Frigidus, de koude rivier

De Frigidus

[Archeologiejournalist Theo Toebosch werkt al enige tijd aan een boek over de Sloveense stad Kobarid. Hij sluit zijn ogen niet voor oudheidkundige bezienswaardigheden in de omgeving en ging een paar jaar geleden op zoek naar het laat-Romeinse slagveld aan de rivier de Frigidus.]

Het regent een beetje en Zeljko, in het dagelijks leven conservator van het Kobarid Museum, heeft me onder z’n afdakje uitgenodigd. Een Citroën C3 rijdt het terrein op.

“M’n vrouw; ze is naar haar familie in Vipava geweest.”

“Toevallig, daar wil ik later deze week ook nog naartoe.”

“Aha, Ad Frigidum!”

Zeljko kent zijn klassieken, hij weet dat in 394 in een vlakte in de buurt een grote veldslag is geweest.

Lees verder “Frigidus, de koude rivier”

Plato (10): De ideale psyche

Plato’s ziel op een olielamp (Andreasstift, Worms): twee paarden, ratio en emotie, gemend door de wil

[Dit is de tiende aflevering van een reeks over de Atheense filosoof Plato, die veel mensen vooral kennen om zijn zogenoemde ideeënleer, om de Platonische liefde en om zijn ideale filosofenstaat. Dat is echter wat misleidend. Plato’s filosofie is breder en gaat dieper.] 

Met het stichten van zijn eigen filosofische school, de Academie, had Plato meer succes dan als staatsman. Deze Academie werd een kleine 300 jaar na de oprichting in oorlogsgeweld verwoest, maar er bleven filosofen die zich Platonisten noemden. (Een latere versie van de Academie werd in Athene gesticht in 410 van onze jaartelling, en bleef nog een ruime honderd jaar bestaan.) In zijn Academie onderwezen Plato en zijn opvolgers zijn filosofie en ethiek. Die  laatste hangt samen met de visie van Plato op de menselijke geest.

We zagen het al: zoals de staat in elkaar zit, zo zit volgens Plato ook de geest in elkaar. De samenstellende delen van de staat zijn de bestuurlijke klasse, de klasse die de orde handhaaft, en de werkende klasse. De psyche is op een vergelijkbare wijze op te delen in de ratio, de wil en de emoties.

Lees verder “Plato (10): De ideale psyche”

De gesel Gods (1)

Reliëf van elf goden, een heros en keizer Theodosius uit Efese (Archeologisch Museum, Selçuk)

Omstreeks 500 zag de politieke landkaart van Europa er totaal, maar dan ook totaal anders uit dan een eeuw daarvoor. Het Griekssprekende deel van het Romeinse Rijk was intact gebleven, maar in het Latijnsprekende westen bestond het imperium niet langer. Rome was nog altijd een aanzienlijke stad, maar geen schaduw van de metropool die het ooit was geweest. Elders was het niet anders: de steden waren kleiner geworden. Italië werd bestuurd door de Ostrogoten; de Visigoten hadden zich gevestigd in Aquitanië en Spanje; in Gallië hadden de Franken hun macht vanaf de Rijn uitgebreid tot aan de Loire.

Over de oorzaak van het verdwijnen van het Romeinse staatsapparaat in West-Europa wordt al sinds de Oudheid gediscussieerd, maar één ding is zeker: heersers van Germaanse afkomst namen de macht over. De eigenlijke vraag is wat er was veranderd waardoor het mogelijk werd dat kleine groepen krijgers en vluchtelingen een einde konden maken aan de machtigste staat die de wereld ooit had aanschouwd.

