F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din

Fakhr-ad-Din Ma’n

[Laatste blogje in een vijfdelige reeks over Fakhr-ad-Din Ma’n (1572-1635), de Druzische krijgsheer die een tijd woonde in Italië en de Levant zou hebben kunnen moderniseren. Het eerste blogje was hier.]

Sultan Murad IV

De bloei van het rijk van Fakhr-ad-Din was mogelijk doordat het Ottomaanse Rijk bezig was met oorlog tegen de Perzen en Russen. Bovendien waren de sultans niet bijster competent, terwijl grootviziers en andere bestuurders elkaar zo snel afwisselden dat zelden sprake was van consistent beleid. In 1623 trad echter een sultan aan die uit ander hout was gesneden: Murad IV. Hij stuurde al snel een vloot om de al te autonome emir tot de orde te roepen, maar Fakhr-ad-Din zorgde dat hij ergens in het binnenland verbleef en tipte de admiraal dat er christelijke piraten in de buurt waren. De admiraal ging er achteraan, zijn ondergang tegemoet. Fakhr-ad-Din had namelijk ook de piraten gewaarschuwd en die onthaalden de Ottomaanse vloot met dodelijke efficiëntie.

Lees verder “F5 | Murad IV versus Fakhr-ad-Din”

Het verhaal van Sinuhe

Senusret (Medelhavsmuseet, Stockholm)

Ik heb op deze plek weleens geschreven over het Verhaal van Wen-Amun, een Egyptische diplomaat die in het buitenland ontdekt dat mensen buiten het eigen land weleens anders naar de dingen kunnen kijken dan hij gewend is. Het is een voorbeeld van het Egyptische genre dat wel is aangeduid als “reisliteratuur”. Andere voorbeelden zijn het Verhaal van de schipbreukeling en het Verhaal van Sinuhe. De pointe van die verhalen is niet heel anders dan die van onze reisliteratuur: de hoofdpersoon verwerft in den vreemde een bepaald inzicht.

Meestal is dat overigens een inzicht dat de hoofdpersoon zonder al dat gereis ook wel thuis zou hebben kunnen opdoen. Maar ja, dan hadden wij geen verhaal vol avonturen en couleur locale gehad. Het is dus maar goed dat de hoofdpersoon doorgaans niet al te snugger is.

Net als in het Verhaal van Wen-Amun lijkt het Verhaal van Sinuhe op het eerste gezicht echt gebeurd. Er wordt verwezen naar historische gebeurtenissen, zoals het overlijden van farao Amenemhet I in 1952 v.Chr., en naar reëel bestaande plaatsen. Ik zal straks nog een detail noemen dat goed getroffen is.

Lees verder “Het verhaal van Sinuhe”

Libanees dagboek: de Bekaavallei

Moderne dansers voor een filmpje dat ongetwijfeld in Libanon nog eens op TV te zien zal zijn

Drie jaar geleden toonde de Bekaa-vallei nog allerlei soorten akkerbouw en veeteelt, maar inmiddels zijn er alleen graanvelden. Een monocultuur. Door de enorme economische crisis heeft Libanon de valuta niet meer om voedsel te importeren en het land schakelt steeds meer over op de productie van het eigen eten. Dat betekent dat het geen agrarische producten heeft om te exporteren, wat weer betekent dat er geen vreemde valuta binnenkomen, zodat het aanschaffen van buitenlandse producten lastig wordt.

Baalbek

Enfin. We reden naar Baalbek, waar een van de grootste tempelcomplexen uit de oude wereld is te zien. Dit was de vrije dag in mijn programma, dat verder toch vooral om Byblos draait. Er waren in Baalbek weinig toeristen en degenen die we zagen, waren allemaal jonge Libanezen, afgewisseld met een fotograaf die een kapiteel vanuit alle mogelijke en onmogelijke hoeken stond te fotograferen. Een archeoloog dus, die werkte aan AutoCad-data.

Lees verder “Libanees dagboek: de Bekaavallei”

Alexanders opvolgers

Seleukos I Nikator (Louvre, Parijs)

Het is wat, met alle corona en polarisatie, en ik kan me voorstellen dat u in alle drukte even niet paraat hebt hoe het ook alweer zit met de diadochenoorlogen. Kan de beste overkomen hoor, maakt u zich geen zorgen, ik praat u wel even bij.

Alexander de Grote stierf op 11 juni 323 v.Chr. en zijn kolonels benoemden zijn broer Arrhidaios tot koning. Dat was nogal een besluit, want de man was verstandelijk beperkt en er moest dus een regent komen, Perdikkas. Ze hadden ook Alexanders oudste zoon kunnen benoemen, Herakles, maar diens moeder Barsine behoorde bij een hoffactie die in deze tijd op z’n retour was. De kolonels spraken bovendien af dat als Alexanders echtgenote Roxane, die op dat moment in verwachting was, een zoon zou krijgen, ook deze als koning zou worden erkend. Dat werd Alexander IV.

Lees verder “Alexanders opvolgers”

Armenië in Libanon

Musa Dağ, de Mozesberg, verrijst even ten noordwesten van Antiochië. Hier lagen ooit zes Armeense dorpen, al bewoond door Armeniërs sinds de Middeleeuwen en misschien nog wel langer. In juli 1915 kregen de bewoners van de Ottomaanse autoriteiten opdracht zich klaar te maken voor verhuizing – en de dorpelingen wisten dat dit neerkwam op deportatie. De Armeense genocide was in april van dat jaar al begonnen met een moordpartij in Constantinopel.

