Keizer Augustus (2)

Goudstuk van Augustus (Valkhofmuseum, Nijmegen)

Ik rondde het blogje over keizer Augustus van vorige week af met de constatering dat de keizer geen onbeperkte macht had. Hij deelde die met het volk, dat officieel weinig te zeggen had, maar via spreekkoren bij de spelen nog altijd zijn mening kon geven. En daar had een keizer rekening mee te houden, zoals hij ook te maken had met de 600 multimiljonairs in de Senaat.

De keizer kon rekenen op de leden van de Kroonraad ofwel het consilium principis. Enkele juridisch geschoolde senatoren en ridders die ’s keizers vertrouwen genoten, adviseerden hem op velerlei terrein. In de Kroonraad werden de beslissingen voorbereid en of dit gremium de beslissingen ook nam, zal van keizer tot keizer hebben verschild. We zouden meer willen weten over de vrienden van Augustus. Welke rol hadden mensen als Lollius, Maecenas, Agrippa, Marcellus, Tiberius en keizerin Livia?

Lees verder “Keizer Augustus (2)”

Octavianus

Octavianus (Museum van Epidauros)

Ik had u, in mijn reeks over het handboek van De Blois en Van der Spek vorige keer achter gelaten bij de moord op Julius Caesar. Zijn moordenaars waren senatoren die de macht wilden teruggeven aan de Senaat. Maar het hoge college was verdeeld. Veel leden hadden leven en positie te danken aan de dictator en sympathiseerden met de nieuwe leider van zijn partij, Marcus Antonius. Binnen enkele dagen was hij meester van stad en imperium. De moordenaars kregen gratie als ze instemden met de maatregelen van de dictator en werden naar onbeduidende provincies weggepromoveerd.

In juli verscheen een komeet aan de hemel en opperpriester Marcus Aemilius Lepidus verklaarde dat dit betekende dat Caesar was opgenomen onder de goden. Dat gaf Antonius rugdekking: voortaan rechtvaardigde hij zijn optreden met een beroep op de vergoddelijkte Julius. Hij beheerste de situatie volkomen.

Lees verder “Octavianus”

VI Ferrata, het Gestaalde Legioen (1)

Ere-inschrift uit Smyrna voor een officier van VI Ferrata (vertaling; Louvre, Parijs)

Een tijdje geleden ben ik begonnen met bloggen over de geschiedenis van de diverse Romeinse legioenen. Ik begon met de eenheden die een rol speelden in de Tweede Burgeroorlog, waarover ik immers ook blog: III Gallica, V Alaudae en X Gemina kwamen zo al aan bod. Vandaag het zusterlegioen van het Vijfde: VI Ferrata. Je zou het kunnen vertalen als “het gestaalde legioen”. Het Engelse iron-clad dekt de lading ook mooi. Het zal verwijzen naar de pantserhemden die de soldaten droegen, de lorica hamata.

Ontstaan

Net als het Vijfde legioen, de Leeuweriken, is het Zesde Legioen, in 52 v.Chr. door Julius Caesar gelicht op de Povlakte. Zoals ik al vertelde, was dat eigenlijk niet toegestaan, aangezien de bewoners van dat gebied geen Romeins burgerrecht hadden. Toen Caesar, na het uitbreken van de Tweede Burgeroorlog, eenmaal in Rome was, hielp hij zichzelf aan legitimatie met de Lex Roscia.

Lees verder “VI Ferrata, het Gestaalde Legioen (1)”

III Gallica (1)

De heuvelrug bij Munda; de rechtertop is bestormd door III Gallica

Wie het Romeinse Rijk wil begrijpen – en wie zou dat nou niet willen? – ontkomt niet aan de geschiedenis van de legioenen. Niet omdat de Romeinen krijgszuchtiger waren dan andere antieke volken, want dat waren ze niet, maar omdat de regimentsgeschiedenis toont waar de brandhaarden waren, hoe de Romeinen ermee omgingen en hoe mensen van hot naar haar bewogen. Over het Tiende Legioen Gemina heb ik het al eens gehad. Vandaag behandel ik het Derde Legioen Gallica.

