De prioriteit van Marcus

We weten niet wat het “teken van Jona” was. (Soumela-klooster)

Dat de eerste drie evangeliën met elkaar verwant zijn, wisten de christelijke kerkvaders al. Augustinus meende dat Marcus een uittreksel was van Matteüs en om die reden staat Marcus in uw bijbel meteen na Matteüs. Negentiende-eeuwse oudheidkundigen verklaarden de overeenkomst anders: Matteüs en Lukas zouden Marcus hebben bewerkt. Dit is feitelijk niet meer dan een aanname. Die groeit op een gegeven moment uit tot consensus en versteent daarna tot feit.

De prioriteit van Marcus, zoals het heet, blijft echter een hypothese. Zoals al onze kennis. En er zijn ook wel tegenvoorbeelden te noemen, waar je denkt: nee, het is Marcus die hier de bewerking uitvoert, niet Matteüs en Lukas. Hier zijn vier passages.

Lees verder “De prioriteit van Marcus”

Filon van Byblos: uitvindingen

Een Fenicisch schip en een zeemonster (Nationaal Museum, Beiroet)

Ik stelde Filon van Byblos al aan u voor: levend in Byblos in de tweede eeuw na Chr. schreef hij een Fenicische Geschiedenis waarin hij een rationele verklaring gaf voor de oude mythen. De goden van weleer waren niets anders geweest dan verdienstelijke koningen en andere stervelingen. Deze visie staat bekend als euhemerisme, vernoemd naar een zekere Euhemeros van Messina. Daarover blogde ik een week of drie geleden.

Het is misschien aardig eens te zien hoe Filon van Byblos al die verdienstelijke stervelingen behandelt. Of beter: we kennen zijn verhaal alleen uit citaten, en ik neem aan dat bisschop Eusebios, die het navertelt, wat heeft bekort. Hier zijn Eusebios’ woorden, in de vertaling die Hein van Dolen voor de gelegenheid heeft gemaakt.

Lees verder “Filon van Byblos: uitvindingen”

Het euhemerisme van Filon van Byblos

Een oeroud beeldje uit Byblos (nu te zien in het Rijksmuseum van Oudheden, Leiden)

Een tijdje geleden stelde ik Filon van Byblos aan u voor. Hij leefde in de tweede eeuw na Chr. en schreef een Geschiedenis van Fenicië. Die is alleen bekend uit citaten bij de christelijke auteur Eusebios, maar de zeven of acht passages zijn voldoende om te constateren dat Filon een zogenoemde euhemerist was. Euhemerisme (vernoemd naar een zekere Euhemeros van Messina) wil zeggen dat een auteur, in een tijd waarin geletterde Grieken zochten naar rationele verklaringen voor de aloude mythen, de goden probeerde te typeren als verdienstelijke stervelingen. Alexander de Grote was het prototype van iemand die dankzij indrukwekkende werken goddelijke eerbewijzen had verworven.

Rationele mythen

Het is een intrigerend verschijnsel, dat euhemerisme. Het dilemma snappen we: je herkent dat de oude mythen ongeloofwaardig zijn maar wil ze ook niet als betekenisloos opgeven. Dan zoek je een rationele manier om ze anders uit te leggen. Je kon dan bijvoorbeeld een natuurwetenschappelijke verklaring geven: als Poseidon ook wel de “aardschokker” heette en als er een mythe was dat hij een kloof had vervaardigd, dan zou wel een aardbeving bedoeld zijn geweest. Of je kon een verhaal weg-allegoriseren, waarbij je een diepe, verborgen betekenis aannam. Het overspel van Ares en Afrodite was dan geen verhaal over ontucht maar bracht tot uitdrukking dat de kosmos ontstond door de afstoting en aantrekking van atomen. Euhemerisme was, naast de natuurwetenschappelijke en allegorische uitleg, een derde strategie.

