets dat hem aanspreekt en zal op het Eurovisie-songfestival dan ook douze points geven aan Griekenland.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.