De geboorte van Caesarion

Caesarion (Museum Altemps, Rome)

Als ik u zeg dat het 29 sextilis was en toevoeg dat het was in het jaar waaraan Fufius Calenus en Vatinius enkele maanden later als consuls hun naam zouden geven, en als ik dat omreken naar 23 juni 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u dat u bent beland in een nieuwe aflevering van de reeks “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?”

Nagenieten van de slag bij Zela. En dingen organiseren. De auteur van de Alexandrijnse Oorlog weet het volgende:

De dag na de slag vertrok hij zelf met lichtbewapende ruiters, het Zesde Legioen gaf hij order naar Italië te vertrekken om daar beloningen en onderscheidingen in ontvangst te nemen, de troepen van Deiotarus stuurde hij naar huis en twee legioenen liet hij met Marcus Caelius Vinicianus achter in Pontus. (Alexandrijnse Oorlog 78; vert. Hetty van Rooijen)

Lees verder “De geboorte van Caesarion”

De slag bij Zela (2)

Het slagveld bij Zela. Het kamp van Caesar was op de heuvel rechts.

In het vorige blogje beschreef ik hoe Julius Caesar zijn manschappen opdracht had gegeven stellingen te bouwen. Om te verhinderen dat die voltooid zouden worden, had zijn tegenstander, koning Farnakes II van Pontus, zijn leger tot een stormloop bevolen. Hieronder komt het verslag dat de auteur van de Alexandrijnse Oorlog, een ooggetuige, kort na de gebeurtenissen schreef.

De aanval

In een oogwenk riep Caesar zijn soldaten weg van hun werkzaamheden, beval ze de wapens op te nemen en stelde hij zijn slaglinie op. Onze mannen schrokken hevig van de drukte die daarbij plotseling ontstond. Nog voordat de rijen waren opgesteld brachten de zeiswagens van de koning de ongeordende soldaten in grote verwarring, maar ze werden snel onder een regen van projectielen bedolven.

Zeiswagens waren strijdwagens waarvan de assen waren verlengd met vlijmscherpe bladen. Oostelijke vorsten zetten deze wapens weleens in, maar een ervaren vijand was er meestal niet van onder de indruk. Alexander de Grote had er bij Gaugamela ook geen problemen mee gehad en Caesars mannen wisten ook wat ze te doen stond.

Lees verder “De slag bij Zela (2)”

Hexham Abbey en de Romeinen

Hexham Abbey (© Wikimedia Commons | Bob Castle)

Na een eerdere afgeblazen poging onder keizer Caligula vielen in het jaar 43 na Chr. op bevel van keizer Claudius de Romeinen met vier legioenen plus hulptroepen ‘Britain’ binnen, waarvan zij het huidige Engeland en Wales bezetten en tot de provincie Britannia maakten. Om de noordgrens, de limes van de provincie, te beschermen tegen de in het huidige Schotland wonende Picten, bouwden de soldaten op bevel van Hadrianus (r.117-138) de Muur van Hadrianus.

Deze liep van het huidige Carlisle in het westen tot Newcastle upon Tyne in het oosten, een bijna horizontale oost-west lijn van 117 kilometer. Velen denken dat de Romeinen niet noordelijker zijn gekomen, maar dat is niet juist. Hadrianus’ opvolger keizer Antoninus Pius herhaalde dit kunststukje in 142 met de aanleg van de Vallum Antonini die liep vlak boven het huidige Glasgow en Edinburgh en raakte aan de Schotse Hooglanden, waarvan de grens met de Schotse Laaglanden. Deze versterking is minder bekend omdat hij minder belangrijk en korter in gebruik is geweest dan de Muur van Hadrianus.

Lees verder “Hexham Abbey en de Romeinen”

Namen en nummers

Dakpan van het Twaalfde Legioen Victrix. De naamstempel was goed zodat de naam van de eenheid in spiegelbeeld staat (Palais Rohan, Straatsburg)

Een legioen was een Romeinse infanterie-eenheid. In de loop der eeuwen varieerde de omvang, maar in de Keizertijd moeten we denken aan zo’n 5300 zwaarbewapenden. Dit waren beroepssoldaten die zo’n twintig jaar dienden en na afloop een boerderij konden krijgen als oudedagsvoorziening. Met wat spaargeld om slaven te kopen hoefden ze zich geen zorgen te maken. Wie kon lezen en schrijven, kon bovendien een administratieve carrière maken en promotie maken: centurio, misschien nog verder. De loopbaan van Velius Rufus geeft een idee van wat er mogelijk was voor iemand die beschikte over talent, moed en contacten.

Net als in onze tijd, waarin eenheden “Eerste Divisie ‘7 December’” kunnen heten, had elk legioen een nummer en een naam. In Nijmegen waren vanaf 70 achtereenvolgens het Tweede Legioen Adiutrix, het Tiende Legioen Gemina en het Negende Legioen Hispana gestationeerd. Het Derde Legioen Augusta was het garnizoen van de Maghreb. Het Tweede Legioen Parthica was de strategische reserve van het Romeinse Rijk. Het Vierde Legioen Italica is een mysterie. Het Zesde Legioen Victrix hees Constantijn de Grote op het schild. De vraag is: waarom zou je eenheden een nummer én een naam geven? En een andere vraag: waarom zijn er diverse eerste legioenen maar ontbreken er ook sommige nummers? Was het niet logischer alle nummers één keer te gebruiken?

