Opgejaagde jager

Opgejaagde jager (Museum van Kyrene)

Prachtig hè, dit mozaïek. Ik fotografeerde het in het museum in Kyrene in noordoostelijk Libië. Kijk eens hoe mooi het paard is en hoe schattig de hond. Het is een en al actie: de jager galoppeert naar huis, de deur staat al open, de boom strekt zich verwelkomend naar hem uit. De moedertijger heeft echter de achtervolging ingezet om de jachtbuit, haar jong, terug te krijgen. De plant tussen haar en de jager buigt naar links en voegt toe aan de dynamiek.

Vraag één: wat is dit van dier? Gestreept, dus een tijgerin. Maar tijgers komen niet voor in Afrika. Bovendien is dit dier grauw en zijn tijgers geelbruin. Luipaarden kwamen wel voor in Libië, maar die hebben een gevlekte huid en zijn ook al niet grauw. Ik houd het tot nader order op een tijgerin, maar voor wie verstand heeft van katachtigen staan de reageerpanelen open.

Lees verder “Opgejaagde jager”

Hedonisme (3): De Cyreense School

Portret van een voorname dame uit Kyrene (Louvre, Parijs)

[Tijdens het Hellenisme kregen de Academie van Plato en de Peripatetische school van Aristoteles gezelschap van nieuwe filosofische stromingen, zoals het Cynisme. In deze vijfdelige reeks: de hedonisten. Het eerste deel was hier.]

Over de positie van de vrouw in de Oudheid hoeven we ons geen al te grote illusies te maken. Machtige vrouwen zijn er destijds zeker geweest, maar meestal slechts als verlengstuk van hun man, eventueel tot na zijn dood. Als er iemand was die aan deze conventie lak kon hebben, was het Aristippos.

Arete

Hij stichtte uiteindelijk een school in de stad Kyrene, een Griekse stad in het noordoosten van het huidige Libië. Als hoofd van deze filosofische school werd hij opgevolgd door een vrouw: Arete, zijn dochter.

Lees verder “Hedonisme (3): De Cyreense School”

Cato de Jongere in actie

Cato de Jongere deelde borden als deze uit aan potentiële kiezers. Wie het eten op had, las op wie hij moest stemmen. (Museo nazionale delle terme, Rome)

Als ik u zeg dat het was in het voorjaar waaraan Quintus Fufius Calenus en Publius Vatinius enkele maanden later als consuls hun naam zouden geven, en als ik die vage datering voor u omreken naar eind februari 47 v.Chr. op onze kalender, dan weet u: het is tijd voor een blogje in een vandaag inaccuraat “Wat deed Julius Caesar vandaag 2069 jaar geleden?” genoemde reeks. Inaccuraat, want we gaan het hebben over Cato de Jongere.

Cato de Jongere

Marcus Porcius Cato, een afstammeling van de Cato die anderhalve eeuw eerder had gepleit voor het behoud van traditionele waarden, was een conservatieve senator. Anders dan zijn voorvader, die weinig moest hebben van de Griekse filosofie, was de jongere geïnteresseerd in de Stoa. Hij leefde dan ook opzichtig sober, zoals een wijsgeer betaamde. Als magistraat zou hij onkreukbaar zijn geweest: hij trachtte de belastingdienst te saneren, liet valse documenten verwijderen uit de staatsarchieven en probeerde al vroeg de opkomst van de populaire Caesar te beletten. Hoewel Cato begreep dat hervorming van het republikeinse staatsbestel noodzakelijk was, bleef hij een conservatieve verdediger van de belangen van de Senaat.

Lees verder “Cato de Jongere in actie”

De Romeinse stad Kyrene

De Benedenstad van Kyrene

[Laatste deel van een korte geschiedenis van Kyrene, een zeer belangrijke Griekse stad in het huidige Libië. Het eerste deel was hier.]

Na de ondergang van Ofellas stuurde Ptolemaios, inmiddels koning van Egypte, generaal Magas om de Pentapolis te besturen. Die voer zijn eigen koers: toen Ptolemaios door Ptolemaios II was opgevolgd, brak oorlog uit met de Seleukidische koning Antiochos I, en Magas koos partij voor de laatstgenoemde. Het voortaan onafhankelijke Kyrene was machtig genoeg om te worden genoemd in een van de edicten die keizer Asoka in India in de rotsen liet houwen.

