Alexander de Grote in context

Al voor Alexander de Grote verspreidde de Griekse cultuur zich, zoals gedocumenteerd door dit teliëf uit Sidon uit het tweede kwart vierde eeuw v.Chr. (Nationaal Museum, Beiroet).

Alexander de Grote: in het handboek waarover ik op donderdag vaak blog, Een kennismaking met de oude wereld van Luuk de Blois en Bert van der Spek, ben ik nu aangekomen bij deze wereldveroveraar. Ik heb al aangegeven dat de auteurs bij hun behandeling van de vijfde eeuw v.Chr. de nadruk legden op de Griekse stadstaten die lagen binnen de grenzen van het huidige Griekenland. Eenmaal aangekomen bij de vierde eeuw trekken ze dit enigszins recht met een kort, eigenlijk te kort, stuk over de westelijke Grieken. Ook is er een paragraaf over de economie. Daarmee komt het hoofdstuk over de klassieke tijd ten einde.

Het volgende hoofdstuk gaat over de hellenistische periode, dus de tijd van Alexander tot Augustus, zeg 330 tot 30 v.Chr. Een belangrijk kenmerk van dit tijdvak is dat de Griekse cultuur zich verspreidde over het Nabije Oosten. Overal moest ze zich met oudere beschavingen zien te verhouden, wat echt interessante wisselwerkingen oplevert. Alleen al voor de zalen die in het Louvre zijn gewijd aan het hellenistische en Romeinse Nabije Oosten zou je naar Parijs willen. Ik schrijf dat zonder ironie of overdrijving. Je kunt er twee dagen rondlopen zonder je te vervelen.

Lees verder “Alexander de Grote in context”

Het ontstaan van de Griekse cultuur

Protogeometrisch aardewerk van het eiland Euboia, gemaakt tussen pakweg 825 en 750 v.Chr. (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

We hebben een woord om aan te duiden hoe een volk begint te ontstaan: etnogenese. Maar bestaat er zoiets als cultuurgenese? Zijn er studies over de wijze waarop culturen groeien? Ik kan een blinde vlek hebben, maar het zou me niet verbazen als zulke studies er niet zijn.

Het ontstaan van een cultuur

Eén reden is dat de sociale wetenschappen weliswaar lange tijd een historische inslag hebben gehad, maar in de jaren twintig van de vorige eeuw daarmee braken. Toen groeide het structureel-functionalisme uit tot het dominante model om samenlevingen te beschrijven. Wat dit structureel-functionalisme bood was een momentopname. Voor de diachrone ontwikkeling van een samenleving was weinig aandacht. Latere pogingen om samenlevingen zo te beschrijven dat je én een synchrone én een diachrone analyse kreeg, zijn nooit helemaal gelukt. Dus het is denkbaar dat er nooit een boek is geschreven over de wijze waarop culturen ontstaan, zich afbakenen van aangrenzende culturen en een naam op zichzelf gaan plakken.

Lees verder “Het ontstaan van de Griekse cultuur”

Een nieuw oude Persefone

Archaïserend reliëf uit Korinthe

Zoals ik afgelopen zondag vertelde, zijn de hellenistische koninkrijken ontstaan tijdens de burgeroorlogen na de dood van Alexander de Grote. Ik vertelde ook dat de elites in deze rijken zich legitimeerden met de Griekse cultuur. Er ontstond een canon van klassieke vormen, geïnspireerd door het idee van Aristoteles dat alles een doeloorzaak had. In Griekenland was de ware kunst in wat wij de Archaïsche Periode noemen ontstaan en gegroeid, terwijl ze had gebloeid in wat wij de Klassieke Periode noemen.

De kunst had zich verder ontwikkeld. De hellenistische sculptuur is soms heel barok – zie de Laokoöngroep of het Pergamonaltaar – en neigt soms zelfs tot rococo, zeker in Alexandrië. Beschreven met de natuurmetafoor die ik zojuist gebruikte, was dit, na de groei en de bloei, alleen te beschouwen als verval. Een Winckelmann beschouwde de hellenistische kunst (die in de achttiende eeuw overigens nog niet zo werd genoemd) dan ook als inferieur. Ik heb al eens geblogd over de klucht rond de Venus van Milo.

Lees verder “Een nieuw oude Persefone”

Waarom klassieken? (4)

Het theater van Dionysos in Athene.

Geen van de auteurs uit het Alexandrijnse pantheon der Griekse letteren leefde na 300 v.Chr. Al in de derde eeuw was op deze wijze afgebakend wat klassiek zou worden: wat aan Alexander de Grote voorafging verdiende navolging, wat erop volgde was op z’n best van onduidelijke waarde.

