Gaius Julius Caesar (2): Gallië

Julius Caesar; portret uit Nijmegen (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

[Tweede deel van het op de deze blog onvermijdelijke overzichtsartikel over Julius Caesar. Het eerste deel was hier.]

Het Driemanschap

Gewoonlijk wees de Senaat (d.w.z. de optimates) aan elke consul een provincia toe, dat wil zeggen een mandaat om een bepaalde taak te verrichten. Het hoefde niet per se een militair commando te zijn, al is ons woord “provincie” afgeleid van provincia in de zin van krijgstheater, maar dat was wel wat een consul het liefst had. Omdat Caesars tegenstanders bang voor hem waren, zorgden de senatoren ervoor dat hij de zorg voor de Italische bossen en wouden kreeg toegewezen. De senatoren konden het risico niet nemen dat Caesar aan het hoofd van een leger zou komen staan.

Lees verder “Gaius Julius Caesar (2): Gallië”

Gaius Julius Caesar (1): consul

Vroeg portret van Julius Caesar (Museum van Korinthe)

In de donderdagse reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek, Een kennismaking met de oude wereld, vandaag een stukje dat ik vreesde: Julius Caesar. Over hem – of beter: over de door hem ontketende Tweede Burgeroorlog – heb ik het immers al zo vaak in mijn reeks #RealTimeCaesar. En over zijn Gallische Oorlog heb ik het ook al vaker gehad, zoals hier en hier en hier en hier en daar. Maar vandaag dan toch: wat ging vooraf aan de Gallische Oorlog en de Tweede Burgeroorlog?

De opkomst van Julius Caesar

Caesar werd een bekende Romein in het jaar 69 v.Chr., toen zijn tante Julia overleed, de weduwe van Gaius Marius. Het jaar daarvoor hadden Pompeius en Crassus de rechten van de door Sulla gekortwiekte Volksvergadering hersteld. Daarover blogde ik al eens. In zijn grafrede bracht Caesar de aanwezigen Marius’ verdiensten in herinnering. Zo verwierf Caesar, die al een reputatie had als oorlogsheld, vrij eenvoudig een eigen achterban. Het betekende ook dat hij voor zijn verdere politieke loopbaan veroordeeld was tot een bestaan als popularis.

Lees verder “Gaius Julius Caesar (1): consul”

Gnaeus Pompeius Magnus

Gnaeus Pompeius (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, schrijf ik elke week rond donderdag over het handboek oude geschiedenis van De Blois en Van der Spek. Een kennismaking met de oude wereld was het boek waaruit ik eerstejaarsonderwijs kreeg. Omdat ik professioneel in een impasse verkeerde, ben ik het eens gaan herlezen om te zien of mijn kennis niet tekortschoot. Vaak zie ik iets dat ik niet wist en soms denk ik dat ik het beter weet. Deze weken ben ik vooral bezig met aanvullingen. Gewoon, omdat het interessante stof is.

Zoals over de instorting van het systeem waarmee Sulla de Romeinse Republiek had gereorganiseerd. De meeste macht was bij de Senaat komen liggen en alle magistraturen waren aan strikte regels gebonden. Er waren bijvoorbeeld minimumleeftijden voor allerlei functies. Sulla was echter nog maar nauwelijks gecremeerd of het systeem bezweek.

Lees verder “Gnaeus Pompeius Magnus”

Lucius Cornelius Sulla (2)

Afgietsel van een sokkel van een standbeeld voor zevenvoudig consul Gaius Marius (Museo nazionale della civiltà romana, Rome)

In het vorige stuk zagen we dat de Romeinse generaal Lucius Cornelius Sulla, voordat hij naar de oorlog tegen Mithridates VI Eupator van Pontus was afgereisd, de macht had gegeven aan de Senaat. Op de revolutie volgde een contrarevolutie, want toen Sulla nog maar nauwelijks was vertrokken, grepen zijn tegenstanders hun kans.

De Eerste Burgeroorlog: Cinna versus Sulla

De Volksvergadering hernam haar rechten en wees haar oude leiders opnieuw aan. Velleius Paterculus oordeelt:

Vervolgens betraden Lucius Cornelius Cinna voor de tweede maal en Gaius Marius voor de zevende maal het ambt van consul, een blamage voor zijn vorige zes maal. Maar bij het begin ervan werd hij ernstig ziek en zo kwam een eind aan het leven van een man die in oorlog de grootste tegenstander was van de vijanden en in vrede van zijn medeburgers. (Romeinse Geschiedenis 2.23; vert. Hunink)

Lees verder “Lucius Cornelius Sulla (2)”

Sinterklaas met boeken (bis)

(Boekhandel De Kler, Leiden)

[Zoals beloofd nog een tweede stukje over boeken om met Sint-Nikolaas cadeau te doen (en liefst ook te lezen). Met dank aan Roel Salemink van de Athenaeum-boekhandel in Amsterdam.]