Lees verder “Namen en nummers”

Een Romeinse haan

Een Romeins haantje uit Buchten (Limburgs Museum, Venlo)
Een Romeinse haan uit Buchten (Limburgs Museum, Venlo)

Zoals de trouwe lezers van deze blog weten, vind ik fietsen leuk maar heb ik een voorkeur voor lange vlakke stukken. Ik wil lekker in cadans komen. Hoewel ik de Alpen, de Apennijnen, de Abruzzen en de Pindos heb overgestoken, vind ik bergen maar niks en om die reden houd ik ook niet heel erg van het zuiden van Limburg, hoe graag ik ook in Heerlen en Maastricht kom. Dat gezegd zijnde, de rest van Limburg is heerlijk. Langs de Maas kun je schitterend rijden en je passeert plaatsen als Susteren, Roermond, Venlo, Arcen en Gennep. Ik zou ook Meerssen hebben willen noemen, ware het niet dat je daarna een rotbult krijgt naar het plateau met vliegveld Beek.

Venlo is voor mij een late ontdekking geweest. Toen ik er een jaar of drie geleden vanuit Nijmegen naartoe kwam fietsen ontdekte ik dat het een leukere stad is dan ik had gedacht. Ik ben er sindsdien verschillende keren teruggekeerd. Een ritje naar Eindhoven, een tochtje via Reuver en Steyl vanuit Roermond, of gewoon om het Limburgs Museum te bezoeken.

Lees verder “Een Romeinse haan”

De Bataafse Opstand (slot)

De Romeinen herstellen orde op zaken (landkaart uit "Edge of Empire")
De Romeinen herstellen orde op zaken (landkaart uit “Edge of Empire”)

Korte inhoud van het voorafgaande: de Bataven zijn in opstand gekomen en boeken succes na succes. De steden in Gallië verklaren zich onafhankelijk. In Rome is men echter klaar om de orde te herstellen. Het feuilleton in deze Romeinenweek is gebaseerd op mijn boek De randen van de aarde (2000) en Edge of Empire (2012, met Arjen Bosman; de vertaling van de Tacitusfragmenten is van Vincent Hunink).

***

Inmiddels had Rome het onverslaanbaar grote leger op de been gebracht waarvan de komst sinds Civilis’ aanval op Xanten viel te verwachten. De generaal, Cerialis, was niet alleen familie van Vespasianus, maar had bovendien in Brittannië gestreden in het leger waartoe ook de nieuwe keizer en Julius Civilis hadden behoord. Tacitus portretteert Cerialis als een ietwat excentrieke maar efficiënte ijzervreter. Onder zijn leiding stonden het Eenentwintigste Legioen Rapax, onderafdelingen van de Rijnlegioenen die met Vitellius naar Italië waren getrokken, en tot slot het door Vespasianus opgerichte Tweede Adiutrix (“helpster”). Met hen rukte Cerialis op naar Mainz.

Lees verder “De Bataafse Opstand (slot)”

De ondergang van het Negende

Paardenbeslag uit Ewijk (Valkhof, Nijmegen)

Na de dood van keizer Trajanus in 117 was het zo onrustig aan de grenzen van het Romeinse Rijk dat in Schotland een compleet legioen werd vernietigd, het VIIII Hispana. Dat is althans de premisse van het geweldige jeugdboek The Eagle of the Ninth van Rosemary Sutcliff. Ze vertelt hoe een jonge Romeinse officier die door een verwonding geen dienst meer kan doen, op zoek gaat naar het veldteken van het Negende Legioen Hispana, de adelaarstandaard, en dit uiteraard ook vindt. Ik heb De adelaar van het Negende als kind verslonden.

Suttcliffs idee dat de eenheid rond 117 is vernietigd door de stammen in het huidige Schotland was in de tijd dat ze het schreef, 1954, de gebruikelijke verklaring voor het feit dat het legioen niet meer in Brittannië wordt vermeld na de regering van Trajanus. In 108 was het nog gestationeerd in York; in 122 vinden we daar VI Victrix.

Lees verder “De ondergang van het Negende”

Tyrannenmoord (3)

Pertinax (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
Pertinax (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik liet u achter met de dood van Commodus die, door gif verzwakt, door een atleet werd gedood. Er waren nu vier mensen op de hoogte van wat was gebeurd in de keizerlijke privévertrekken: om te beginnen zijn maîtresse Marcia; dan de praetoriaanse prefect Laetus; de kamerheer Eclectus; en de atleet, Narcissus. Lang zouden ze het niet stil kunnen houden, want op nieuwjaarsdag zou de keizer de nieuwe consuls moeten verwelkomen.

Het was nu zaak heel snel – een kwestie van uren – een aanvaardbare keizer te zoeken die op 1 januari door iedereen kon worden erkend. “Iedereen”: dat wilde op de zeer korte termijn zeggen dat de nieuwe heerser de steun moest krijgen van de keizerlijke garde in de stad, van de andere veiligheidstroepen en van de Senaat. Het moest dus iemand zijn die én in Rome was én geloofwaardig kon beloven dat de garde haar geld en de senatoren het hun verschuldigde respect zouden krijgen. Op de middellange termijn moest het gaan om iemand die zou kunnen rekenen op de sympathie van de legers. Dit betekende dat het een competente generaal moest zijn, wat voor de lange termijn vanzelfsprekend ook wel praktisch was: graag een keizer die daadwerkelijk iets kón.

Lees verder “Tyrannenmoord (3)”