Magas stierf rond 250 v.Chr. De halve eeuw van zijn regering was een bloeitijd geweest. Enkele bekende burgers waren de dichter Kallimachos, de hedonistische filosofen van de Cyreense School (waaronder Theodoros de Atheïst) en vooral Eratosthenes. Deze wist als eerste een redelijke schatting te geven van de omtrek van de aarde: 43.500 kilometer, volgens hem. wat minder dan 9% verkeerd is.

Lees verder “De Romeinse stad Kyrene”

De Perzische en hellenistische stad Kyrene

Monument voor Pratomedes op de markt van Kyrene

[Tweede deel van een korte geschiedenis van Kyrene, een zeer belangrijke Griekse stad in het huidige Libië. Het eerste deel was hier.]

In 525 v.Chr. veroverde de Perzische koning Kambyses Egypte. Farao Psamtek III was kansloos. De kort daarvoor aangetreden koning van Kyrene, Arkesilaos III (zoon en opvolger van Battos III de Lamme en Feretime), begreep wie de sterkste was en koos partij voor de veroveraar. Met diens steun durfde Arkesilaos het aan de koninklijke voorrechten terug te eisen, wat leidde tot nieuwe spanningen in zijn stad. Rond 518 verdreef de oppositie Arkesilaos, die naar Samos ging en daar een leger wierf. Daarmee versloeg hij zijn tegenstanders en wist hij naar Kyrene terug te keren. Lang kon hij echter niet genieten van zijn heroverde macht. De stad accepteerde hem domweg niet – democratie was inmiddels een normale ontwikkeling – en de koning moest opnieuw vluchten. Samen met zijn schoonvader, de Libische koning Alazeir van Barka, werd hij vermoord.

Koningin Feretime riep nu de hulp in van de Perzen, de machtige bondgenoot van het koninklijk huis van Kyrene. De satraap van Egypte, Aryandes, accepteerde de uitnodiging en veroverde Kyrene. De nieuwe koning, Battos IV, was echter geen autonoom heerser van een onafhankelijk koninkrijk, maar de zetbaas van de Perzen.

Lees verder “De Perzische en hellenistische stad Kyrene”

De Griekse stad Kyrene

De Apollo-bron in Kyrene

De Griekse wereld kende een paar belangrijke stadstaten. De aandacht gaat meestal alleen uit naar Sparta, Argos, Korinthe, Athene en Thebe. Het handboek waarover ik op donderdag doorgaans blog, Een kennismaking met de oude wereld van De Blois en Van der Spek, beperkt zich zelfs grotendeels tot Sparta en Athene. Dat is tot op zekere hoogte onvermijdelijk, want over dit tweetal hebben we nu eenmaal de meeste bronnen. Een andere verklaring is dat we de neiging hebben steden buiten het huidige Griekenland te beschouwen als perifeer. Wat ze alleen in geografische zin waren. Milete en Efese (in wat nu Turkije is) en Tarente, Syracuse en Kyme (in zuidelijk Italië) waren echter even belangrijk als het eerstgenoemde vijftal. En dan was er ook nog Kyrene in het noordwesten van Libië.

De stichting van Kyrene

Volgens de traditie – Herodotos weer eens een keer – is Kyrene rond 630 v.Chr. gesticht door mensen die afkomstig waren van het eilandje Thera. Daar zou een bevolkingsoverschot zijn geweest: een van de twee standaardverklaringen in Griekse verhalen over kolonisatie. (De andere was militaire dreiging.) We hoeven het niet te geloven, al is het maar omdat Thera piepklein was en geen erg plausibele metropool, moederstad. We zullen zo meteen een aanwijzing zien dat Thera de stichter niet was. Los daarvan: kolonisatie is een lastig begrip.

Lees verder “De Griekse stad Kyrene”

De Griekse kolonisatie

Een vaasje uit Taucheira (Archeologisch Museum, Tocra)

Taucheira was een havenstad in het deel van het huidige Libië dat Cyrenaica heet. De antieke geleerde die bekendstaat als de Scholiast bij Pindaros weet te melden dat Taucheira is gesticht vanuit het landinwaarts gelegen Kyrene.

Een kolonie dus. Volgens de geschreven bronnen begonnen de Grieken rond 740 v.Chr. vrij plotseling uit te zwermen, eerst naar zuidelijk Italië, vervolgens naar Sicilië, later ook naar de kusten van de Zwarte Zee. Kyrene, waarvandaan Taucheira dus zou zijn gesticht, was ook zelf een kolonie. Nog in de vijfde eeuw na Chr. beroemde de auteur Synesios van Kyrene zich op zijn Spartaanse voorouders. Herodotos vertelt hoe het allemaal was gegaan – een heldhaftig verhaal vol vergissingen en overwonnen moeilijkheden – en helpt ons om het moment van de kolonisering te plaatsen rond 630 v.Chr. Kortom: de Grieken stichtten Kyrene rond 630 en de bewoners van Kyrene stichtten Taucheira. Dat zal dus wel later zijn gebeurd.