Ontstaan

De nummers één tot en met vier waren traditioneel voorbehouden aan de Romeinse consuls. Het Derde dat wij kennen, gaat terug op het tweede consulaat van Julius Caesar, dat hij had willen bekleden in 49 v.Chr. Zoals ik bij een andere gelegenheid al vertelde, waren er machinaties waardoor hij zich geen kandidaat stellen mocht, zodat hij zich gedwongen zag tot een Tweede Burgeroorlog. De reguliere consuls zetten hun Derde Legioen over naar Albanië en Caesar formeerde het zijne vanaf het moment dat hij consul was, in 48 v.Chr.

Lees verder “III Gallica (1)”

Een geschiedenis van Syracuse (slot)

Het Romeinse amfitheater van Syracuse

[Dit is het slot van een zesdelige reeks over de geschiedenis van de voornaamste stad van het antieke Sicilië, Syracuse. Het eerste stukje was hier en een landkaartje is daar.]

Verres

Een van de beruchtste uitzuigers was een gouverneur genaamd Gaius Cornelius Verres. Hij had de provincie nog meedogenlozer belast dan zijn voorgangers. In de zomer van 70 v.Chr. riepen de Sicilianen de hulp in van een onbekende advocaat, een zekere Marcus Tullius Cicero. Verres nam de beste advocaat van zijn tijd in de arm, Quintus Hortensius Hortalus. Een juridisch gevecht begon.

Lees verder “Een geschiedenis van Syracuse (slot)”

WvdK | De zeeslag bij Naulochus

Inscriptie van Sextus Pompeius (EDCS-14700098; Archeologisch Museum, Marsala)

[Na de moord op Julius Caesar kwam de macht in de Romeinse Republiek te liggen bij Caesars rechterhand Marcus Antonius, Caesars familielid Octavianus (de latere keizer Augustus) en hogepriester Lepidus. Niet iedereen erkende hen. Vanuit Sicilië maakte Sextus Pompeius het de drie machthebbers knap lastig. Octavianus en zijn admiraal Agrippa trokken ten strijde. Op 3 september 36 v.Chr. kwam het tot een zeeslag bij Naulochus (in het noordoosten van Sicilië), waarbij Agrippa een nieuw wapen inzette: de harpoen.]

***

Pompeius vreesde de infanterie van Octavianus, maar had groot vertrouwen in zijn eigen vloot en daarom stuurde hij bericht aan Octavianus met de vraag of hij bereid was tot een allesbepalende zeeslag. Octavianus was huiverig voor alle confrontaties op zee, omdat hij daarbij tot op dat moment geen succes had weten te behalen, maar vond het beschamend om te weigeren; hij accepteerde het voorstel. Er werd een dag vastgesteld, waarvoor aan beide zijden driehonderd schepen in gereedheid werden gebracht, voorzien van allerlei projectielen, torens en alle apparatuur die ze konden verzinnen.

Lees verder “WvdK | De zeeslag bij Naulochus”

Misverstand: Kleopatra

Munt van Kleopatra VII (ik weet niet meer waar ik deze fotografeerde)

Misverstand: Kleopatra werd door een adder gedood

Door de veroveringen van Pompeius en Caesar werd de mediterrane wereld verenigd. Alleen het schatrijke Egypte was nog niet geannexeerd. Dat kwam enerzijds doordat de Romeinse senatoren elkaar de aantrekkelijke prijs niet gunden, en anderzijds doordat koningin Kleopatra VII erin slaagde een van Caesars adjudanten, Marcus Antonius, aan zich te binden. Dat gaf haar invloed op het Romeinse beleid, maar betekende ook dat ze werd meegesleept in het conflict tussen haar echtgenoot en Octavianus. De burgeroorlog werd gewonnen door de laatste, die, zoals bekend, het keizerrijk stichtte.

