MoM | Bronkritiek

Kleio, de beschermgodin van de historische wetenschappen (Altes Museum, Berlijn).

Oudheidkundigen, en dan vooral de wat meer op teksten gerichten onder hen, maken onderscheid tussen bronkritiek en tekstkritiek. Over het laatste heb ik al vaker geschreven: het is de bepaling van wat eeuwen geleden iemand op papyrus of perkament heeft gezet. De kritiek betreft de overlevering in de meestal middeleeuwse handschriften, meervoud, waarvan we de tekst niet zomaar kunnen aanvaarden maar eerst moeten toetsen. Daarbij passen filologen de Lachmannmethode toe. In de praktijk betreft het vooral Griekse en Romeinse teksten. Egyptische en spijkerschriftteksten zijn namelijk meestal op slechts een kleitablet of één papyrus zijn overgeleverd, zodat er weinig valt te vergelijken.

Bronkritiek

Bronkritiek is de vooral voor oudhistorici belangrijke volgende stap: is de informatie in een bron te herleiden tot een eerdere auteur? Dit is belangrijk, want die eerdere auteur stond dichter bij de beschreven gebeurtenissen en heeft vermoedelijk scherper zicht. Als de evangeliën van Marcus en Lukas elkaar tegenspreken, gaat de voorkeur uit naar Marcus, omdat hij de bron is van Lukas; Lukas geldt dan als “elimineerbaar”.

Lees verder “MoM | Bronkritiek”

Zosimos’ staatsleer

De oude goden waren voor Zosimos reëel (detail van de Elgin Marbles, British Museum)

Ik heb op deze plek al eens eerder verteld over Zosimos, de Byzantijnse auteur die in feite de eerste historicus is geweest van de Val van het Romeinse Rijk. Aan het begin van de zesde eeuw beschreef hij hoe het wereldrijk werd bedreigd, hoe de bestuurders – de keizers Constantijn en Theodosius voorop – fout op fout stapelden en zo vrij baan gaven aan de barbaren.

Barbaren die eigenlijk zo heel barbaars niet waren. Een Alaric, die in 410 Rome belegerde, wilde vrede en bood alleszins redelijke voorwaarden aan de stad die hij blokkeerde, maar de burgers wezen die af. Als ze hun eed nooit te capituleren nou bij de goden hadden afgelegd, zeiden ze, hadden ze mogen rekenen op de goddelijke mildheid, maar ze hadden gezworen bij de keizer en dat was natuurlijk iets anders. Door dit antwoord werd de plundering van Rome onafwendbaar en voor Zosimos was dit het beste bewijs dat wie de oude goden verliet, alleen kon afstevenen op het allerergste.

Lees verder “Zosimos’ staatsleer”

Lopende en juridische zaken

Een paar jaar geleden werd me duidelijk dat mijn website, Livius.org, verouderd begon te raken. Ik ben er midden jaren negentig mee begonnen en na tien jaar bleek dat de klassieke html niet de toekomst had. Het ding moest op de schop. Ik ben dus begonnen met het aanbrengen van een scheiding tussen fotografie en tekst. Later zijn beide delen overgezet naar een modern content management systeem. Dat moest handmatig gebeuren want de html-pagina’s waren nogal chaotisch. Ik had er 3653 te doen en daarvan zijn er inmiddels zo’n 3400 omgezet.

Wat nog niet is gedaan, zijn enkele pagina’s waar ook een Babylonische tekst te lezen valt. Die zijn nogal lastig. Evenmin gedaan zijn correcties, hoewel ik van talloze pagina’s weet dat er fouten in zitten. Aan beide problemen wordt gewerkt, maar ze staan even in de ijskast tot er wat technische toeters en bellen zijn toegevoegd.

Daar staat dan weer tegenover dat ik ben begonnen een Engelse vertaling van de Nieuwe geschiedenis van Zosimos online te plaatsen. Die was overigens al online, maar dat is een scan van een herdruk van een niet zo beste anonieme uitgave uit 1814, die weleens terug zou kunnen gaan op een vertaling uit de achttiende eeuw. De enige indeling die in die scan was aangebracht, was een pagina-verwijzing naar de 1814-uitgave. Ik breng nu, aan de hand van de Franse Budé-editie, hoofdstuk- en paragraafnummers aan. Ook controleer ik de eigennamen en nog zo wat zaken die bij het scannen slecht zijn doorgekomen.

Lees verder “Lopende en juridische zaken”

Piraterij

Reliëf van een Romeins vrachtschip (Lepcis Magna)

Juist toen ik gisteren dacht dat ik even geen zin had om een stukje te schrijven, viel mijn oog op een pareltje dat ons is overgeleverd door én een van de redenaars uit de collectie die bekendstaat als de Panegyrici Latini én door de Zosimos over wie ik onlangs blogde. De eerste tekst is een toespraak uit het jaar 297 en staat bekend als “Redevoering VIII(4)”, wat wil zeggen dat het de achtste is in het manuscript en de vierde in chronologische volgorde. Als u het wil nazoeken: het is daarin paragraaf 18.3.

De redenaar vertelt over Frankische soldaten die door keizer Probus (r.276-282) in dienst waren genomen en, zoals gebruikelijk, waren ingezet in een gebied vér van hun thuisland: aan de Zwarte Zee. Een stad of fort noemt de spreker niet, maar het is bekend dat er een vlootbasis was in Trapezos, het huidige Trabzon, en ik verbeeld me dat het verhaal daar begint, al kan het evengoed zijn geweest in een van de havens van het huidige Bulgarije. In elk geval: de Franken waren niet heel gelukkig daar aan de Zwarte Zee en stalen wat schepen.

Lees verder “Piraterij”

MoM | Zosimos

Portret van een man, eerste helft zesde eeuw (Glyptotheek, Munchen)

Een van de aardigste auteurs uit de Oudheid is Zosimos, een Byzantijnse historicus met een voor zijn tijd ongebruikelijke visie op het verleden. Op twee manieren. Om te beginnen was de Romeinse elite in de loop van de vierde en vijfde eeuw christelijk geworden maar bleef Zosimos hardnekkig trouw aan de oude goden. Hij heeft daardoor een uniek perspectief op de gebeurtenissen tussen pakweg 300 en 410. Daarmee verwant is zijn tweede bijzonderheid: hij had in de gaten dat het Romeinse Rijk in de late vijfde eeuw zwaar, zeer zwaar in de problemen was geraakt. Terwijl veel van zijn tijdgenoten meenden dat de teloorgang van de westelijke gebiedsdelen eigenlijk niet zoveel voorstelde omdat een christen vooral een burger was van het Koninkrijk Gods, zag Zosimos scherp dat er wél iets was veranderd. Hij was de eerste historicus van “the decline and fall of the Roman Empire”. Dat maakt hem interessant.

Maar wanneer leefde hij eigenlijk? Je leest weleens: tussen 498 en 518 publiceerde hij zijn Nieuwe geschiedenis. Maar ja, het is natuurlijk wel oudheidkunde, dus we hebben vanzelfsprekend te weinig informatie en in feite wordt weer eens hypothese op hypothese gestapeld. Het bewijs oogt in elk geval zwak.

Lees verder “MoM | Zosimos”