Er zouden nog talloze belangrijke boeken worden geschreven, maar ze zouden nooit zo populair worden als de teksten van vóór Alexander. Nieuwe genres, zoals literaire brieven, liefdesgeschiedenissen, idyllen, biografieën en satiren, zouden nooit de status verwerven die het heldendicht, de lyriek en de tragedie bezaten. Dit gebrek aan populariteit heeft ervoor gezorgd dat deze teksten minder goed zijn overgeleverd dan het klassieke materiaal.

Lees verder “Waarom klassieken? (4)”

Waarom klassieken? (3)

Ptolemaios I Soter (Nationale Bibliotheek, Brussel)

Eén van de plaatsen waar de Griekse beschaving na Alexanders veroveringen voet aan de grond kreeg, was het Egyptische Alexandrië, de hoofdstad van het koninkrijk dat generaal Ptolemaios voor zichzelf had opgebouwd. In Babylonië had hij de soms wel twee millennia oude bibliotheken gezien waarin alle menselijke kennis zou worden bewaard. Alexander had het belang ervan meteen onderkend en delen laten kopiëren voor Aristoteles, die altijd al had aangedrongen op het aanleggen van bibliotheken en soortgelijke inventariseringen van bestaande kennis.

Geïnspireerd door de Griekse filosofie en een Babylonisch voorbeeld had Ptolemaios het Mouseion gesticht. Daar konden de werken worden geconsulteerd van de navolgenswaardige auteurs uit het Griekenland van de vijfde en vierde eeuw, alsmede vertalingen van oosterse teksten, zoals de astronomische waarnemingen uit Babylon, de Bijbel, stukken Egyptische mythologie en praktische curiosa als het reisverslag van de Karthaagse ontdekkingsreiziger Hanno. Het concrete belang van vooral de Griekse literatuur was immens: de stabiliteit van de Griekse bestuurskaste in het Ptolemaïsche Rijk werd erdoor gewaarborgd, en dat droeg op haar beurt bij aan de rust in het koninkrijk.

Lees verder “Waarom klassieken? (3)”

Waarom klassieken? (2)

Aristoteles (Huis van de Europese Geschiedenis, Brussel)

Ik gaf in het vorige stukje aan dat de afstammelingen van de Griekse en Macedonische kolonisten die zich hadden gevestigd in het door Alexander de Grote veroverde Nabije Oosten zich graag presenteerden als Griek, omdat dit hun toegang verleende tot de hogere functies. De Griekse cultuur waarmee ze zich presenteerden, diende daardoor statisch te blijven, omdat ze anders niet herkenbaar was.

Er was nog een andere reden waardoor de Griekse cultuur van de vijfde en vierde eeuw dé standaard werd op literair en artistiek gebied. Even belangrijk was dat de bewonderde beschaving inderdaad op een bepaalde manier kon doorgaan voor superieur, en niet doordat ze militair nogal succesvol was geweest. Zo waren de Griekse beeldhouwers er als enigen in geslaagd de menselijke anatomie volmaakt weer te geven in brons of marmer. Hun oudste beelden waren even statisch geweest als de Egyptische en Fenicische sculptuur, en latere waren gekenmerkt door amandelogen, een onbeholpen glimlach en klutsknieën, maar uiteindelijk hadden kunstenaars de anatomische perfectie bereikt. Over de schilderkunst kon een vergelijkbaar verhaal van perfectionering worden verteld.

Lees verder “Waarom klassieken? (2)”

Waarom klassieken? (1)

In deze beroemde, in Aï Khanum gevonden inscriptie vertelt een zekere Klearchos naar Delfi te zijn gegaan om daar de uitspraken van de wijzen van weleer over te schrijven: “Als kind, wees geordend; als jongeman, wees rustig; als volwassene, wees rechtvaardig; als oudere, wees wijs; als stervende, wees zonder zorg.”

Voor de Grieken was het verleden normatief. De Ilias bevat een scène waarin de held Achilleus zichzelf vrolijk probeert te stemmen door op een lier “de roemruchte daden van de helden te bezingen”, volgens Herodotos waren in het verleden “de fatsoensnormen vastgelegd” en een revolutionair die de maatschappelijke status quo wilde veranderen, beriep zich op voorvaderlijke gewoonten. Bewondering voor het verleden was zó vertrouwd dat men het zich nauwelijks bewust was.

