De Donau

De bovenloop van de Donau bij Kelheim

Ik heb al geblogd over de Aoos, Elbe, Eufraat, Rijn en Tigris, dus laten we het nu eens hebben over de Donau. De Romeinen noemden de hele stroom Danubius, de Grieken gebruikten die naam alleen voor het westelijke deel. De benedenloop kenden ze als Ister. De mooie blauwe rivier ontspringt in het Zwarte Woud en mondt uit in de Zwarte Zee. Met een lengte van ongeveer 2860 kilometer is de rivier ongeveer even lang las de Eufraat. In Europa is alleen de Wolga langer. De antieke auteurs meenden dat, afgezien van de halflegendarische rivieren van India, alleen de Nijl groter was dan de Donau.

Onder de vele zijrivieren van de Donau – Plinius de Oudere kende er niet minder dan zestig – zijn de Iller, de Lech, de Altmühl, de Naab, de Regen, de Isar, de Ilz, de Inn, de Traun, de Enns, de Morava, de Leitha, de Rába, de Váh, de Drava, de Tisza, de Sava, de Olt, de Siret en de Prut. Dat is nogal wat, maar de rivier is dus lang en stroomt door Duitsland, Oostenrijk, Slowakije, Hongarije, Kroatië, Servië, Roemenië, Bulgarije en schampt zelfs even aan Moldavië en Oekraïne.

Lees verder “De Donau”

Domitianus’ protegé: Velius Rufus

Inscriptie ter ere van Gaius Velius Rufus

Ik ontmoette Gaius Velius Rufus op 8 april 2012. Mijn zakenpartner en zijn echtgenote, met wie ik in Baalbek was, zagen hem als eerste en riepen me dat ik snel moest komen kijken. Hierboven ziet u de overdonderende inscriptie, die ergens rond het jaar 100 na Chr. is opgericht door een zekere Marcus Alfius Olympiacus, de standaarddrager van het Vijftiende Legioen Apollinaris. De tekst is lang – u vindt hem hier – en boordevol informatie.

Joodse Opstand

Eerst maar even zijn naam: zijn vader heette Salvius, een naam die in de eerste eeuw vooral voorkwam in de Abruzzen (hoewel de bekendste drager van deze naam, keizer Marcus Salvius Otho, afkomstig was uit een stadje in het wat noordelijkere Etrurië). Misschien kwam Gaius Velius Rufus dus uit het midden van Italië voordat hij centurio werd in het Twaalfde Legioen Fulminata, dat was gestationeerd in Syrië.

Lees verder “Domitianus’ protegé: Velius Rufus”

Legionairs uit Mainz

Een van de Kästrich-sokkels: twee legionairs in actie (Landesmuseum, Mainz)

Nou heet deze blog de Mainzer Beobachter, maar over Mainz, het antieke Mogontiacum, heb ik nog maar weinig geschreven. Oké, ik heb weleens wat grafschriften besproken, maar erg veel meer is er nog niet uit mijn pen gekomen. Tijd om daar eens verandering in te brengen en te schrijven over het kunstwerk hierboven.

Dit is één reliëf uit een serie van tien, twee keer vijf. Ze zijn gevonden op de heuvel die bekendstaat als Kästrich: in feite de citadel van de oude stad. Hier lag een legioenbasis die tijdens de Bataafse Opstand enkele aanvallen weerstond – de burgerlijke nederzetting in de richting van de Rijn werd wel gebrandschat – en daarna door legionairs van I Adiutrix en XIV Gemina werd herbouwd. De reliëfs dateren uit die tijd, het laatste kwart van de eerste eeuw. Het zijn de sokkels van pilaren in een poort of een tempeltje.

Lees verder “Legionairs uit Mainz”

Tyrannenmoord (3)

Pertinax (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)
Pertinax (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Ik liet u achter met de dood van Commodus die, door gif verzwakt, door een atleet werd gedood. Er waren nu vier mensen op de hoogte van wat was gebeurd in de keizerlijke privévertrekken: om te beginnen zijn maîtresse Marcia; dan de praetoriaanse prefect Laetus; de kamerheer Eclectus; en de atleet, Narcissus. Lang zouden ze het niet stil kunnen houden, want op nieuwjaarsdag zou de keizer de nieuwe consuls moeten verwelkomen.

Het was nu zaak heel snel – een kwestie van uren – een aanvaardbare keizer te zoeken die op 1 januari door iedereen kon worden erkend. “Iedereen”: dat wilde op de zeer korte termijn zeggen dat de nieuwe heerser de steun moest krijgen van de keizerlijke garde in de stad, van de andere veiligheidstroepen en van de Senaat. Het moest dus iemand zijn die én in Rome was én geloofwaardig kon beloven dat de garde haar geld en de senatoren het hun verschuldigde respect zouden krijgen. Op de middellange termijn moest het gaan om iemand die zou kunnen rekenen op de sympathie van de legers. Dit betekende dat het een competente generaal moest zijn, wat voor de lange termijn vanzelfsprekend ook wel praktisch was: graag een keizer die daadwerkelijk iets kón.

Lees verder “Tyrannenmoord (3)”

Toerist in Libanon (6)

De tempel van Venus in Baalbek

[Zesde verslag van een vakantie in Libanon; deel één is hier.]

Naar Baalbek dus, maar dat was makkelijker gezegd dan gedaan. We realiseerden ons dat de passen over de Libanon wel eens dichtgesneeuwd zouden kunnen zijn, en omdat ons al was opgevallen dat van de wegen langs Faqra en Machnaqa de eerste vele malen beter was, besloten we die weg te nemen; een omweg, maar we meenden dat we er over de Libanon zouden komen.

Mooi niet dus. Achter Faqra steeg de weg nog verder, zagen we steeds meer sneeuw en kwamen we uiteindelijk bij het punt waar de weg onbegaanbaar werd. Het leuke was dat honderden Libanezen hier aan het snowboarden, skiën en sleeën waren; op de parkeerplaats zelf werd gebarbecued, gerookt en – ongelogen – gedanst. Ik had het voor geen goud willen missen, maar praktisch was het niet.

Lees verder “Toerist in Libanon (6)”