Een muntschat uit de Vlaamse Ardennen

Muntschat uit Grotenberge (Archeocentrum Velzeke)

Vanmorgen was ik in het archeologisch museum in Velzeke, waar ik in 1999 voor het laatst was geweest. Het bleek totaal vernieuwd en wie zich ooit in de archeologie van westelijke België wil verdiepen, moet er zeker heen. U kunt het op één dag combineren met de Espace Gallo-Romain in Ath en de Archeosite van Aubechies. Alle drie zijn aantrekkelijk ingericht met het oog op educatie.

De muntschat hierboven trok mijn aandacht. Er zijn er diverse in het museum van Velzeke en enkele dateren uit 260 na Chr. Ook de muntschat uit Reims waarover ik al eens blogde, hoort hierbij. Deze lijkt een paar jaar jonger: de jongste munt is van keizer Postumus, die regeerde van 260 tot 269. De oudste munten zijn van Gordianus III (r.238-244). Nog oudere munten zullen wel niet meer in omloop zijn geweest toen deze muntschat is begraven, want het zilvergehalte daarvan was wat hoger en dus was het aantrekkelijk die uit circulatie te halen.

Lees verder “Een muntschat uit de Vlaamse Ardennen”

Mont Vireux

Laat-Romeinse of Frankische muur

Toen collega Herman Clerinx, de auteur van een tof boek over de Romeinse aanwezigheid in de Lage Landen, hoorde dat ik voornemens was vorige maand te gaan fietsen in de Franse Maasvallei, attendeerde hij me op het Romeinse fort bij Vireux-Molhain. Dat ligt ruwweg halverwege Givet, het eerste stadje dat je in Frankrijk tegenkomt, en Fumay. Clerinx zei nog dat het lastig bereikbaar was.

Dat heb ik geweten.

De Mont Vireux, net als het dorpje vernoemd naar een Keltische riviergodin Viruwa, is een puist die ruim tachtig meter boven de Maas uitsteekt. Je moet een gigantisch eind omfietsen om de heuvel op te komen. Vertrouw daarbij niet op Google Maps, want daarop staan niet-bestaande paden aangegeven. De enige manier om er te komen is vanaf dit punt, dat voor een fietser bereikbaar is door een enorme slinger te maken die begint bij de Rue du 18 Juin 1940 en dan verder te gaan over de straat met de goede naam Derrière les roches. Vanaf het punt waar ik zojuist naar linkte, kun je alleen nog wandelen.

Lees verder “Mont Vireux”

Liberchies

Geminiacum zoals het er nu bij ligt; het pad is de antieke weg.

De “grand strategy” van het Romeinse Rijk in de Julisch-Claudische periode (tussen pakweg 50 v.Chr. en 70 na Chr.) lijkt even bot als simpel te zijn geweest: zorg dat er aan de grenzen geen vijanden zijn. Anders gezegd: moord er zoveel mogelijk uit. Caesar onderwierp Centraal-Gallië en joeg in de periferie velen over de kling en eiste absolute gehoorzaamheid van de overlevenden; later vergrootte Augustus het gecontroleerde gebied naar de Rijn en werd een periferie tussen Rijn en Wezer leeg geveegd; nog later werd de directe invloedssfeer opgeschoven naar de Wezer en kregen de mensen tot aan de Elbe het hard te verduren.

Van de tekentafel

Het gaat me nu even om de expansie ten tijde van Augustus, toen het door Caesar leeg gemaakte Belgica Romeins werd. Om het te bevolken verplaatsten de Romeinen hele volksstammen. De Ubiërs, Bataven en Sugambriërs verhuisden van de oostelijke naar de westelijke Rijnoever. Het meer naar binnen gelegen gebied – zeg maar het huidige België – werd bij wijze van spreken van de tekentafel af ontworpen, met stedelijke knooppunten als Bavay en Tongeren en een netwerk van grote wegen. Ze worden vanouds Chaussée Brunehaut genoemd, naar een Frankische koningin die ze volgens een veertiende-eeuwse legende heeft laten repareren.

Lees verder “Liberchies”

Postumus

Munt van Postumus (Rheinisches Landesmuseum, Bonn)

Zoals ik gisteren vertelde, was het rond het jaar 260 na Chr. onrustig aan de Romeinse Rijngrens. Diverse stammen deden invallen in het imperium, waaronder de Franken. Ze werden bij Empel (vlakbij Den Bosch) verslagen door een zekere Postumus, misschien een Bataaf.

Diens overwinning was reëel genoeg om zijn manschappen ertoe te brengen hem uit te roepen tot keizer van een nieuw, onafhankelijk Gallisch Keizerrijk. Dat bleek een blijvertje. Postumus verzekerde de Rijngrens en introduceerde bovendien – er is geen bron die het vermeldt, maar er zijn archeologische vondsten – een nieuw type grensverdediging. Behalve de keten van forten langs de Rijn, de aloude limes, kwam er verder in het binnenland een tweede reeks versterkingen, bijvoorbeeld langs de weg van Amiens via Tongeren, Maastricht en Heerlen naar Keulen. Zo lagen er cavalerie-eenheden in Arras, Kortrijk en Tongeren.

Lees verder “Postumus”

Supermacht Benelux

Onvoltooid portret van Vitellius (Archeologisch Museum van Plovdiv)
Onvoltooid portret van Vitellius (Archeologisch Museum van Plovdiv)

Als er één gebied ter wereld is waar het goed wonen is, is het Noordwest-Europa. De delta’s van de Rijn, Maas en Schelde ontsluiten een achterland dat zich uitstrekt tot diep in Frankrijk en tot voorbij Duitsland. Langs de corridor van Rijn en Rhône kan bovendien handel worden gedreven met het Middellandse Zee-gebied. De zeehavens, die West-Europa verbinden met de oceanen, zijn al eeuwenlang economische krachtcentrales: Rotterdam en Antwerpen, Brugge en Dordrecht, Tiel en Dorestad.

Voeg toe: de agrarische weelde van de lössgronden langs de Maas, de mineralen van de Ardennen en de winsten uit de stedelijke nijverheid. Dan weet je dat er voor welvaart altijd een basis zal zijn in de Lage landen. Als er dan ook nog goede soldaten zijn, zoals in de zeventiende eeuw, staat zelfs weinig een machtsontplooiing in de weg. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was echter niet de eerste die deze mogelijkheden uitbuitte.

Lees verder “Supermacht Benelux”