Dit begon te veranderen toen Alexander de Grote het Nabije Oosten onderwierp en de voorwaarden schiep waaronder de Griekse cultuur zich kon verspreiden tot in Egypte en Afghanistan. Voor zover in de jaren na de verovering ergens orde heerste, werd die gegarandeerd door de duizenden veteranen die Alexander had achtergelaten in steden als Iskenderun, Alexandrië, Kandahar en Kampyr Tepe. Daar kwamen Macedoniërs, Grieken, Perzen en andere volken op een tot dan toe ongekende schaal met elkaar in contact, en hoewel de Griekssprekenden een duidelijk herkenbare elite vormden, moesten ze samenwerken met de onderworpen volken. In die wereld, waarin traditionele vormen van gezag waren geërodeerd, begonnen Alexanders generaals – als het ware van onderaf – nieuwe rijken op te bouwen, waarbij ze steunden op hun landgenoten.

Lees verder “Waarom klassieken? (1)”

De West-Anatolische cultuur

Een wijnschenkkan van de West-Anatolische cultuur (Allard Pierson-museum, Amsterdam)

Voor Nederlanders ligt de grens met de grote oosterbuur al een paar eeuwen onveranderlijk vast. Sinds de Pragmatieke Sanctie van 1549 dus. Die grens is inmiddels volkomen onzichtbaar. Fiets van Glanerbrug naar Gronau en je zult zien dat er maar weinig verandert. Omdat de rijksgrens net zo goed een gemeentegrens had kunnen zijn, kunnen wij ons niet goed voorstellen dat een grens ook een open zenuw zou kunnen wezen. Voor de Grieken is dat anders. Thessaloniki, de op één na grootste Griekse stad, ligt pas sinds 1912 binnen Griekenland. Smyrna, ten oosten van de Egeïsche Zee, was vele eeuwen een centrum geweest van de Griekse cultuur toen het in 1922 verloren ging. Dus minder dan een eeuw geleden. Open zenuw.

Dat geldt omgekeerd voor de Turken. Ik zal niet snel de wrange lach vergeten van de man die moest toegeven dat “Istanbul” een Griekse etymologie had (eis ten polin, “naar de stad”) en langer de naam Constantinopel had gedragen dan de huidige naam. Ik begrijp die gevoeligheid niet, maar wat je niet rationeel vindt, hoeft daarom nog niet irreëel te zijn. Grenzen zijn in Zuid0ost-Europa meer dan bij ons een gegeven en dat geldt ook voor wantrouwen jegens de buren.

Lees verder “De West-Anatolische cultuur”

Klassieke literatuur (7b): wetenschap

Bouwkunde is een wetenschap: entasis in de (onvoltooide) tempel van Segesta

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag behandel ik de antieke wetenschappelijke literatuur.]

In het vorige stukje behandelde ik dé antieke wetenschappelijke tekst bij uitstek, de encyclopedie van Plinius de Oudere. Daarmee begon ik in feite aan het einde, want Plinius is, behalve een goed observator die zijn eigen ervaring nooit negeert, vooral een verzamelaar, vertaler en bewerker van oudere, vooral Griekse wetenschap. Het woord “wetenschap” moet u overigens met een slag om de arm nemen. Andere literaire doelen waren zelden ver weg, maar vandaag behandel ik toch vooral wat zakelijker teksten.

Lees verder “Klassieke literatuur (7b): wetenschap”

Griekse leeuw

Archaïsch leeuwtje (Antikensammlung, München)
Archaïsche leeuw (Antikensammlung, München)

Deze dagen ben ik bezig met de vernieuwing van de website van mijn schooltje, Livius.nl. Het probleem, dat ook speelt op de grote Livius.org-website, is dat ze al oud is en nog is gemaakt in klassieke html. De tekst en de vormgeving zijn daarin allebei opgenomen in hetzelfde bestand. Dat heeft echter nadelen en ik wil al tijden overgaan naar het inmiddels gebruikelijke systeem, waarin de vormgeving vastligt (en apart kan worden aangepast) en alleen de tekst hoeft te worden ingevoerd.

Tot het zover is, ben ik bezig met het herschrijven van de pagina’s en het uitzoeken van illustratiemateriaal. Ik bezit tienduizenden foto’s, keurig geselecteerd, maar het valt nog niet mee om afbeeldingen te vinden die passen in het ontwerp. Dat heeft te maken met het feit dat sommige beeldschermen breder zijn dan andere en je dus een plaatje nodig hebt dat er én op 1920 pixels breedte én op 1024 pixels breedte een beetje leuk uitziet.

Lees verder “Griekse leeuw”