Lees verder “De gesel Gods (1)”

MoM | De Oudheid en de sociale wetenschappen

Reliëf van elf goden, een heros en keizer Theodosius uit Efese (Archeologisch Museum, Selçuk)

Een punt dat in Het visioen van Constantijn enige keren aan de orde komt, is het bestaan van niet-exclusivistische christenen als keizer Severus Alexander, generaal Bacurius en de aristocraat Synesios, die Christus vereerden als een van de vele goden. In onze bronnen wordt veelal wat neergekeken op deze demi-chrétiens (om de Franse term te gebruiken): dit is geen echt christendom, vinden de auteurs van die bronnen, die zichzelf natuurlijk wél beschouwden als recht in de leer.

Het is echter denkbaar dat die niet-exclusivisten lange tijd de meerderheid vormden, dat de mogelijkheid Christus toe te voegen aan de verzameling door jou vereerde goden er altijd was en dat degenen die onze bronnen schreven niet-representatief waren. We hebben domweg de statistieken niet om er veel zinnigs over te zeggen. Wat mijns inziens wel zeker is, is dat de vervolgingen door Decius en Valerianus zich richtten op de exclusivisten, op degenen dus die meenden dat Christus exclusief diende te worden vereerd. Voor de demi-chrétiens was de eis een offer te brengen aan andere goden immers geen probleem. Het was wat je als Romein nu eenmaal behoorde te doen op de feestdagen van je stad.

Lees verder “MoM | De Oudheid en de sociale wetenschappen”

De vijfde eeuw (3)

De Frigidus

[Een tijdje geleden blogde ik enkele keren over de Late Oudheid. Een van degenen die reageerden, John Messemaker, zegde toe zijn gedachten over het onderwerp op een rijtje te zetten. Van dat stuk verscheen het eerste deel hier.]

Keizer Gratianus werd in 359 geboren en wed acht jaar later door zijn vader, keizer Valentinianus I, gekroond tot medekeizer. De belangrijkste reden dat de negentienjarige Gratianus in 378 niet met zijn leger aanwezig was bij de Slag van Hadrianopolis, waardoor een ramp wellicht te voorkomen was geweest, is dat hij opgehouden was door schermutselingen met onder andere Alanen. Na de slag ging hij ertoe over diverse plunderaars te rekruteren voor zijn leger en daarbij ging hij niet alleen zo ver dat hij een groep Alanen tot lijfwacht maakte, nee, de keizer ging zelfs publiekelijk gekleed in “Skythische” outfit. Net als zijn lijfwacht ging hij dus gekleed zoals de overwinnaars van Hadrianopolis.

Omdat Gratianus nogal wat weerstand opriep, voerde Magnus Maximus in 383 een putsch uit. De legitieme keizer werd op de vlucht gearresteerd door zijn generaal Merobaudes en aan  Maximus overgedragen, die zijn rivaal terstond doodde. Ondanks de mislukking van Gratianus’ regering vertelt de Romeinse militaire auteur Vegetius nog iets positiefs over hem, namelijk dat hij de laatste keizer was die zijn infanterie nog borstplaten en helmen liet dragen.

Lees verder “De vijfde eeuw (3)”

De vijfde eeuw (1)

Het slagveld van Adrianopel, bezien vanuit het zuidwesten

[Een tijdje geleden blogde ik enkele keren over de Late Oudheid. Dat leidde tot leuke reacties en een van de “reaguurders”, John Messemaker, zegde toe zijn gedachten over het onderwerp eens op een rijtje te zetten. Zijn enthousiaste stuk van ruim zesduizend woorden zal hier de komende tijd verschijnen. Ik heb het wat aangepast aan de conventies die ik op deze blog hanteer en laat hem verder met plezier aan het woord.]

De vijfde eeuw begint voor mij op 9 augustus 378 met de Slag bij Adrianiopel, waar “barbaarse” groepen onder leiding van Alatheus, Fritigern en Saphrax de Oost-Romeinse keizer Valens doden, zijn legers vernietigend verslaan en het Oost-Romeinse Rijk in chaos storten. De vijfde eeuw eindigt op 4 september 476, de dag dat de “barbaar” Odoacer de laatste keizer van het West-Romeinse Rijk, Romulus Augustulus, een kind nog, afzet en Italië als koning (rex) onder zijn eigen gezag verder leidt.

