Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch

Inscriptie van Suppiluliuma II in Hiërogliefisch Luwisch (Hattusa)

Er gaan dagen voorbij waarin ik niet denk aan de vraag of het Proto-Anatolisch afstamt van het Proto-Indo-Europees of dat het Proto-Indo-Europees en het Proto-Anatolisch een gedeelde voorouder hebben. Ik ontmoette vorige maand iemand die daar wel dagelijks aan denkt: Alwin Kloekhorst van de universiteit in Leiden. Eerst ga ik u vertellen wat hij me over het onderwerp vertelde, daarna zal ik u uitleggen waarom het uitmaakt. Maar eerst even wat achtergrond.

Proto-Indo-Europees

De reconstructie van het Proto-Indo-Europees is, en ik overdrijf niet, een van de grootste prestaties uit de geesteswetenschappen aller tijden. Het gaat om het inzicht dat vrijwel alle talen in Europa, een groot aantal talen uit Centraal-Eurazië, plus enkele Iraanse en Indische talen afstammen van één oertaal. De talen in die familie noemen we Indo-Europees en de gereconstrueerde oertaal heet Proto-Indo-Europees.

Lees verder “Proto-Indo-Europees en Proto-Anatolisch”

Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (2)

Het Karabel-reliëf

[Tweede deel van een stuk over antiek erfgoed in westelijk Turkije. Het eerste was hier.]

Smyrna

Vanuit Efese kun je via het orakel van Klaros en het belangrijke Karabel-reliëf uit de Late Bronstijd naar Izmir, het antieke Smyrna, met een mooi museum en een agora. Her en der verstrooid staan nog enkele Ottomaanse huizen, als herinnering aan de mooie stad die hier ooit moet zijn geweest voordat de stad door oorlog werd verwoest. De Grieken die de stad verlieten, hebben sculptuur meegenomen die nu in Athene is.

Lees verder “Zesmaal werelderfgoed: West-Turkije (2)”

De taal van Troje (2)

De stèle van Lemnos (Nationaal Archeologisch Museum, Athene)

[Tweede deel van een stuk over de taal van de Trojanen. Het eerste deel was hier. Daarin legde ik uit dat er sterke aanwijzingen waren dat ten zuiden en ten oosten van Troje een Luwische taal werd gesproken, wat het aannemelijk maakt dat dit ook in Troje het geval was.]

Etruskisch?

Maar er is nog een optie: Etruskisch. Er is een oeroude (bij Herodotos gedocumenteerde) traditie dat in lang vervlogen tijden, toen de Lydiërs nog Meiones heetten, er hongersnood was en een deel van de mensen weg zeilde naar het westen om daar verder te leven als de Tyrsenoi ofwel Etrusken. De thuisblijvers zouden zich Lydiërs zijn gaan noemen.

Lees verder “De taal van Troje (2)”

De taal van Troje (1)

Het steile Troje

Hé, dat is leuk: een artikel over de taal van de oude Trojanen. Nu zegt u: “Dat is toch onzin, de taal van een legendarisch volk, je vraagt toch ook niet naar de taal van de bewoners van Atlantis?”

Maar Troje is natuurlijk niet helemáál legendarisch. Uit Hittitische teksten weten we dat in het noordwesten van Anatolië, aan de Hellespont, een staat lag die in het Hittitisch Wiluša heette. Dat is het Griekse [W]Ilios. Misschien vindt u dat wat fantasierijk, maar

  • Het wegvallen van die /w/ is een van de best gedocumenteerde aspecten van het oudste Grieks.
  • Zowel de Hittitische lettergreep –ša als de Griekse uitgang –ios duiden op een plaatsnaam.

De woorden in de twee talen verwijzen evident naar dezelfde plek. Een aardig detail is dat ook de beschrijvingen overeenkomsten hebben: steile hellingen bijvoorbeeld en dezelfde oppergod, Apollo.

Lees verder “De taal van Troje (1)”

Anatolische talen

Inscriptie van Suppiluliuma II in Hiërogliefisch Luwisch (Hattusa)

Onderwijs over het Indo-Europees en de bijbehorende geschiedenis zou, zoals de Leidse taalkundige Stefan Norbruis onlangs stelde in een proefschrift over de Anatolische talen, standaardonderdeel moeten zijn van het middelbare-school-curriculum. De ontdekking van deze oertaal is een van de grootste prestaties uit de negentiende-eeuwse geesteswetenschappen. Hier is alvast een filmpje waarover ik nog eens zal bloggen.

In de twintigste eeuw is geprobeerd de samenleving van de eerste sprekers te reconstrueren. Dat kan door bijvoorbeeld te kijken naar de gedeelde woordenschat. Daarin zijn bijvoorbeeld diverse namen aanwezig voor flora en fauna, die een aanwijzing vormen voor een Urheimat, terwijl de woorden voor bijvoorbeeld koning, ploeg en wiel duiden op zaken die archeologisch terug te vinden zijn: koningsgraven, landbouw en wagens.

Lees verder “Anatolische talen”

Een tekst over Troje?

De oostelijke poort van Troje VI/VIIa

Zo op het eerste gezicht lijkt het nieuws behoorlijk belangrijk. En na deze eerste zin weet u al dat er een tweede gezicht is en dat het nieuws wellicht anders moet worden geduid. En u weet dan ook dat er een conclusie komt over de aard van het nieuws. Met andere woorden: op deze vroege zondagochtend kan ik, op een hotelkamer in het Kroatische Zadar, voor het volgende nieuws geen adequatere vorm bedenken dan een stomvervelend frame dat al veel te vaak is gebruikt. Niettemin is het bericht de moeite waard, dus lees even verder.

Een tekst over Troje

De claim: onderzoekers hebben een 3200 jaar oude inscriptie vertaald waar informatie in blijkt te staan over de gebeurtenissen in westelijk Klein-Azië. Het interessante is dat daarin Troje wordt genoemd. De tekst, zo lezen we hier, is geschreven in het Luwisch (een Indo-Europese taal uit het westen van Klein-Azië) en beschrijft enkele gebeurtenissen uit het koninkrijk Mira. Als ik het goed samenvat nam een koning Mashuittas van Mira de macht over van koning Walmu van Wilusa (de oude naam van Troje). Deze Walmu was uit zijn stad verdreven maar Mashuittas gaf hem die stad terug in ruil voor beloftes een trouwe vazal te zullen zijn.

Lees verder “Een tekst over Troje?”

De schijf van Faistos

Schijf van Faistos (Museum van Heraklion)
Schijf van Faistos (Museum van Heraklion)

Het bovenstaande voorwerp, een soort grote CD van gebakken klei waarop in een spiraal een pictografische inscriptie is aangebracht, is een van de beroemdste voorwerpen uit de Griekse Bronstijd. Deze schijf, te zien in het museum van Heraklion, werd in 1908 gevonden bij een heiligdom te Faistos (op Kreta) en ook een eeuw later zijn de tekens volkomen onbegrijpelijk.

Die tekens zijn in de klei gedrukt met stempeltjes. Voor dat procedé bestaan geen antieke parallellen en omdat er niets is dat erop lijkt, valt de schijf van Faistos niet te dateren aan de hand van vergelijkingsmateriaal. Het opgravingsrapport helpt niet: het is geschreven in een tijd waarin archeologen minder vergelijkingsmateriaal hadden dan wij, en moderne onderzoekers hebben geopperd dat de opgravers zich kunnen hebben vergist. Dat de chronologie van Bronstijd-Kreta een grote rommel is, maakt het er niet beter op.

Lees verder “De schijf van Faistos”