Vertalingen

Afgelopen tijd was rijk aan nieuwe vertalingen. De gelauwerde vertaler Piet Schrijvers waagde zich aan een eigentijdse vertaling van het werk van Ovidius en kwam met twee gebonden uitgaven: De Gedaantewisselingen (Metamorfosen) en de Kalendergedichten (Fasti). Het mooie is dat bij beide boeken ook de Latijnse tekst is opgenomen. Ook van Harrie Geelen, classicus, illustrator (en man van vertaalster Imme Dros), verscheen op hetzelfde moment een vertaling van Ovidius, Metamorphoses. Voor een vergelijkend warenonderzoek van de verschillende vertalingen van de Metamorfosen verwijs ik u graag naar de website van Athenaeum, waar we een paar zinnen naast elkaar hebben gezet.

Naast Ovidius zijn er ook twee vuistdikke vertalingen verschenen van De Civitate Dei (de Stad van God) van Augustinus door Chris Dijkhuis, die na 40 jaar een eigentijdse vertaling maakte van dit belangrijke werk dat Augustinus schreef na de plundering van Rome door de Visigoten in het jaar 410. En daarnaast de Legenda Aurea (de Gulden Legende) van de dertiende-eeuwse Jacobus de Voragine, dominicaan, schrijver, bestuurder en aartsbisschop van Genua. Het is een boek vol heiligenlevens, dat beschouwd kan worden als inspiratiebron voor veel westerse kunst en literatuur. De vertaling is van Ton Hilhorst en Carolien Boink.

  Lees verder “Sinterklaas met boeken (bis)”

Spartacus en Crassus

Crassus (Louvre, Parijs)

[Laatste stukje over de slavenopstand van Spartacus. Het eerste was hier.]

Crassus commandant

In Rome trad een nieuwe bevelhebber aan: Marcus Licinius Crassus. De verslagen consulaire legioenen schijnen in de buurt van Ancona te zijn achtergebleven, en Crassus gaf hun commandant Mummius opdracht zich in het zuiden bij hem te voegen. Hij mocht geen contact met de vijand maken. Mummius meende echter een goede gelegenheid te zien het probleem zelf op te lossen, bond de strijd toch aan en werd verslagen. Crassus was woedend en meedogenloos in zijn straf: decimatie. Elke tiende soldaat moest door zijn kameraden worden gedood. De legionairs moesten weten dat ze meer hadden te vrezen van hun commandant dan van de slaven en gladiatoren. Dit is een van de zeer weinige bekende gevallen van decimatie.

De Cilicische Piraten

In de winter van 72/71 kwam Spartacus aan in de teen van Italië, waar hij Thourioi innam. Dit was de enige keer dat hij zijn mensen in een stad vestigde. Het doel lijkt te zijn geweest Sicilië te veroveren. Op dat eiland waren in het recente verleden verschillende grote slavenopstanden geweest, met leiders die zich tot koning hadden uitgeroepen.

Lees verder “Spartacus en Crassus”

Misverstand: Carrhae

Parthische boogschutter (Altes Museum, Berlijn)
Parthische boogschutter (Altes Museum, Berlijn)

De Romeinse Republiek breidde zich aanvankelijk gestaag uit over Italië, annexeerde na de Eerste Punische Oorlog de eilanden Sicilië, Sardinië en Corsica en ook de Povlakte en de Dalmatische kust, nam na de oorlog tegen Hannibal ook de Spaanse kusten in bezit, en gebruikte vervolgens enkele decennia om alles te consolideren. Na het midden van de tweede eeuw v.Chr. ging het sneller: Macedonië, Africa, Griekenland, het Pergameense Rijk, de Meseta, de Provence, Numidië.

Daarna was het de tijd van de grote generaals. Sulla, Lucullus en Pompeius veroverden gebieden in het oosten, Caesar annexeerde het westen van het Iberische Schiereiland, Gallië en nog meer Numidië. Ze zouden allemaal worden overtroffen door keizer Augustus. En dan waren er nog de evidente mislukkingen, zoals generaal Crassus, die zich aan zijn stand verplicht voelde naar het oosten te trekken om te strijden tegen de Parthen, die woonden in Irak en Iran. Dat had hij beter niet kunnen doen, want in 53 v.Chr. werd hij bij Carrhae, ook bekend als Harran, verslagen.

Lees verder “Misverstand: Carrhae”