
Julius Caesar was vermoord, zijn erfgenamen Octavianus en Marcus Antonius hadden in Macedonië de moordenaars verslagen en verdeelden nu de wereld. Eerstgenoemde keerde naar Italië terug met onder meer het Vierde Legioen, dat in de voorafgaande oorlog de bijnaam Macedonica had gekregen, en het Zevende en Achtste. Antonius behield het Derde Gallica, V Alaudae, VI Ferrata, het Tiende en het Twaalfde, dat zich was gaan tooien met de bijnaam Fulminata, “bliksem”. De legioenen, ooit tijdelijke eenheden, begonnen nu een permanent karakter te krijgen. Het Romeinse Rijk was een beroepsleger aan het ontwikkelen.
Legioenenopbouw
Antonius trok met zijn legioenen naar het oosten, waar hij de provincies reorganiseerde en capabele heersers aanstelde in bevriende koninkrijken. De bekendste daarvan is de Joodse vorst Herodes, die zijn beschermheer eerde door in Jeruzalem een kasteel Antonia te noemen. Ook ontketende Marcus Antonius een oorlog tegen het Parthische Rijk, Romes oosterbuur. Ondanks aanvankelijke tegenslagen eindigden deze campagnes met de annexatie van Armenië. Gaandeweg bouwde Antonius een leger op dat uiteindelijk drieëntwintig legioenen telde.
Je moet ingelogd zijn om een reactie te plaatsen.