Lees verder “Het euhemerisme van Filon van Byblos”

Oude olijfbomen

Laërtes’ olijfboom

Drie jaar geleden was ik in Souk Ahras, een klein Algerijns stadje dat ooit Thagaste heette en dat de geboorteplaats is van Augustinus. Er zijn geen opvallende resten uit de Romeinse tijd, maar achter het gemeentehuis toont men een olijfboom die, zo vertelt men, eeuwenoud is. Ik blogde er destijds over – lees maar – en schreef toen dat de christelijke veelschrijver de boom minimaal zou kunnen hebben gezien.

Het is niet de enige oeroude olijfboom. Het exemplaar hierboven staat op Ithaka en men vertelt ter plekke dat de vader van Odysseus, Laërtes, er weleens ging zitten als hij het gedonder in het paleis zat was. In Athene wijzen ze Plato’s olijfboom aan. In Libanon staan bij Bcheale zestien bomen die zouden zijn ontstaan toen Noach het olijftakje zou hebben geënt dat de duif hem na de Zondvloed had gebracht. Op de Olijfberg in Jeruzalem tonen ze u de bomen waaronder Jezus zou hebben gebeden voordat Judas hem kwam verraden.

Lees verder “Oude olijfbomen”

De identiteiten van Filon van Byblos

Een Romeinse man uit de tijd Filon van Byblos (Glyptothek, München)

Tot de blogs die een mens elke ochtend even moet bekijken, behoort Neerlandistiek, waar Marc van Oostendorp gisteren een erg leuke bijdrage had over de politieke vraag hoe eerlijk het is dat Engels ’s werelds nationale voertaal is. Het International Journal of the Sociology of Language besteedt daaraan aandacht en er zijn, schrijft Van Oostendorp, drie standpunten.

Je kunt het Engels zien als de drager van groot sociaal onrecht en van Anglo-Amerikaanse dominantie op het wereldtoneel; of je kunt het zien als een manier waarop individuen vooruit kunnen komen in de wereld; of als een noodzakelijk instrument om wereldwijd de democratie en de rechtvaardigheid te doen toenemen.

Lees verder “De identiteiten van Filon van Byblos”

Het verhaal van Sinuhe

Senusret (Medelhavsmuseet, Stockholm)

Ik heb op deze plek weleens geschreven over het Verhaal van Wen-Amun, een Egyptische diplomaat die in het buitenland ontdekt dat mensen buiten het eigen land weleens anders naar de dingen kunnen kijken dan hij gewend is. Het is een voorbeeld van het Egyptische genre dat wel is aangeduid als “reisliteratuur”. Andere voorbeelden zijn het Verhaal van de schipbreukeling en het Verhaal van Sinuhe. De pointe van die verhalen is niet heel anders dan die van onze reisliteratuur: de hoofdpersoon verwerft in den vreemde een bepaald inzicht.

Meestal is dat overigens een inzicht dat de hoofdpersoon zonder al dat gereis ook wel thuis zou hebben kunnen opdoen. Maar ja, dan hadden wij geen verhaal vol avonturen en couleur locale gehad. Het is dus maar goed dat de hoofdpersoon doorgaans niet al te snugger is.

Net als in het Verhaal van Wen-Amun lijkt het Verhaal van Sinuhe op het eerste gezicht echt gebeurd. Er wordt verwezen naar historische gebeurtenissen, zoals het overlijden van farao Amenemhet I in 1952 v.Chr., en naar reëel bestaande plaatsen. Ik zal straks nog een detail noemen dat goed getroffen is.

Lees verder “Het verhaal van Sinuhe”

Perzisch Armenië

Armeniërs brengen tribuut aan de koning van Perzië (Persepolis)

Ik blogde onlangs over Urartu, het IJzertijdkoninkrijk dat in de eerste helft van het eerste millennium v.Chr. bestond in oostelijk Turkije, Armenië en noordwestelijk Iran. De laatste dateerbare vermelding ervan is te plaatsen rond 640 v.Chr. Het rijk is daarna ten onder gegaan.

Tussen dat moment en de opkomst van het christendom in Armenië, waarover ik later nog eens zal bloggen, verstreken ruim negen eeuwen. In die tijd schreven de bewoners van dit gebied zelf betrekkelijk weinig. We moeten ons deze periode voorstellen als een landschap in het duister, waarop af en toe het licht van een schijnwerper valt als Griekse of Romeinse auteurs erover schrijven. Die schreven niet per se over de belangrijkste gebeurtenissen. Bovendien hebben de middeleeuwse kopiisten die hun teksten overschreven, niet per se het belangrijkste geselecteerd. In feite is de overgeleverde informatie, hoe waardevol ook, volkomen willekeurig.