De vierduizend bewoners van de zes dorpen trokken zich terug op de berg zelf, legden loopgraven aan, oefenden zich in het schieten en wachtten op de onvermijdelijke aanval. Die volgde inderdaad, maar de belegerden wisten de soldaten af te slaan, waarop de Ottomaanse troepen besloten de dorpelingen uit te hongeren. Een paar van hen wisten naar Iskenderun – dat toen nog Alexandretta heette – te komen, deels lopend langs de kust, deels zwemmend, in de hoop dat daar schepen zouden liggen van de Entente, maar vergeefs.

Lees verder “Armenië in Libanon”

Naar Baalbek

Een museumstuk gebruiken om je peuk op uit te drukken. Waarom ook niet? (Baalbek)

Zaterdag zijn we naar Baalbek geweest, een van de indrukwekkendste opgravingen uit het Midden-Oosten: de grootste tempel uit het Romeinse Rijk, gewijd aan de zonnegod. Deze werd hier gelijkgesteld aan de Romeinse Jupiter, die geen zonnegod was. De inconsistentie verbaasde natuurlijk niemand.

De weg door de Bekaa-vallei bleek sinds mijn laatste bezoek wat veranderd. De grote vluchtelingenkampen die ik me herinnerde, zag ik niet meer. Dat kan betekenen dat ze zijn verplaatst, maar het kan ook betekenen dat er schot zit in het Libanese beleid dat vluchtelingen terug worden gestuurd en dat degenen die willen blijven, een huis moeten huren. Ik meende dat het pas volgend jaar zou ingaan, maar ik wil niet beweren dat ik de vinger aan de Libanese pols heb.

Lees verder “Naar Baalbek”

De Syrische Oorlogen

grainger

Anders dan u bij de titel van deze post verwacht, gaat dit stukje niet over de trieste reeks gevechten in het huidige Syrië. Het gaat over een serie conflicten die in de derde en de tweede eeuw v.Chr. werden uitgevochten tussen het Ptolemaïsche en het Seleukidische Rijk, twee staten die, zoals de trouwe lezers van deze kleine blog inmiddels weten, waren ontstaan na de dood van Alexander de Grote. Een Macedonisch-Griekse elite kreeg in die nieuwe koninkrijken de macht over en moest daar in feite van voren af aan beginnen.

De negen oorlogen zijn een vergeten onderwerp, nog méér vergeten dan het toch al zo vergeten Seleukidische Rijk. Niet alleen waren er weinig veldslagen waarop de antieke historici zich konden uitleven, veel belangrijker is dat tegelijkertijd Rome bezig was het Middellandse Zee-gebied te verenigen, een proces dat veel duurzamer resultaten zou hebben dan de oorlogen in het oosten. In The Syrian Wars breekt J.D. Grainger er een lans voor wat meer aandacht te geven aan de eindeloze conflictenreeks, die draaide om het bezit van Koile Syria, “het holle Syrië” ofwel de vallei van de Jordaan en de Bekaa. De conflictenreeks, zo betoogt Grainger, was heel belangrijk, omdat ze de directe aanleiding vormde voor de staatsvorming in zowel het Ptolemaïsche als het Seleukidische Rijk. Grainger duidt de ontwikkeling van een staatsapparaat, bedoeld om de oorlogsinspanning voort te zetten, aan als “competetive development”.

Lees verder “De Syrische Oorlogen”

Beleefdheid

Reclamebord in de Bekaa-vallei.

Ik ga graag met mijn Amsterdamse vrienden naar het café en wil hen niet te na spreken, maar een van de leukste avondjes uit van de afgelopen maanden was niet hier ter stede maar in Zahlé in de Bekaa-vallei, waar deze dikke Hollander, samen met dames uit Ierland en de Antillen, te gast was bij twee maronitische studentes uit Libanon.

De Bekaa-vallei is deels christelijk en deels sji’itisch. Ik schreef al over de alomtegenwoordige propaganda van de Hezbollah. In die dagen speculeerden de media waar de leider van de organisatie, Hassan Nasrallah, zich kon bevinden, want hij was al een tijdje niet gezien in het openbaar.

Lees verder “Beleefdheid”

Epische strijd in de Bekaavallei

Humbaba (British Museum, Londen)

Van alle wezens uit het Griekse bestiarium is Medousa een van de bekendste. Ze was een zogenaamde gorgoon, een vrouw met slagtanden, slangenhaar en een blik die letterlijk kon doden. Het staat vast dat het monster is geïnspireerd door de iconografie van Humbaba, een even monsterlijk wezen dat wordt genoemd in het Epos van Gilgameš, het nationale gedicht van de Babyloniërs.

Over die Humbaba valt meer te vertellen. Hij bewaakte in het Libanongebergte de ceders der goden, maar had de pech dat Gilgameš en zijn vriend Enkidu hout nodig hadden. Een epische strijd volgde, waarin Gilgameš vrij onverwacht de steun kreeg van de zonnegod Šamaš, die door het sturen van allerlei stormwinden Humbaba zó verlamde dat deze een makkelijk doelwit vormde voor de wapens van Gilgameš.

Lees verder “Epische strijd in de Bekaavallei”