Fenicisch Cádiz

Fenicische sieraden uit Cádiz (Cädiz Museum)

Ik blogde al over mijn bezoek aan de Spaanse havenstad Cádiz en vertelde dat daar Fenicische huizen waren opgegraven. Die lagen onder een Romeinse vissaus-werkplaats die op zijn beurt weer ligt onder een modern marionettentheater. (Daarom noemt het even verderop gelegen Cádiz Museum de vindplaats Teatro Comico.) De vissen en de marionetten laat ik wat ze zijn, het gaat me om die Fenicische huizen.

Niet zomaar een stad

Cádiz is namelijk niet zomaar een stad en die huizen zijn niet zomaar huizen. Simpel gezegd: Cádiz (ofwel Gadeira ofwel Gadir, “kasteel”) was het meest westelijke punt waar de Feniciërs kwamen. Hier knoopte hun eigen handelsnetwerk aan op het Atlantische netwerk. Dat strekte zich naar het zuiden uit tot de goudaders van de Bambouk en naar het noorden naar de tinmijnen van Armorica en misschien Cornwall. Een derde handelsnetwerk was het Andalusische, dat men ook wel aanduidt als Tartessos: een naam voor de Zuid-Iberische Brons- en IJzertijdcultuur. Cádiz was niet zomaar een stad maar een knooppunt.

Lees verder “Fenicisch Cádiz”

Een dag in Córdoba

Een Turdetanische dame (Archeologisch Museum van Córdoba)

Ik ben dus in Córdoba, een van de voornaamste steden in Romeins Andalusië. En Andalusië was weer een van de voornaamste provincies van het imperium. De regio stond vol olijfbomen, langs de Guadalquivir waren pottenbakkersovens, de groengele olie ging per schip richting Rome, waar de amforen belandden op een enorme schervenberg. De olie diende als brandstof voor lampjes, als zeep en als smaakmaker in het eten van de mensen. Andalusië moet 52.000.000 liter per jaar hebben geëxporteerd. De geleerde die het allemaal heeft onderzocht, was de op deze blog al eens genoemde Heinrich Dressel.

Antieke stad

Córdoba was ouder. De naam bevat het element qrt, “stad”, wat duidt op Karthaagse aanwezigheid, maar die is archeologisch niet geïdentificeerd. Ik hoorde vandaag een andere etymologie, namelijk dat de naam is afgeleid van Fenicische koteba, “olijfpers”. Ook heb ik gelezen dat achter het woord Cordoba de naam van de stam der Turdetaniërs schuilgaat. (Ik schreef al eens over deze Iberische stam.) Ten westen van de huidige stad is inderdaad een heuvelfort gevonden van de Turdetaniërs, die ook wel worden aangeduid als de Tartessiërs. Volgens mij is dat hetzelfde woord. Ik laat het voor wat het is.

Lees verder “Een dag in Córdoba”