Lees verder “Perzisch Armenië”

Een Romein over China

Grafmonument uit de Han-periode (Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, Brussel)

Ammianus Marcellinus was een Romeinse oud-officier die tegen het einde van de vierde eeuw na Chr. besloot een geschiedwerk te schrijven. En wat voor geschiedwerk! In de eerst-overgeleverde boeken vertelt hij over opkomst, regering en ondergang van keizer Julianus. Een spannend verhaal. Daarna vertelt hij over de tijd van de keizers Valentianus en Valens. Al even boeiend. Je merkt dat Ammianus probeert zo objectief mogelijk te zijn. Des te jammerder dus dat de eerste helft van het geschiedwerk verloren is gegaan. Ik had graag gelezen wat hij over de crisis van de derde eeuw en de keizers Diocletianus en Constantijn te melden had.

Af en toe is Ammianus wat pedant. Als Julianus besluit op te trekken tegen het Perzische Rijk, moet hij natuurlijk uitleggen wat dat was. Dat zou elke antieke geschiedschrijver hebben gedaan. Maar Ammianus gaat helemaal uit zijn dak en geeft in hoofdstuk 23.6 een overzicht van heel Azië, waarin hij alle informatie propt waarover hij beschikt. Niemand kon hem verslijten voor onbelezen.

Lees verder “Een Romein over China”

Klassieke geschiedschrijvers

Kleio, muze van de geschiedvorsing (El Djem, Huis van de Maanden)

Ik heb weleens geblogd over een boek dat je in je hotelkamer zou willen vinden, vol hoogtepunten van de Nederlandse literatuur. Met een vertaling ten behoefte van degenen die onze mooie taal niet machtig zijn. Zeg maar een soort Gideons’ Bible maar dan bomvol bijzondere verhalen en gedichten. Het lijkt me fijn voor toeristen om iets verrassends te lezen uit het land ze verblijven.

Ik moest aan dat idee terugdenken toen iemand me laatst vroeg wat je zou kunnen lezen om een beeld te krijgen van de klassieke geschiedschrijving. Geinige vraag eigenlijk.

Herodotos

Om te beginnen: Herodotos. Ik zou twee stukken nemen. Het eerste is het verhaal van de slag bij Thermopylai (7.201-234). Veel klassieker krijg je het niet. De tekst is echter ook interessant.

Lees verder “Klassieke geschiedschrijvers”

Filon van Byblos over de berg Kasios

El op een stèle uit het museum in Aleppo

Een tijdje geleden blogde ik over de Grieks-Romeinse auteur Filon van Byblos, een tijdgenoot van keizer Hadrianus. Samenvattend: Filon schreef een achtdelige Geschiedenis van Fenicië, die we kennen uit citaten bij latere auteurs, zoals de Voorbereiding tot het Evangelie van bisschop Eusebios. Hierdoor weten we dat Filon gebruik maakte van een oud overzicht van de oosterse mythologie, dat zou zijn geschreven door ene Sanchouniathon.

Filon van Byblos of Sanchouniathon?

Wat Filon over die bron vertelt, geeft ons reden om te aarzelen. Sanchouniathon zou bijvoorbeeld hebben geleefd vóór de Trojaanse Oorlog en aan de oeroude verhalen een rationele uitleg hebben gegeven. Die rationalisering bestond uit euherisme, dat wil zeggen dat Sanchouniathon de goden presenteerde als koningen van vroeger. Dit is een in de vierde eeuw v.Chr. doorgebroken manier om te kijken naar inmiddels vreemd geworden oude mythen. Zo kon Alexander de Grote de Indische goden moeiteloos gelijkstellen aan Dionysos en Herakles. Dat waren in deze visie koningen als hij, die ook waren getrokken door de Indusvallei.

Lees verder “Filon van Byblos over de berg Kasios”