Lees verder “De vijfde eeuw (1)”

De val van het Serapeum

Alexandrijnse wereldkroniek (klik=groot)

Ik schreef laatst over papyri, waarvan ik vertelde dat ik er altijd weer van onder de indruk ben hoe kwetsbaar en teer ze zijn. De bovenstaande afbeelding is een ander voorbeeld. Ze is afkomstig uit een geïllustreerd manuscript waarin belangrijke historische gebeurtenissen stonden beschreven: de Alexandrijnse Kroniek. Het eigenlijke boek is grotendeels verloren maar enkele fragmenten zijn via de Russische verzamelaar Vladimir Golenischev terechtgekomen in het Pushkin Museum in Moskou; het plaatje hierboven is komt uit een mooie, alweer een eeuw oude tekstuitgave.

Het is een bladzijde die de laatste regeringsjaren van keizer Theodosius beschrijft. Lange tijd is het gedateerd in de zesde eeuw, maar het schijnt iets ouder te zijn. In elk geval dateren de afgebeelde gebeurtenissen van rond 400 na Chr. De illustrator kiest voorbeelden uit de strijd tegen het heidendom. Hieronder wat details.

Lees verder “De val van het Serapeum”

Christelijke bronnen over de heidenen

Wat de christenen lieten staan van het Serapeum in Alexandrië
Wat de christenen lieten staan van het Serapeum in Alexandrië

In de eerdere stukjes in deze reeks heb ik betoogd dat het christendom en het heidendom niet zo scherp tegenover elkaar hebben gestaan als het vaak wordt gepresenteerd. “Maar in Alexandrië is het Serapeum toch door christenen bestormd?” hoor ik u tegenwerpen, en u heeft volkomen gelijk.

Dit is echter een schoolvoorbeeld van de Everest Fallacy: dat wat heel groot is – zoals het schandaal van het Serapeum – valt op en nodigt dus uit tot onderzoek. Maar grote en opvallende dingen zijn niet per se representatief. De Mount Everest is niet representatief voor de bergen op aarde, Donald Trump is niet representatief voor de Amerikanen en Mark Rutte is niet representatief voor de Leidse historici. De gebeurtenissen in een exceptionele stad als Alexandrië zijn net zo representatief voor de relaties tussen de diverse Romeinse godsdiensten als de keizer representatief is voor de Romeinen in het algemeen.

Lees verder “Christelijke bronnen over de heidenen”

Jan van Aken, De afvallige

Full disclosure: de Nederlandse schrijver Jan van Aken woonde tot voor kort bij me om de hoek, in een mooie woonboot. We delen een belangstelling voor het verleden en onze boeken worden uitgegeven door dezelfde uitgeverij. Toen Van Aken schreef aan De afvallige, hebben we de tekst verschillende keren besproken, en toen de tekst af was, heb ik hem in zijn geheel gelezen en becommentarieerd. U weet nu dus wat u hebt aan mijn oordeel als ik u zeg dat De afvallige een heerlijk boek is.

Wie de eerdere boeken van Van Aken las, weet welke personages hij mag verwachten: verslaafden, zwervers, soldaten, vorsten en geletterden met ongebruikelijke opinies. De verslaafde doet zich dit keer niet, zoals in Het fluwelen labyrint, tegoed aan harddrugs, maar kan niet zonder wijn. De zwerftochten gaan dit keer niet, zoals in Koning voor een dag, naar Egypte, maar door het hele Romeinse Rijk, van Trier via Constantinopel en Antiochië tot Damascus. De geletterde is dit keer geen pythagorese filosoof, zoals in De dwaas van Palmyra, maar een bisschop-intrigant. Stuk voor stuk interessante karakters, met wie je ook in het echt wel eens een glas teveel wil drinken, een reis wil maken en een goed gesprek wil voeren.

Lees verder “Jan van Aken, De afvallige”