Altaar in Rindern

Het altaar van Rindern (foto Paul van der Heijden)

Eerst even een misverstand uit de wereld helpen: het dorpje Rindern, even ten noorden van Kleef, is niet het Romeinse Arenacum. De namen lijken op elkaar, zeker, maar archeoloog Jan Verhagen heeft aannemelijk gemaakt dat de Romeinen met die naam Kleef bedoelden. (Op mijn website moet ik dit nog corrigeren.) De heridentificatie neemt niet weg dat Rindern in de Oudheid bewoond is geweest en dat het kleine museum Forum Arenacum heet.

Ik ben daar in 2009 met mijn zakenpartner langs gereden, op weg naar een echt buitenland dat ik me nu niet herinner. We wilden destijds ook het altaar in de kerk zien, want er is een beroemde Romeinse inscriptie, maar die dag was de kerk op slot. Afgelopen zaterdag hadden mijn vriendin en ik meer succes. Hier is de tekst op de ongeveer een kubieke meter grote steen, zoals die er momenteel uitziet (EDCS-11100795).

Marti Camulo
sacrum pro
salute Tiberii
Claudi Caesaris
[A]ug(usti) Germanici Imp(eratoris)
[c]ives Remi qui
[t]emplum constitu-
erunt

Lees verder “Altaar in Rindern”

NWA: Nogmaals de kerstening

De inwijding van de grafbasiliek van Servatius in Maastricht (Rijksmuseum, Amsterdam)
De inwijding van de grafbasiliek van Servatius in Maastricht (Rijksmuseum, Amsterdam)

Alvorens de reeks over de vragen van de Nationale Wetenschapsagenda (NWA) te vervolgen, eerst even een algemene opmerking, namelijk dat ik het leuk vind dat deze reeks stukjes zoveel reacties losmaakt. Het illustreert dat de vragenstellers zaken aankaarten die bij meer mensen leven en dat we weinig onomstreden antwoorden hebben, Dat is mooi. Op de vraag van vandaag heb ik zelfs geen begin van een antwoord. Grappig genoeg heb ik een boek klaarliggen, De Franken en het christendom van Pierre Trouillez, waarin zeker meer zal staan, dus ik kom hierop terug.

Hoe verliep de kerstening van de Lage Landen (boven en onder de grote rivieren) op lokale schaal?

Het door de vragensteller gemaakte onderscheid tussen de kerstening onder en boven de grote rivieren is belangrijk. Ten zuiden van de limes, dus in het Romeinse Rijk, kwam de kerstening al in de vierde eeuw op gang. Ze is verbonden met namen als die van Servatius, de in 384 te Maastricht overleden bisschop van Tongeren. Dit is ook de tijd waarin de Cunera-legende speelt, waarover ik al eens eerder schreef. Toen de Franken de macht overnamen, werden ook hun koningen christelijk, wat meestal in verband wordt gebracht met de doop van koning Clovis aan het begin van de zesde eeuw.

Welke missioneringsactiviteit tijdens het eerste Frankische koningshuis, de Merovingen, in het noorden plaatsvond, is niet bekend. Vrijwel alle bronnen hebben namelijk betrekking op zuidelijker streken, al lijkt het erop dat de bisschop van Keulen rond 630 een kerkje heeft laten bouwen in Utrecht. De kerstening in wat nu België heet is beter gedocumenteerd en wordt meestal geassocieerd met de namen van Eligius en Amandus.

Lees verder “NWA: Nogmaals de kerstening”

Friezen en Franken (2)

Frankische mantelgesp (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)
Vermogende Franken droegen mantelspelden als deze (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

In het vorige stukje behandelde ik, aan de hand van de boeken van Luit van der Tuuk, de Friezen: de bewoners van het gebied langs de Noordzeekust vanaf Walcheren tot de Deense istmus. Dit keer wil ik het hebben over de tweede groep in de Lage Landen: de Franken. Dit is een van de stamfederaties die in de derde eeuw na Chr. zijn ontstaan uit oudere stammen: de Amsivariërs langs de Eems, de Chattuariërs langs de Hase, de Chamaven in de Achterhoek. Archeologisch is er geen verschil met de bewoners van het oude Drenthe, waarvan we de naam niet kennen. Misschien hoorden de Tubanten er eveneens bij en gingen ook de Chauken en Friezen op in deze federatie toen zij in de derde eeuw het kustgebied verlieten en het binnenland introkken.

De nieuwe federatie heet, misschien wel naar een van de deelnemende stammen, de Saliërs, de “Salische Franken”.Er waren meer groepen Franken. Ook de oude Bructeren uit het Roergebied en de Chatten van het Taunusgebergte werden Frankisch genoemd.

In het midden van de vierde eeuw trokken de Salische Franken het Romeinse Rijk binnen. Generaal Julianus – de latere keizer – stond ze toe zich te vestigen in wat nu Brabant heet. Ze waren overigens niet de eersten: uit aardewerkstudies waarover ik al eerder blogde, weten we dat al in de derde eeuw mensen vanuit Drenthe naar het Scheldegebied verhuisden. Door deze migraties verschoof de Taalgrens naar waar ze nu ligt.

Lees verder “Friezen en Franken (2)”

Willibrordus

willibrordus
Willibrordus (muurschildering in het Rijksmuseum)

In het jaar 384 overleed in Maastricht bisschop Servatius, die tot kort daarvoor had geresideerd in Tongeren. Veel meer weten we eigenlijk niet over de man, wiens leven vooral bekend is uit latere legenden. Toch is zeker dat er christelijke gemeenschappen waren in de twee genoemde Romeinse steden. Uit Nijmegen is er nog een haarspeld met een Christusmonogram, die erop wijst dat er ook aan de Waal christenen leefden. Dat was zo’n beetje al het bewijs voor de aanwezigheid van het christendom in de Lage Landen in de Romeinse tijd.

De val van Rome

Een generatie na de dood van Servatius viel het Romeinse rijksbestuur in onze contreien weg. De macht kwam in handen van de laatste garnizoenscommandanten, die stonden aan het hoofd van plaatselijk gerekruteerde legertjes. Nu was de plaatselijke bevolking aan het begin van de vijfde eeuw niet meer wat ze voordien was geweest: in 355 waren groepen Frankische immigranten vanuit het huidige Drenthe, Gelderland en Overijssel het Romeinse Rijk binnengetrokken, waar generaal Julianus hun land in het huidige Brabant had toegewezen en had geëist dat ze zouden dienen in de legers. Toen het Romeinse staatsapparaat rond 410 dus wegviel – de onlangs gevonden munten uit het Limburgse Echt werpen enig licht op deze gebeurtenis – kwam de macht in handen van mannen met Frankische (over)grootouders. Als de nieuwe heersers christelijk zijn geweest, zal het geloof niet heel diep hebben gezeten.

Lees verder “Willibrordus”