Lees verder “De Griekse kolonisatie”

Silphium

Silphium op een niet zo beste foto die ik ooit maakte in het Bode-Museum in Berlijn

Het is zoiets als de coelacanth. U weet wel, de vissensoort die miljoenen jaren geleden zou zijn uitgestorven maar toch nog bleek te bestaan. Zo lijkt het nu ook te zijn met silphium, een plant die in de Oudheid een zekere beroemdheid had om zijn medicinale eigenschappen, die leek te zijn uitgestorven maar die toch blijkt te bestaan.

Dat is althans de claim die de Turkse farmacognost Mahmut Miski doet in dit artikel. De lezer moet nogal wat wetenschappelijk struikgewas kappen – het is maar een “preliminary morphological, chemical, biological and pharmacological evaluation”, het is slechts een “initial conservation study” en wil niet meer bieden dan een “reassessment of the regional extinction event”. Maar toch: het is de moeite van het overwegen waard.

Lees verder “Silphium”

Een gesluierde – ja, wat eigenlijk?

Kyrene, grafstele (Shahhat, Museum van Kyrene)

Ik ben de afgelopen week bezig geweest met het inventariseren van de ruim 2300 foto’s die mijn zakenpartner en ik in Libië hebben gemaakt. Daarbij kwam ik ook de bovenstaande foto tegen: het grafmonument van een vrouw uit Kyrene in het noordoosten van Libië. Dat is een zeer groen en vruchtbaar gebied en Kyrene was dan ook een van de machtigste steden van de Griekse wereld. In de Romeinse tijd waren er niet minder dan vijf theaters, wat een aanwijzing is voor een fabelachtige rijkdom en een enorme bevolkingsomvang.

Beelden van gesluierde vrouwen als de bovenstaande zijn gemaakt vanaf pakweg 500 v.Chr. tot de vroege Romeinse tijd. Ik heb ze zo nu en dan ook elders weleens gezien, maar eigenlijk zag ik ze vooral veel in Kyrene. Dit was een echt lokaal grafgebruik en dat maakt het dubbel zo interessant dat deze wijze van afbeelden een half millennium lang in gebruik is gebleven. Blijkbaar was het voor de bevolking van Kyrene een manier om de eigen identiteit tot uiting te brengen.

Lees verder “Een gesluierde – ja, wat eigenlijk?”

Klassieke literatuur (6c): antieke filosofie

De antieke filosofie in het dagelijks leven: een wijsgeer op een Romeinse camee (Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

[Bij mijn mail zat een tijdje geleden de vraag welke klassieke teksten en vertalingen ik mensen zou aanraden. In deze onregelmatig verschijnende reeks zal ik een persoonlijk antwoord geven, waarbij leesplezier voorop staat. Wie zich er echt in wil verdiepen, kan het beste aan een universiteit bij een cursus aanschuiven. Voor de Latijnse literatuur is er Piet Gerbrandy’s Het feest van Saturnus. Voor de Griekse en christelijke literatuur is zo’n boek er niet. Vandaag vervolg ik met een stukje over de antieke filosofie – deel één was hier, deel twee komt nog.]

Alle volken hebben vroeg of laat de grote vragen des levens gesteld: wie zijn we, wat kunnen we weten, wat kunnen we doen? Meestal werden die vragen beantwoord via verhalen, ongeveer zoals u en ik wat inzichten hebben meegekregen via de verhalen van onze ouders. Je kunt ook proberen wat dieper te graven en te systematiseren, en dat is wat de Griekse filosofen hebben gedaan. Dat begon met wat natuurwetenschappelijke speculaties en daarna kwamen Plato en Aristoteles, die zich bezighielden met onder andere kentheorie. Laten we eerlijk zijn: veel heb je daar niet aan. Het is mooi geschreven, zoals bij Plato, en het is scherpzinnig, zoals bij Aristoteles, maar als het doel van de filosofie is de mensen gelukkiger te maken – en die ambitie is weleens uitgesproken geweest – dan zijn ze mislukt. Ook de twee filosofische stromingen die ik vandaag behandel, zijn eerder curieus dan toepasbaar.

Lees verder “Klassieke literatuur (6c): antieke filosofie”