In talloze kunstwerken – schilderijen, sculptuur, opera, film – is te zien hoe Kleopatra, toen haar duidelijk werd dat Marcus Antonius haar niet kon beschermen, tegelijk met twee bediendes zelfmoord pleegde. De koningin liet een gifslang in een mand vijgen haar vertrekken binnensmokkelen en liet zich bijten. Dit is gebaseerd op een opmerking van Ploutarchos, die ruim een eeuw na de gebeurtenissen leefde:

Lees verder “Misverstand: Kleopatra”

Misverstand: Octavianus

Een nog jonge Octavianus (Museum für Kunst und Gewerbe, Hamburg)

Misverstand: Octavianus noemde zichzelf Octavianus

Na de moord op Caesar werd zijn testament geopend en bleek dat hij zijn achterneef Gaius Octavius had geadopteerd. Het was niet ongebruikelijk dat adoptiefzonen een naam kozen waarin ze zowel hun echte als hun tweede vader eerden: Marcus Junius Brutus, de moordenaar van Caesar, had de naam Caepio aangenomen na te zijn geadopteerd, en een bekende Romeinse veldheer heette Publius Cornelius Scipio Aemilianus – de Scipio die was geboren in de Aemiliusfamilie. Caesars achterneef had zich dus Gaius Octavius Caesar of Gaius Julius Caesar Octavianus kunnen noemen.

Lees verder “Misverstand: Octavianus”

De dubbele slag bij Filippoi (1)

Zegelring met het portret van Marcus Antonius (British Museum, Londen)

Een tijdje geleden blogde ik over Caesars optreden bij Alesia en de ondergang van de Romeinse Republiek. In feite was die met de dictatuur van Caesar zo dood als een pier. Wat de toekomst ook mocht brengen, het was duidelijk dat de nieuwe leiders geen magistraten maar generaals zouden zijn, mannen die de macht bezaten om genomen besluiten ook te doen uitvoeren. Zo zag Caesar het: het was hij of de chaos. Het kwam er alleen nog op aan ook de harten van zijn onderdanen te winnen.

Om niet op een militaire potentaat te lijken, ontbond hij enkele legioenen, maar in feite wist hij niet hoe hij zijn monarchie moest verkopen. De Volksvergadering, die ooit commando’s, eerbewijzen en legioenen te vergeven had gehad, wilde dat zo houden, en menig senator weigerde te berusten in zijn eigen irrelevantie. Er waren dus nog volop republikeinse gevoelens, maar Caesar kon meer niet terugkeren naar de oude verhoudingen. Misschien was de invoering van de monarchie een oplossing en Caesar probeerde krediet op te bouwen met een indrukwekkende reeks hervormingen. Ook in de provincies had hij gezag. Medio februari 44 liet hij zich de koninklijke diadeem aanreiken, maar het volk joelde en een maand later werd hij door senatoren vermoord, opdat de wereld zou weten dat de senatoren hun waardigheid hadden hersteld.

Lees verder “De dubbele slag bij Filippoi (1)”

De dood van Kleopatra

Kleopatra VII Filopator (Altes Museum, Berlijn)

De buste hierboven, vrijwel zeker Kleopatra, zag ik voor het eerst op een middelmatige expositie in Rome, waar dit het enige voorwerp was dat de moeite van het bezoek waard bleek. Fotografie was verboden. In 2009 zag ik de buste terug in Haltern, op de grote expositie ter herdenking dat het twee millennia geleden was dat de slag in het Teutoburgerwoud plaatsvond. De vele bezoekers maakten fotografie toen onmogelijk. De foto hierboven nam ik uiteindelijk in het Altes Museum, waar deze buste staat opgesteld als ze niet naar Rome of Haltern is.

Een mooi bewaard portret van een jonge vrouw. Sporen van de oorspronkelijke verf zijn nog goed zichtbaar. Ik meen iets zelfverzekerds in het gezicht te herkennen, maar dat kan projectie zijn. Sterker nog: het portret was ooit beschilderd en de uitdrukking die we nu zien, correspondeert vermoedelijk niet met wat toen was te zien.

Lees verder “De dood van Kleopatra”