Bovenstaande foto is tien jaar geleden gemaakt, dus in 2013. Ze toont de Hellenistisch-Romeinse stad Apameia in Syrië. Het maanlandschap kwam symbool te staan voor de plundering en vernietiging van archeologische vindplaatsen in Syrië en Irak – met name door de zogenaamd Islamitische Staat.
Al snel sprak UNESCO van culturele genocide. Er was zeker iets gebeurd, maar het probleem was dat we het niet echt zeker wisten. Het ontbrak lange tijd aan onafhankelijke en betrouwbare informatie. Toen er wetenschappelijke literatuur kwam, gebaseerd op betrouwbare informatie, bleek dat de zaak genuanceerder en vooral gecompliceerder lag.
Zoals zoveel zaken in de hellenistische tijd, was de gewoonte steden te stichten een voortzetting van een eerdere praktijk. De vader van Alexander de Grote, Filippos, was de stichter van Filippoi, terwijl drie Fenicische moedersteden Tripoli hadden gesticht. Dit zijn geen koloniën – sowieso een lastig begrip – want Filippoi en Tripoli verrezen niet overzee. Het waren volksplantingen in eigen land.
Je vindt nog ’s wat als je bezig bent met je oude foto’s. Bovenstaande inscriptie was ooit te zien in het geplunderde museum bij de Syrische stad Apameia. De grafsteen van een Romeinse soldaat. Er gaan er dertien van in een dozijn: hier hebt u er nog een stuk of dertig, behorend dezelfde museumcollectie en daar heeft u een stukje dat ik ooit blogde over een ander exemplaar. Vrijwel alle soldaten behoorden bij hetzelfde legeronderdeel, het Tweede Legioen Parthica, de strategische reserve van het Romeinse Rijk. Het onderdeel was in de eerste helft van de derde eeuw na Chr. enkele keren in Syrië gestationeerd. Allemaal niks bijzonders.
Als mijn zakenpartner en ik foto’s hebben gemaakt, benut ik de avond meestal om ze een naam te geven zodat we het materiaal later makkelijk kunnen terugvinden. Op een mooie novemberavond in 2008 las ik snel de naam van de soldaat, die blijkbaar Marius heette of misschien Carius. (Voor niet-latinisten: het eerste woord, Mario, betekent “voor Marius”, al is de eerste letter erg beschadigd.) Hij werd drieënveertig jaar oud en diende er ruim eenentwintig. Twee trompetters plaatsten de gedenksteen. Nog steeds niets bijzonders en ook de constatering dat hij een “unieke kerel” was, is niet uitzonderlijk. Hooguit was de naam van de overledene wat kort, maar in de derde eeuw raakte de aloude driedelige Romeinse naam in onbruik, dus zo vreemd was dat nou ook weer niet.
De stad Apameia in Syrië, die genomineerd is voor de UNESCO-werelderfgoedlijst, is de afgelopen jaren geplunderd. Ik toonde op deze blog al eens de foto’s, waarop is te zien dat het hele opgravingsterrein is veranderd van een nette archeologische site in een eindeloos veld vol kuilen. Een interessante observatie is dat de plundering zich heeft beperkt tot het eigenlijke opgravingsterrein. De antieke stad strekte zich echter daarbuiten uit – hier werden de overledenen bijgezet, met allerlei grafgiften – maar de akkers zijn niet veranderd in kuilenvelden. Dit moet betekenen dat de plundering van de opgraving is georganiseerd door de eigenaar van het terrein: de Syrische overheid, die zich er keurig van heeft onthouden land te doorzoeken dat ze niet bezat.
De betrokkenheid van de Syrische overheid doet het ergste vrezen voor het museumpje even verderop. De collectie was al vrij armzalig, maar het had wat aardige mozaïeken – voor het echte werk moet u overigens naar Brussel – en wat grafstenen van Romeinse soldaten, waarvan het gros lijkt te zijn omgekomen in militaire crises in 218 en 244 na Chr. Toen ik er in 2008 kwam, wachtten enkele van deze monumentjes nog op een wetenschappelijke publicatie. Op de recente luchtfoto’s zijn ze niet meer zichtbaar, dus u zult deze grafstenen vroeg of laat wel tegenkomen op eBay of Marktplaats.
De bovenste foto (via) dateert uit de zomer van 2011 en toont de ruïnes van de antieke stad Apameia in Syrië. Het is een van de best-onderzochte Grieks-Romeinse steden van het antieke Midden-Oosten. De grote lijn van links naar rechts is de weergaloze processiestraat, die aan beide zijden is omgeven door colonnades. Er is een stadspoort (helemaal links), er is een badhuis, er zijn tempels – kortom, alles wat een antieke stad zo interessant maakt is er te zien. Enkele mooie mozaïeken zijn te zien in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis in Brussel.
Er is in Apameia simpelweg té veel gevonden. Lang niet alles wat is opgegraven, kon worden gedocumenteerd. Mijn beste vriend en ik hebben in het museum foto’s genomen van een enorme, prachtige verzameling grafschriften. Men deed daar niet moeilijk over, maar verzocht ons wel of we met het online plaatsen wilden wachten tot de officiële publicatie er was.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.